ECLI:NL:RBROT:2025:7227

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 april 2025
Publicatiedatum
20 juni 2025
Zaaknummer
10/237759-24 en 10/340200-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor vernieling en veroordeling voor meerdere vermogensdelicten en overvallen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 april 2025 uitspraak gedaan in de gevoegde strafzaken tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan een reeks strafbare feiten, waaronder overvallen en inbraken. De verdachte werd vrijgesproken van een deel van de tenlastelegging, maar is veroordeeld voor meerdere vermogensdelicten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 22 juni 2024 een overval heeft gepleegd op de Vivant in Capelle aan den IJssel, waarbij hij medewerkers onder bedreiging van geweld dwong tot afgifte van geld. Een week later heeft hij geprobeerd een andere winkel, de Coop in Rotterdam, te overvallen, maar deze poging is mislukt. Daarnaast heeft de verdachte in de nacht van 4 juli 2024 ingebroken bij verschillende winkels in Rotterdam, waarbij hij goederen heeft weggenomen of geprobeerd heeft weg te nemen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Tevens zijn de in beslag genomen gereedschappen verbeurd verklaard. De benadeelde partijen zijn niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat deze niet voldoende onderbouwd waren.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummers: 10/237759-24 en 10/340200-23
Datum uitspraak: 23 april 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1963,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres 1] , [postcode] te [woonplaats] ,
raadsvrouw mr. L.A. Sjadijeva, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 9 april 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding met de gevoegde parketnummers 10/237759-24 en 10/340200-23, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de (gewijzigde) tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. H.H. Balk heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het in de zaak met parketnummer 10/340200-23 onder 4 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het in de zaak met parketnummer 10/237759-24 onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde en het in de zaak met parketnummer 10/340200-23 onder 1 primair, 2, 3 en 5 primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren met aftrek van voorarrest, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering in het rapport van 30 januari 2025 is geadviseerd, alsmede veroordeling tot een geldboete ter hoogte van € 2.550,-, subsidiair 35 dagen vervangende hechtenis;
  • verbeurdverklaring van de in beslag genomen gereedschappen.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering (parketnummer 10/340200-23 onder 4)
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het in de zaak met parketnummer 10/340200-23 onder 4 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering (parketnummer 10/237759-24 onder 1 en 6)
Het in de zaak met parketnummer 10/237759-24 onder 1 en 6 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.3.
Bewijswaardering (parketnummer 10/237759-24 onder 2 en 3)
4.3.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken wegens het gebrek aan wettig en overtuigend bewijs. Daartoe is aangevoerd dat op basis van het dossier geen direct verband kan worden gelegd tussen de verdachte en de ten laste gelegde feiten.
4.3.2.
Beoordeling
Op 22 juni 2024 omstreeks 17:00 uur heeft er een overval plaatsgevonden bij de Vivant, gevestigd op de [adres 2] in Capelle aan den IJssel. Een week later, te weten op
29 juni 2024 omstreeks 17:00 uur, is er een poging gedaan de Coop, gevestigd op het [adres 3] in Rotterdam, te overvallen.
In beide gevallen liep een oudere man de winkel binnen en toonde aan de medewerker(s) achter de kassa een handgeschreven briefje. Op het handgeschreven briefje stond dat dit een overval was, dat de man een pistool bij zich had en dat de familie van de medewerker(s) gegijzeld werden. De man heeft de medewerkers van de Vivant daarmee gedwongen een geldbedrag van ongeveer €1.200,- uit de kassalade te halen en in zijn tas te doen. Bij de Coop is het bij een poging gebleven, omdat het de medewerkster niet lukte de kassalade te openen. Toen de medewerkster haar leidinggevende om hulp vroeg, verliet de man de winkel. De overvaller van de Vivant en de Coop is in beide gevallen op een fiets vertrokken.
