Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 21 augustus 2024;
- de akte uitlaten van AAS met producties 7-9;
- de akte na tussenvonnis van OZS met producties 36-54;
- de antwoordakte uitlaten van AAS;
- de antwoordakte uitlaten tevens verzoek om nadere akte van OZS met producties 55-57;
- de akte uitlaten van AAS;
- de nadere akte ter bepaling omvang termijnbon van OZS met producties 58-65;
- de antwoordakte van AAS met producties 10-17;
- de akte uitlating producties 10-17 van OZS met producties 66-68;
- de antwoordakte uitlaten van AAS.
2.De verdere beoordeling
OZS is in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van de kosten en de betaling van afvoer en storten van asbest en de huur van een hoogwerker. Verder heeft de rechtbank overwogen dat niet is komen vast te staan dat AAS gebrekkig werk heeft geleverd in
Den Haag en Breda en dat de reconventionele vordering tot betaling van € 76.000,- en
€ 50.000,- voor dat werk dus toewijsbaar is, maar mogelijk nog moet worden verrekend met de door OZS gestelde schade. De door OZS gestelde schade heeft de rechtbank nog niet beoordeeld. De rechtbank zal hierna achtereenvolgens ingaan op:
Den Haag door het niet afmaken van de overeengekomen werkzaamheden en aansprakelijk is voor de daardoor door OZS geleden schade, toewijsbaar.
€ 22.500,- had betaald en dat zij ook verder de omvang van de door AAS verrichte werkzaamheden gemotiveerd heeft betwist. De rechtbank heeft hierin aanleiding gezien OZS een aanvullende akte te laten nemen over de omvang van de door AAS verrichte werkzaamheden. De rechtbank zal op basis van het nadere debat tussen partijen naar aanleiding van de nadere akte van OZS beslissen over de waarde van de door AAS verrichte werkzaamheden.
Den Haag, staat er nog een bedrag van € 86.094,85 (€ 50.000,- + € 58.594,85 - € 22.500,-) open. Met dat bedrag moeten nog worden verrekend de kosten van OZS (zie 2.7.) en mogelijk de door OZS gestelde schade.
€ 256.323,60 een bedrag van € 57.684,25 [1] toewijsbaar, te vermeerderen met de, niet betwiste, wettelijke handelsrente vanaf 8 mei 2024.
5.De beslissing
Den Haag door het niet afmaken van de overeengekomen werkzaamheden en aansprakelijk is voor de daardoor door OZS geleden schade;