ECLI:NL:RBROT:2025:7199

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 juni 2025
Publicatiedatum
19 juni 2025
Zaaknummer
11603105 RR FORM 25-6
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurzaak over schilderwerkzaamheden binnenhoutwerk en kleine herstellingen

In deze huurzaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 13 juni 2025, vordert de eiseres vergoeding van kosten voor schilderwerkzaamheden aan het binnenhoutwerk van de kozijnen in haar huurwoning. De eiseres stelt dat de verhuurder, gedaagde, deze kosten moet vergoeden omdat de binnenkozijnen niet zijn geschilderd tijdens renovatiewerkzaamheden, terwijl dit in een proefblok wel is gedaan. De gedaagde betwist de vordering en stelt dat het schilderen van het binnenhoutwerk een kleine herstelling betreft die voor rekening van de huurder komt, zoals vastgelegd in het Besluit kleine herstellingen. De kantonrechter oordeelt dat de kosten voor het schilderen van het binnenhoutwerk inderdaad voor rekening van de eiseres komen, omdat het schilderen van het binnenhoutwerk als een kleine herstelling wordt aangemerkt. De kantonrechter wijst de vordering van de eiseres af en legt de proceskosten op aan de eiseres, die in totaal € 306,00 aan de gedaagde moet betalen. De uitspraak benadrukt dat de huurder verantwoordelijk is voor kleine herstellingen, tenzij er sprake is van een gebrek dat de verhuurder moet verhelpen. De eiseres heeft niet voldoende bewijs geleverd dat er een gebrek was dat de gedaagde aansprakelijk zou maken voor de kosten van de schilderwerkzaamheden.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11603105 RR FORM 25-6
datum uitspraak: 13 juni 2025
Vonnis in de experimentele procedure bij de kantonrechter als regelrechter
in de zaak van
[eiseres],
woonplaats: [plaats 1] ,
eiseres,
die zelf procedeert,
tegen
[gedaagde],
vestigingsplaats: [plaats 2] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. P.J. Remmelts.
De partijen worden hierna ‘ [eiseres] ’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het aanmeldformulier van 19 maart 2025;
  • de brief van de rechtbank met het verzoek het aanvraagformulier aan te vullen;
  • de aanvulling op het aanmeldformulier;
  • de berichten van 28 maart, 4 april, 7 mei en 10 mei 2025 met vragen van [eiseres] ;
  • de antwoorden van de rechtbank van 31 maart, 17 april en 12 mei 2025.
  • het reactieformulier van [gedaagde] , met bijlagen.
  • de spreekaantekeningen van [eiseres] .
1.2.
Op 15 mei 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij was [eiseres] aanwezig met haar echtgenoot. [gedaagde] was aanwezig met mevrouw [persoon A] , de heer [persoon B] en de heer [persoon C] , bijgestaan door de gemachtigde.