Niet alleen de modus operandi is nagenoeg hetzelfde, maar ook het signalement van de overvaller komt overeen. Bij beide overvallen wordt een man van ongeveer 60 jaar oud, met grijs haar, een zwarte pet en een mondkapje beschreven door getuigen. Op de camerabeelden van de Coop is bovendien te zien dat de man op een opvallende wijze loopt. Verbalisant beschrijft dat loopje als “tilt zijn voeten een voor een af, in plaats van deze af te wikkelen”. Het enkele feit dat de verbalisanten niet met 100% zekerheid kunnen vaststellen dat de verdachte overeenkomt met het signalement van de overvaller van de Vivant en de Coop, maakt niet dat het de verdachte niet is geweest. De verbalisanten stellen dat de verdachte - gezien zijn oren, de donkere haarplekken op de achterzijde van zijn hoofd en zijn loopje - in het profiel van de overvaller past. Ter terechtzitting heeft de rechtbank uit eigen waarneming ook kunnen vaststellen dat de manier waarop de verdachte loopt in de beschrijving van de camerabeelden past. Verdachte heeft overigens in verhoor bij de politie aangegeven dat hij moeilijk liep vanwege een slijmbeursprobleem. Daar komt bij dat voor de woning van de verdachte een fiets is aangetroffen die sterk overeenkomt met de fiets waarop de overvaller is vertrokken. Het betreft een oudere damesfiets met zowel aan de voor- als achterkant een bagagedrager.
Bovengenoemde omstandigheden zijn bijeengenomen zo verdacht, dat zij vragen om een verklaring van de verdachte, maar die is uitgebleven.
Gelet op het voorgaande, alles in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank bewezen dat verdachte zowel de overval op de Vivant als de poging tot overval op de Coop heeft gepleegd.
4.3.3.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte het onder 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
4.4.
Bewijswaardering (parketnummer 10/237759-24 onder 4 en 5)
4.4.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken wegens het gebrek aan wettig en overtuigend bewijs. Daartoe is aangevoerd dat op basis van het dossier geen direct verband kan worden gelegd tussen de verdachte en de ten laste gelegde feiten.
4.4.2.
Beoordeling
In de nacht van 4 juli 2024 is omstreeks 03:57 uur ingebroken bij de Zuivelhoeve, gevestigd aan de [adres 4] in Rotterdam, en is een geldbedrag van ongeveer € 1.300,-, een laptop en een telefoon weggenomen. Kort daarna, omstreeks 04:05 uur, is gepoogd om in te breken bij de Holland & Barrett , gevestigd aan de [adres 5] in Rotterdam.
Volgens de melder van de inbraak op het winkelcentrum Hesseplaats is de dader met een rode Ford Focus tegen de deur aangereden waardoor de deur openging. De bestuurder zou vervolgens naar binnen zijn gegaan. Op camerabeelden van de Geldmaat, gelegen aan de [adres 6] in Rotterdam, is te zien dat om 04:01:08 uur een rode personenauto – gelijkend op een Ford Focus – met stervormige velgen aan komt rijden. De lichten aan de voorzijde zijn gedoofd.
Omstreeks 04:15 uur ontvingen de verbalisanten opnieuw een melding van een inbraak. Er was ingebroken bij de Spare Rib Express, gevestigd aan het [adres 7] in Rotterdam waarbij - zo later is gebleken - een geldbedrag van €43,- is weggenomen.
Uit forensisch onderzoek blijkt dat de deuren aan de achterzijde van de panden van de Zuivelhoeve, de Spare Rib Express en Holland & Barrett ontzet waren en dat er krasschade en rode verf zichtbaar was.
Opvallend is dat de ‘modus operandi’ bij deze inbraken nagenoeg hetzelfde is. Zo wordt middels een rode auto via de achterkant van het pand toegang tot het pand verschaft.
