ECLI:NL:RBROT:2025:7202

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 juni 2025
Publicatiedatum
19 juni 2025
Zaaknummer
11624543 RR FORM 25-10
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst en transportkosten bij annulering

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 13 juni 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en een gedaagde over een koopovereenkomst voor een auto. De eiser, die zelf procedeert, heeft een witte Volkswagen Polo gekocht van de gedaagde, die deze auto via de website autoschades.nl te koop had aangeboden. Na het sluiten van de koopovereenkomst heeft de eiser de koop willen annuleren, maar de gedaagde heeft een deel van de transportkosten van € 200,00 ingehouden bij de terugbetaling van het aankoopbedrag. De eiser eist nu dit bedrag terug, terwijl de gedaagde stelt dat de transportkosten terecht zijn ingehouden omdat de auto al op transport was gezet voordat de annulering plaatsvond.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen sprake is van een koop op afstand, omdat de eiser de auto niet via een georganiseerd systeem voor verkoop heeft aangeschaft. De rechter concludeert dat de koopovereenkomst niet op afstand is gesloten, omdat de eiser zelf contact heeft gezocht met de gedaagde en geen verkoopproces via de website heeft doorlopen. Daarnaast heeft de kantonrechter vastgesteld dat de partijen het eens waren over de annulering van de koop, maar dat de eiser de transportkosten moet betalen, omdat deze kosten zijn gemaakt na de betaling van de aankoopprijs en voordat de annulering werd doorgegeven. De kantonrechter heeft de vorderingen van de eiser afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten, die op nihil zijn begroot omdat de gedaagde digitaal aan de zitting heeft deelgenomen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11624543 RR FORM 25-10
datum uitspraak: 13 juni 2025
Vonnis in de experimentele procedure bij de kantonrechter als regelrechter
in de zaak van
[eiser],
woonplaats: [plaats 1] ,
eiser,
die zelf procedeert,
tegen
[gedaagde] .,
vestigingsplaats: [plaats 2] ,
gedaagde,
vertegenwoordigd door: [persoon A] .
De partijen worden hierna ‘ [eiser] ’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het aanmeldformulier van 21 maart 2025, met bijlagen;
  • de brief van de rechtbank Overijssel van 31 maart 2025;
  • het reactieformulier, met bijlage.
1.2.
Op 14 mei 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij was [eiser] aanwezig. De heer [persoon A] heeft met instemming van partijen de zitting online bijgewoond.