2.De beoordeling

Wat is de kern?
2.1.
[eiseres] huurt een woning van [gedaagde] . De kozijnen in de woning van [eiseres] zijn tijdens een renovatie gedeeltelijk vervangen. De buitenkant van de kozijnen is wel geschilderd door [gedaagde] , maar het binnenhoutwerk is niet geschilderd. [eiseres] stelt dat [gedaagde] dit redelijkerwijs wel had moeten doen. Daarnaast is er volgens [eiseres] sprake van een ongelijke behandeling, omdat in een proefblok de binnenkozijnen wel zijn geschilderd via [gedaagde] en deze werkzaamheden in haar blok niet worden uitgevoerd. [eiseres] heeft [schilder] gevraagd om de kosten voor het binnenschilderwerk te begroten. Volgens [eiseres] heeft de schilder mondeling geschat dat de werkzaamheden € 2.000,00 - € 2.500,00 bedragen. In deze procedure vordert [eiseres] vergoeding van deze kosten van [gedaagde] .
2.2.
[gedaagde] voert aan dat zij deze kosten niet verschuldigd is. Zij is van mening dat deze kosten voor rekening van de huurder komen, omdat sprake is van een kleine herstelling zoals opgenomen in het Besluit kleine herstellingen (Bkh). [gedaagde] betwist verder de hoogte van de schade. Verder voert zij aan dat [eiseres] al een tegemoetkoming heeft ontvangen in het kader van de renovatie en dat het schilderen van de binnenkant van de kozijnen (en dus ook de kosten die hiermee gemoeid zijn) ook onder deze tegemoetkoming valt.
2.3.
De kantonrechter wijst de vordering van [eiseres] af. Hieronder wordt dit uitgelegd.
De schilderwerkzaamheden komen voor rekening van [eiseres]
2.4.
De kantonrechter oordeelt dat de kosten voor het uitvoeren van de schilderwerkzaamheden aan het binnenhoutwerk van de kozijnen redelijkerwijs voor rekening komen van [eiseres] . De kantonrechter zal dit hieronder toelichten.
2.5.
Het uitgangspunt is dat het schilderen van het binnenhoutwerk een kleine herstelling is. In artikel 7:240 van het Burgerlijk Wetboek (BW) in combinatie met artikel 7:217 BW is opgenomen dat de huurder verplicht is om kleine herstellingen op eigen kosten te verrichten, tenzij deze herstellingen moeten worden uitgevoerd doordat de verhuurder haar verplichting om gebreken te verhelpen niet nakomt. In het Besluit kleine herstellingen is uitgelegd wat kleine herstellingen zijn. Het schilderen van binnenhoutwerk is aangemerkt als kleine herstelling in sub a van de Bijlage Bkh.
2.6.
De kantonrechter is van oordeel dat het schilderen van het binnenhoutwerk in dit geval moet worden gezien als een kleine herstelling. [eiseres] beargumenteert dat er geen sprake is van een kleine herstelling, omdat alle kozijnen moeten worden geschuurd en geschilderd. Zij stelt zich op het standpunt dat het Besluit kleine herstellingen enkel bedoeld is voor dagelijks onderhoud aan de woning, zoals kleine beschadigingen die een huurder zelf veroorzaakt. De kantonrechter gaat hier echter niet in mee. De omvang van het schilderen van het binnenhoutwerk is namelijk niet relevant voor de vraag of sprake is van een kleine herstelling. Bij kleine herstellingen zoals het aanbrengen en onderhouden van tochtwerende voorzieningen (sub j van de Bijlage Bkh) wordt wel benoemd dat deze herstellingen alleen voor rekening komen van de huurder als er geen noemenswaardige kosten zijn verbonden aan het herstel. Dit is echter niet opgenomen in sub a van de Bijlage Bkh. Het schilderen van het binnenhoutwerk van de kozijnen moet dan ook worden gezien als een kleine herstelling, waardoor het uitgangspunt is dat de kosten van het uitvoeren van de herstelling voor rekening komen van [eiseres] .
2.7.
De kantonrechter oordeelt verder dat [eiseres] onvoldoende heeft onderbouwd dat er een gebrek was aan het gehuurde waardoor [gedaagde] de kosten van de kleine herstellingen moet vergoeden aan [eiseres] . [eiseres] benoemt dat de kozijnen tijdens de renovatie vervangen werden na jarenlange lekkages en achterstallig onderhoud aan het buitenschilderwerk van de kozijnen. [eiseres] gaf tijdens de zitting ook aan dat zij hier niet over heeft geklaagd bij [gedaagde] , omdat er snel gerenoveerd zou worden. Als er sprake was van een gebrek aan het gehuurde; [eiseres] zou kunnen aantonen dat zij meermaals bij [gedaagde] heeft geklaagd over de staat van de kozijnen en de lekkages en [gedaagde] niets deed met de klachten, dan zou het kunnen zijn dat [gedaagde] de kosten moet vergoeden. De kantonrechter kan nu echter niet oordelen dat daarvan sprake is en dus ook niet van een gebrek.
2.8.
[eiseres] heeft onvoldoende onderbouwd dat op grond van het gelijkheidsbeginsel de kosten van het schilderen van het binnenhoutwerk moeten worden vergoed door [gedaagde] . [gedaagde] heeft tijdens de zitting voldoende uitgelegd dat het uitvoeren van de schilderwerkzaamheden aan de binnenkant in het proefblok door de aannemer is aangeboden vanwege problemen met deze aannemer. Dit is niet door de aannemer aangeboden in het blok van [eiseres] , omdat de overlast die [eiseres] heeft ervaren, zoals problemen met de elektricien en werkverkeer in haar tuin, niet is veroorzaakt door de aannemer. De kantonrechter kan dan ook niet vaststellen dat de problemen in het proefblok gelijk zijn aan de problemen die [eiseres] heeft ervaren en dus gelijk behandeld moeten worden.
2.9.
Het feit dat [eiseres] en haar echtgenoot de werkzaamheden feitelijk om gezondheidsredenen niet zelf kunnen doen, maakt het oordeel van de kantonrechter ook niet anders, hoe vervelend dit ook voor hen is. Dit zijn namelijk omstandigheden die voor hun eigen rekening en risico komen.
2.10.
Op grond van de voorgaande overwegingen komen de kosten voor het schilderen van het binnenhoutwerk van de kozijnen voor rekening van [eiseres] .
[eiseres] moet de proceskosten betalen
2.11.
De proceskosten komen voor rekening van [eiseres] , omdat zij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). Voor het indienen van het reactieformulier wordt in het kader van deze procedure geen procespunt toegekend. [1] De kosten die [eiseres] aan [gedaagde] moet betalen, worden dan ook begroot op € 204,00 aan salaris voor de gemachtigde (1 punt x € 204,00) en € 102,00 aan nakosten. Dat is in totaal € 306,00. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vorderingen van [eiseres] af;
3.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] worden begroot op € 306,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.R. van Tongeren en in het openbaar uitgesproken.
64363

Voetnoten

1.Artikel 15 Tijdelijk besluit experiment regelrechter en de Nota van toelichting bij het artikel.