De verdachte [verdachte] is in de nabije omgeving woonachtig en heeft een rode Ford Focus met kenteken [kentekennummer] op zijn naam staan. De verbalisanten hebben deze auto diezelfde nacht – kort na de laatste inbraak – aangetroffen voor de woning van de verdachte aan de [adres 1] in Rotterdam. Opvallend was dat de lichten in de woning op dat moment nog aan stonden en na enkele minuten uitgingen; de motorkap van de rode Ford Focus (nog) warm was en het parkeervak onder de auto nat was, terwijl de parkeervakken onder de andere geparkeerde auto’s droog waren. Ook zagen de verbalisanten krassen aan de voor- en achterzijde van de auto waarbij de witkleurige onderlaag zichtbaar was en kwamen de stervormige velgen overeen met de auto op de camerabeelden.
De geschetste omstandigheden zijn bijeengenomen zo verdacht, dat ze een verklaring van de verdachte behoeven. Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat iemand anders gebruik heeft gemaakt van zijn auto. De rechtbank acht deze verklaring onaannemelijk nu het dossier daarvoor geen enkel aanknopingspunt bevat. Wie deze andere persoon dan geweest zou zijn wordt evenmin duidelijk.
Gelet op het voorgaande, alles in onderling verband en nauwe samenhang bezien, acht de rechtbank bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de inbraken bij de Zuivelhoeve en de Spare Rib Express en de poging tot inbraak bij Holland & Barrett .
4.4.3.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte het onder 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan.
4.5.
Bewijswaardering (parketnummer 10/340200-23 onder 1 primair, 2, 3, 5 primair)
4.5.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken wegens het gebrek aan wettig en overtuigend bewijs. Daartoe is aangevoerd dat op basis van het dossier geen direct verband kan worden gelegd tussen de verdachte en de ten laste gelegde feiten. Subsidiair heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat hooguit de onder 1 en 5 subsidiair ten laste gelegde vernieling – en niet de primair ten laste gelegde poging tot inbraak – kan worden bewezen, omdat niet kan worden vastgesteld dat er iemand in het pand is geweest.
4.5.2.
Beoordeling
Op 23 december 2023 omstreeks 03:11 uur ontvingen verbalisanten een melding dat een man zojuist een ruit van snackbar Verhage, gevestigd op het [adres 8] te Rotterdam, had ingegooid. De man zou een donker vest met capuchon dragen. Volgens de meldster zou de man iets in zijn handen hebben waarmee hij de ruit had ingegooid. De man zou aangekomen zijn met een Rode Seat met een kenteken beginnend met [kentekennummer] . Toen de verbalisanten omstreeks 03:25 uur een persoon op een fiets op de Duikerstraat te Rotterdam controleerden, zagen zij dat een rode personenauto uit de richting van de Hendrick Staetsweg langs heen reed. Dit betrof een rode Ford Focus, voorzien van het kenteken [kentekennummer] . Toen de verbalisanten keerden zagen zij dat het voertuig flink snelheid maakte en uiteindelijk al rijdend de lichten doofde. Het voertuig kwam tot stilstand in de [adres 1] te Rotterdam alwaar de verdachte woonachtig is en de bestuurder van het voertuig betrof [verdachte] . [verdachte] droeg een donker blauwe trui met capuchon en een donker groene broek. Op de bijrijdersstoel van de rode Ford Focus werden een grijze pet en blauwe handschoenen - met vermoedelijk glassplinters erop - aangetroffen. In de kofferbak van de auto werden meerdere inbrekerswerktuigen, waaronder een oranje gekleurd breekijzer en een chrome hamer, aangetroffen. Ook op de bestuurdersstoel zagen de verbalisanten glasscherven liggen.
Op de camerabeelden van de Primera (gevestigd tegenover de snackbar Verhage) is te zien dat de verdachte op het Samuel Esmijerplein langs de verschillende winkels loopt. Hij draagt blauwe handschoenen, een grijze pet onder zijn capuchon en in zijn rechterhand heeft hij een oranje gekleurd breekijzer en een chrome hamer. Te zien is dat hij een zwaar voorwerp tegen de ruit van de Verhage gooit, dit voorwerp opraapt om het vervolgens opnieuw tegen het glas aan te gooien. Toen de verbalisanten later ter plaatse kwamen bij de Verhage zagen zij dat in de ruit een grote ster zat. Aan de ijzeren voordeur was tevens braakschade waarneembaar. Dit betroffen een aantal deukjes en diepe krassen waardoor de grondlaag van de deur zichtbaar was. Ook zagen zij dat een rode kleur had afgegeven op de krassen.