2.De beoordeling

Wat is de kern?
2.1.
[gedaagde] heeft via de website autoschades.nl een witte Volkswagen Polo te koop aangeboden voor € 7.500,- inclusief transport. [eiser] heeft vervolgens telefonisch contact gezocht en partijen hebben elkaar via WhatsApp verder gesproken over de eventuele aankoop. Op 6 december 2024 is (per Whatsapp) een koopovereenkomst gesloten voor de auto. [eiser] heeft daarna enkele keren gevraagd wanneer de auto geleverd kon worden. [gedaagde] heeft daarop geantwoord dat de levering wordt geregeld zodra de auto is betaald. Op 14 december 2024 heeft [eiser] het aankoopbedrag overgemaakt en diezelfde ochtend om 07.46 uur heeft [gedaagde] geappt: ‘ik zag dat het geld is bij geschreven, zal zorgen dat de auto zo snel mogelijk bij je komt.’
2.2.
Op 18 december 2024 heeft [eiser] via WhatsApp aan [gedaagde] laten weten de koop ongedaan te willen maken. [gedaagde] heeft hem toen direct laten weten dat de auto al op transport was naar Rotterdam. [eiser] wilde toch de koop annuleren. [gedaagde] heeft uiteindelijk het aankoopbedrag terugbetaald, maar met een aftrek van € 200,00 voor de transportkosten. [eiser] heeft [gedaagde] in gebreke gesteld voor deze € 200,00, omdat hij stelt dat [gedaagde] bij annulering van de koop het volledige bedrag moet terugbetalen. Omdat [gedaagde] dit niet heeft gedaan, eist [eiser] in deze procedure alsnog betaling van € 200,00 en een veroordeling in de proceskosten.
2.3.
[gedaagde] betwist dat sprake is van een overeenkomst die op afstand is gesloten en voert aan dat hij de transportkosten in rekening heeft mogen brengen, omdat de auto al op transport was gezet naar Rotterdam voordat de overeenkomst werd geannuleerd.
2.4.
[gedaagde] heeft omwille van een goede oplossing ter zitting nog aangeboden de helft van de transportkosten en de helft van het griffierecht aan [eiser] te vergoeden. [eiser] heeft dit echter afgewezen; hij wil het volledige bedrag, alsmede alle door hem gemaakte proceskosten.
2.5.
De kantonrechter wijst de vorderingen van [eiser] af. Hieronder wordt uitgelegd waarom.
[eiser] en [gedaagde] hebben geen overeenkomst op afstand gesloten
2.6.
De vraag in dit geschil is allereerst of [eiser] en [gedaagde] een koopovereenkomst op afstand hebben gesloten, zoals bedoeld in artikel 6:230g lid 1 sub e van het Burgerlijk Wetboek (BW). Er is sprake van een overeenkomst die op afstand is gesloten als deze overeenkomst in het kader van een georganiseerd systeem voor verkoop en zonder gelijktijdige persoonlijke aanwezigheid is gesloten. Daarnaast moet enkel gebruik zijn gemaakt van middelen voor communicatie op afstand.
2.7.
De kantonrechter oordeelt dat er geen sprake is van een overeenkomst die op afstand is gesloten. [eiser] heeft de auto gezien via schadeautos.nl. Hij is via de website enkel geïnformeerd over de eigenschappen en staat van de auto en heeft vervolgens zelf contact moeten zoeken met [gedaagde] om verder te onderhandelen via een telefoongesprek en WhatsApp. [eiser] heeft op schadeautos.nl geen verkoopproces doorlopen (zoals bij bijvoorbeeld bol.com wel het geval is). Nu op de website alleen informatie is gegeven over de auto en geen verkoopproces via de website is doorlopen, is naar het oordeel van de kantonrechter bij de koop geen gebruik gemaakt van een georganiseerd systeem voor verkoop. Er is dan ook geen overeenkomst op afstand gesloten, zoals bedoeld in artikel 6:230g lid 1 sub e BW. [1]
[eiser] is de transportkosten verschuldigd aan [gedaagde]
2.8.
Nu er geen sprake is van een overeenkomst op afstand als bedoeld in de wet, moet worden beoordeeld of de koop is ontbonden. De kantonrechter stelt op basis van de correspondentie vast dat partijen het uiteindelijk eens waren over het ongedaan maken van de koop, met uitzondering van de € 200,00 voor transport.
2.9.
De kantonrechter is van oordeel dat [eiser] onvoldoende concreet heeft betwist dat de transportkosten door [gedaagde] zijn gemaakt en dat het dus redelijk is dat [eiser] deze kosten moet betalen. [gedaagde] heeft de opdrachtbevestiging van het door hem ingeschakelde bedrijf overgelegd waaruit blijkt dat de opdracht voor transport op 17 december 2024 is gegeven, na de betaling van [eiser] . Uit datzelfde stuk blijkt ook dat het transport uiteindelijk is geannuleerd. Deze annulering heeft plaatsgevonden naar aanleiding van het bericht van [eiser] op 18 december 2024 om 08:31 uur waarin hij aangeeft de koop ongedaan te willen maken. [gedaagde] heeft twee minuten later gereageerd dat de auto al onderweg was. Dit komt overeen met de orderbevestiging die [gedaagde] heeft overgelegd. Hieruit blijkt dat de transportkosten zijn gemaakt. [eiser] wist ook dat de auto op transport gezet zou worden zodra hij de aankoopsom had betaald. [gedaagde] heeft dit namelijk op 13 december 2024 aan hem laten weten. [eiser] stelt zich op het standpunt dat een bedrag van € 200,00 voor het transport op zich redelijk is, maar dat hij niet gehouden is om het te betalen vanwege de houding van de verkoper en het ontbreken van bewijs van dat transport. Hoewel [eiser] gelijk heeft dat partijen zo snel mogelijk met bewijsstukken moeten komen, miskent hij daarmee dat het onredelijk is dat de verkoper op moet draaien voor de transportkosten als het transport door haar is betaald en de overeenkomst wordt geannuleerd nadat de auto op transport is gezet.
[eiser] moet de proceskosten betalen
2.10.
De proceskosten komen voor rekening van [eiser] , omdat hij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [eiser] aan [gedaagde] moet betalen op nihil, omdat [gedaagde] de zitting digitaal heeft bijgewoond. [gedaagde] vordert administratiekosten, maar heeft nagelaten deze te onderbouwen. De kantonrechter neemt deze kosten dan ook niet mee bij de begroting van de proceskosten.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af;
3.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] worden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. van der Kolk en in het openbaar uitgesproken.
64363

Voetnoten

1.Overweging 20 bij Richtlijn 2021/83/EU betreffende consumentenrechten.