Diezelfde nacht, is in het pand schuin tegenover de Verhage, te weten bij Heemskerk Groente en Fruit, eveneens gevestigd aan het [locatie] (te weten op nummer [huisnummer A] ) te Rotterdam, eveneens een ruit vernield. Op de camerabeelden is te zien dat een persoon meerdere keren een voorwerp tegen het raam gooit. Toen de verbalisanten ter plaatse kwamen troffen zij voor de deur van de winkel een steen aan.
Op zeer korte loopafstand van de Verhage en Heemskerk Groente en Fruit bevindt zich The Prince Pub. The Prince Pub is gevestigd aan het [adres 9] te Rotterdam in het verlengde van het Samuel Esmeijerplein. Diezelfde nacht ging omstreeks 03:15 uur het alarm van The Prince Pub af. Toen de verbalisanten later ter plaatse kwamen zagen zij dat de deurstijl, ter hoogte van de deurklink, op meerdere plekken was verbogen. Deze schade is voor de verbalisant ambtshalve bekend als schade veroorzaakt door een inbrekerswerktuig. De grijze lak van de voordeur was op sommige plekken beschadigd doordat de grondlaag zichtbaar werd. Ook waren er, net als bij snackbar Verhage, rode krassen zichtbaar.
Kort nadat het alarm bij The Prince Pub afging is ook de ruit van beautysalon Empire Clinic & Spa , gevestigd op het [adres 10] te Rotterdam, ingegooid. Op de camerabeelden is te zien dat een man, gekleed in een groene broek, donkere jas met capuchon of muts, ter hoogte van zijn buik een voorwerp draagt. Vervolgens tilt hij het voorwerp boven zijn hoofd en maakt een slaande beweging in de richting van de voorgevel van het pand. De getuige [getuige] hoorde rond 03:24 uur dat een raam werd ingegooid en zag vervolgens een man uit de beautysalon lopen.
Bovengenoemde feiten en omstandigheden zijn zo verdacht dat zij vragen om een verklaring van de verdachte zeker gelet op de kleding die de verdachte bij zijn aanhouding aan had. Bij de politie heeft de verdachte verklaard dat hij die nacht naar de Prinsenlaan is gereden omdat hij daar in de buurt wilde tanken. Uiteindelijk is hij via de Prinsenlaan naar huis gereden en reed hij op weg naar zijn huis langs het Samuel Esmeijerplein.
Verdachte droeg ten tijde van zijn aanhouding een groene broek en een blauwe sweater met capuchon. In de achterbak van zijn rode auto trof de politie een rood/oranje breekijzer aan. Dit gebruikt de verdachte, volgens zijn verklaring, voor zijn tuin om tegels mee open te breken. Ter terechtzitting heeft de verdachte zijn verklaring bijgesteld. Hij heeft toen verklaard dat hij rijdend op de Prinsenlaan, langs het Samuel Esmeijerplein een onbekende passeerde en hem een lift heeft geboden naar het metrostation Schenkel. De lifter heeft kleding achtergelaten in een tas op de achterbank. De verdachte is vervolgens naar huis gereden, heeft de kleding aangetrokken omdat hij het koud had en is daarna pas naar de benzinepomp gereden om te tanken. Toen hij weer thuis was, arriveerde de politie. Toen de verdachte geconfronteerd werd met de aangetroffen inbrekerswerktuigen, verklaarde hij dat de lifter de inbrekerswerktuigen heeft achtergelaten in de kofferbak van zijn auto.
Gelet op al het voorgaande, in onderlinge samenhang bezien, merkt de rechtbank het door de verdachte geschetste alternatieve scenario als zó ongeloofwaardig en hoogst onwaarschijnlijk aan dat zij deze als onaannemelijk terzijde schuift. Naar het oordeel van de rechtbank kan het – gelet op de overeenkomsten in tijd en plaats tussen de verschillende vernielingen/inbraken en het aantreffen van inbrekerswerktuigen, glassplinters en de met het signalement overeenkomende grijze pet en blauwe handschoenen in de auto van de verdachte – niet anders zijn dan dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten en dat het oogmerk daarbij – voor zover ten laste gelegd – was op zoek te gaan geld.
4.5.3.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte het onder 1 primair, 2, 3 en 5 primair ten laste gelegde heeft begaan.
4.6.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 10/237759-24 onder 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde en het in de zaak met parketnummer 10/340200-23 onder 1 primair, 2, 3 en 5 primair ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 10/237759-24 onder 1 en 6 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
Parketnummer 10/237759-24
1.
hij op 19 juni 2024 te Rotterdam
een hoeveelheid muntgeld (van ongeveer € 50,00), die
aan [slachtoffer 1] , toebehoorde heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en dat
weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
2.
hij op 22 juni 2024 te Capelle aan den IJssel
met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen
door bedreiging met geweld
[slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , medewerkers van Vivant, heeft
gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag (van ongeveer € 1.200,00), dat aan Vivant, vestiging [adres 2] , toebehoorde,
door die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , een briefje te tonen met de
tekst: "Dit is een overval. Blijf rustig. Je familie wordt gegijzeld. Ik heb een pistool.",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
hij op 29 juni 2024 te Rotterdam
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen
door bedreiging met geweld
[slachtoffer 4] , een medewerker van Coop, te dwingen tot de
afgifte van een geldbedrag, dat aan
Coop, vestiging [adres 3] , toebehoorde
die [slachtoffer 4] , een briefje heeft getoond met de
tekst: "Rustig doen. Dit is een overval. Ik weet waar je woont. Je familie wordt
gegijzeld. Al het papiergeld. Heb een pistool.",
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op 4 juli 2024 te Rotterdam
- een geldbedrag (van ongeveer € 1.300,00), een telefoon en een laptop, die
aan Zuivelhoeve, vestiging [adres 4] , toebehoorden en
- een geldbedrag (van ongeveer € 43,00), dat aan Spare Rib
Express, vestiging de [adres 7] , toebehoorde,
heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die
weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
en verbreking;
5.
hij op 4 juli 2024 te Rotterdam
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
een of meer goederen, die aan Holland
& Barrett, vestiging [adres 5] , toebehoorde(n) weg
te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich
toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen
goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of
verbreking,
met een auto tegen de deur is gereden en daarmee de deur heeft ontzet en
geopend,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6.
hij op 8 september 2024 te Capelle aan den IJssel
een hoeveelheid muntgeld, die aan
Vishandel Frijters, toebehoorde heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich
de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en dat weg te nemen
goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak ;
Parketnummer 10/340200-23
1.
hij op 23 december 2023 te Rotterdam,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om enig goed en/of
geldbedrag, dat/die aan Empire Clinic & Spa , toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of
dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van
braak en inklimming, hij, verdachte,
- een steen, tegen de ruit heeft gegooid en
- de winkel heeft betreden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op 23 december 2023 te Rotterdam,
opzettelijk en wederrechtelijk meerdere ruiten en een sponning, die
aan de verhuurder vanVerhage Lage Land, toebehoorden heeft vernield;
3.
hij op 23 december 2023 te Rotterdam,
opzettelijk en wederrechtelijk meerdere ruiten, die
aan Heemskerk Groente en Fruit
toebehoorden heeft vernield;
5.
hij op 23 december 2023 te Rotterdam,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om enig goed en/of
geldbedrag, dat/die aan The Prince Pub, toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en
dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van
braak, hij, verdachte, de deur met een breekijzer en/of een
koevoet, heeft getracht te openen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in cursief verbeterd. De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Parketnummer 10/237759-24
1.
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;

3.poging tot afpersing;

4.
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking, meermalen gepleegd;
5.
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
6.
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Parketnummer 10/340200-23
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en inklimming;
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
3.
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
5.
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een reeks strafbare feiten, waaronder meerdere vermogensdelicten en vernielingen.
De verdachte heeft op klaarlichte dag een winkel overvallen en een week later gepoogd een andere winkel te overvallen. Dergelijke gewelddadige en intimiderende feiten versterken de gevoelens van angst en onveiligheid. Niet alleen bij de slachtoffers, maar ook bij mensen in het algemeen die direct of indirect geconfronteerd worden met dit soort feiten.
Voorts heeft de verdachte in de nachtelijke uren de ruiten van verschillende winkels vernield en bij een aantal van die winkels ingebroken en goederen weggenomen of een poging daartoe gedaan.
De verdachte heeft met zijn handelen er blijk van gegeven geen respect te hebben voor de eigendomsrechten van anderen. De verdachte heeft zich blijkbaar enkel laten leiden door zijn eigen financiële belangen, zonder rekening te houden met de gevolgen van zijn handelen. De getroffen ondernemers hebben als gevolg van de inbraken en vernielingen te kampen gehad met deze schade, de afwikkeling daarvan en een verstoring van de normale bedrijfsvoering.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
14 maart 2025, waaruit blijkt dat de verdachte eerder - maar wel een lange tijd geleden - is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportage
Stichting Verslavingsreclassering GGZ, heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 30 januari 2025. Dit rapport houdt – kort en zakelijk weergegeven – het volgende in.
De verdachte heeft een uitgebreid delict verleden met voornamelijk vermogensdelicten. Er kan niet worden gesproken van een actueel delict patroon, omdat de verdachte vijftien jaar geleden voor de laatste keer is veroordeeld. Er bestaan problemen op verschillende leefgebieden, te weten middelengebruik, financiën, relaties en psychosociaal functioneren. De verdachte gebruikt sinds zijn vijftiende levensjaar heroïne. De verdachte neemt deel aan het heroïne project bij Antes, waar hij op medische indicatie heroïne en methadon voorgeschreven krijgt. Mede door deel te nemen aan het heroïne project en door het hebben van een eigen woning is hij jaren lang stabiel geweest en is hij niet in aanraking gekomen met politie en justitie.
Door zijn ontkennende houding is het niet mogelijk om een verband te leggen tussen de risicofactoren en het delictgedrag. Wel is het duidelijk dat de verdachte een instabiele periode achter de rug heeft, waardoor de problemen zijn opgelopen. De verdachte ontwijkt de afspraken bij het heroïne project, omdat zijn ex-partner hier ook naartoe gaat. Als gevolg daarvan is de verdachte verder in de problemen gekomen en is hij meer drugs gaan gebruiken. Om zichzelf te kunnen voorzien in zijn verslaving heeft hij problemen gekregen op het gebied van financiën. Mogelijk houdt dit verband met het plegen van vermogensdelicten.
In het verleden heeft het heroïne project de verdachte geholpen om uit beeld te blijven bij politie en justitie. De reclassering zou graag zien dat de verdachte dit traject voortzet. Het risico op recidive wordt ingeschat als gemiddeld tot hoog. Bij een veroordeling adviseert de reclassering een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden: meldplicht, ambulante behandeling, dagbesteding en meewerken aan schuldhulpverlening. De ambulante behandeling kan worden ingezet als de verdachte zich niet houdt aan de afspraken bij het heroïne project van Antes.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de hoeveelheid en de ernst van de feiten is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
De rechtbank ziet in de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte wel aanleiding voor een voorwaardelijk strafdeel. De rechtbank acht het van belang dat de verdachte na zijn detentie de begeleiding krijgt die hij volgens de reclassering nodig heeft. Om dat te bewerkstelligen zal de rechtbank de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden verbinden aan het voorwaardelijk strafdeel.
Ten aanzien van de bijzondere voorwaarde inname van medicatie wordt verdachte nog meegegeven dat als hij dit weigert een en ander tot gevolg kan hebben dat bij een vordering tenuitvoerlegging de rechter daarover een oordeel wordt gevraagd en dat hij in dat geval moet uitleggen waarom hij die medicatie weigert.
In oplegging van de daarnaast nog door de officier van justitie geëiste geldboete ziet de rechtbank geen meerwaarde.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder besproken verbeurdverklaringen, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen gereedschappen verbeurd te verklaren.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft hierover geen standpunt ingenomen.
8.3.
Beoordeling
De in beslag genomen gereedschappen (omschrijving: [beslagnummer 1] ,
oranje en [beslagnummer 2] , oranje/zwart/wit) zullen worden verbeurdverklaard. De in de zaak met parketnummer 10/340200-23 onder 1 primair, 2, 3 en 5 primair bewezen feiten zijn met behulp van deze voorwerpen begaan.

9.Vorderingen benadeelde partijen

Ter zake van het in de zaak met parketnummer 10/237759-24 onder 3 ten laste gelegde feit heeft [benadeelde 1] zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij heeft in de vordering geen bedrag aan materiële of immateriële schade opgenomen.
Ter zake van het in de zaak met parketnummer 10/237759-24 onder 5 ten laste gelegde feit heeft [benadeelde 3] zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 1.537,05 aan materiële schade.
Ter zake van het in de zaak met parketnummer 10/340200-23 onder 1 ten laste gelegde feit heeft [benadeelde 2] zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 1.945,- aan materiële schade.
9.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3] moet worden toegewezen, met uitzondering van het bedrag aan BTW. De vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] moeten worden afgewezen, omdat deze niet zijn onderbouwd.
9.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft primair aangevoerd dat de vorderingen van de benadeelde partijen moeten worden afgewezen, dan wel dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard vanwege de bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 2] en [benadeelde 1] niet zijn onderbouwd.
9.3.
Beoordeling
Benadeelde partij [benadeelde 1]
Nu de benadeelde partij geen te vorderen bedrag heeft genoemd, moet zij niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De benadeelde partij de gelegenheid geven de vordering te specificeren en nader te onderbouwen, levert naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding op.
Benadeelde partij [benadeelde 3]
Bij de vordering is een machtiging en een uittreksel van de Kamer van Koophandel
gevoegd, maar op basis daarvan is niet komen vast te staan dat degene die de vordering heeft ingediend daartoe bevoegd was, omdat niet duidelijk is dat hij/zij deel uitmaakte van de Afdeling Loss Prevention Benelux. De rechtbank zal niet de mogelijkheid bieden tot herstel van dit gebrek, omdat aanhouding van de zaak voor dat doel een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.
Benadeelde partij [benadeelde 2]
De benadeelde partij heeft het bedrag aan gevorderde schade wel gespecificeerd, maar niet onderbouwd. De benadeelde partij moet daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De benadeelde partij de gelegenheid geven de vordering te onderbouwen, levert naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding op.
De vorderingen kunnen slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
9.4.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoedingen geen inhoudelijke beslissing genomen.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 45, 57, 311, 317, 350 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 10/340200-23 onder 4 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de in de zaak met parketnummer 10/237759-24 onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde feiten en de in de zaak met parketnummer 10/340200-23 onder 1 primair, 2, 3 en 5 primair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 6 (zes) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd de bijzondere voorwaarden niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde zal zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met de veroordeelde opnemen voor de eerste afspraak;
de veroordeelde zal zich laten behandelen door Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start indien dit nodig wordt geacht door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
de veroordeelde zal zich inspannen voor het vinden en behouden van betaald werk en/of onbetaald werk, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delict gedrag;
de veroordeelde zal meewerken aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de in de zaak met parketnummer 10/340200-23 onder 1 primair, 2, 3 en 5 primair bewezen feiten: de in beslag genomen gereedschappen (omschrijving: [beslagnummer 1] , oranje en [beslagnummer 2] , oranje/zwart/wit);
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 3] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P. Hameete, voorzitter,
en mrs. M.I. Blagrove en J.W. Tegenbosch, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.D. Beenakker en R.A. Caupain, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging (parketnummer 10/237759-24)
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 19 juni 2024 te Rotterdam
een hoeveelheid muntgeld (van ongeveer € 50,00), in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat
weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of
verbreking;
2.
hij op of omstreeks 22 juni 2024 te Capelle aan den IJssel
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , althans een of meer medewerkers van Vivant, heeft
gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag (van ongeveer € 1.200,00), in elk geval
enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Vivant, vestiging [adres 2] , en/of
een derde toebehoorde(n),
door die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , althans die medewerker(s) een briefje te tonen met de
tekst: "Dit is een overval. Blijf rustig. Je familie wordt gegijzeld. Ik heb een pistool.",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
hij op of omstreeks 29 juni 2024 te Rotterdam
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 4] , althans een medewerker van Coop, te dwingen tot de
afgifte van een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
Coop, vestiging [adres 3] , en/of een derde toebehoorde(n)
die [slachtoffer 4] , althans die medewerker, een briefje heeft getoond met de
tekst: "Rustig doen. Dit is een overval. Ik weet waar je woont. Je familie wordt
gegijzeld. Al het papiergeld. Heb een pistool.",
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op of omstreeks 4 juli 2024 te Rotterdam
- een geldbedrag (van ongeveer € 1.300,00), een telefoon en/of een laptop, dat/die
geheel of ten dele aan Zuivelhoeve, vestiging [adres 4] , toebehoorde(n) en/of
- een geldbedrag (van ongeveer € 43,00), dat geheel of ten dele aan Spare Rib
Express, vestiging de [adres 7] , toebehoorde,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde(n) heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die
weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
en/of verbreking;
5.
hij op of omstreeks 4 juli 2024 te Rotterdam
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
een of meer goederen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Holland
& Barrett, vestiging [adres 5] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg
te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich
toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen
goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of
verbreking,
met een auto tegen de deur is gereden en/of (daarmee) de deur heeft ontzet en/of
geopend, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6.
hij op of omstreeks 8 september 2024 te Capelle aan den IJssel
een hoeveelheid muntgeld, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
Vishandel Frijters, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich
de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen
goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
Tekst gewijzigde tenlastelegging (parketnummer 10/340200-23)
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 23 december 2023 te Rotterdam,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om enig goed en/of
geldbedrag, dat/die geheel of ten dele aan Empire Clinic & Spa , in elk geval aan een
ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of
dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van
braak,_verbreking en/of inklimming, hij, verdachte,
- een steen, althans een voorwerp, tegen de ruit heeft gegooid en/of de ruit heeft
ingeslagen en/of
- de winkel heeft betreden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 23 december 2023 te Rotterdam,
opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten
dele aan Empire Clinic & Spa , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft
vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
2.
hij op of omstreeks 23 december 2023 te Rotterdam,
opzettelijk en wederrechtelijk één of meerdere ruiten en/of een sponning, in elk
geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Verhage Lage Land, in elk geval aan
een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of
weggemaakt;
3.
hij op of omstreeks 23 december 2023 te Rotterdam,
opzettelijk en wederrechtelijk één of meerdere ruiten, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan Heemskerk Groente en Fruit, in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of
weggemaakt;
4.
hij op of omstreeks 23 december 2023 te Rotterdam,
opzettelijk en wederrechtelijk een ruit en/of een deur, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan Spare Rib Express, in elk geval aan een ander toebehoorde(n)
heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
5.
hij op of omstreeks 23 december 2023 te Rotterdam,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om enig goed en/of
geldbedrag, dat/die geheel of ten dele aan The Prince Pub, in elk geval aan een
ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of
dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van
braak en/of verbreking, hij, verdachte, de deur met een breekijzer en/of een
koevoet, althans een voorwerp, heeft getracht te openen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 23 december 2023 te Rotterdam,
opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten
dele aan The Prince Pub, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft
vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.