Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 juni 2025 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [plaats] ( [land] ), eiseres
de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, de Minister
Rechtbank Rotterdam
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam wordt een boete van € 2.500 voor eiseres vernietigd. De boete was opgelegd door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wegens het vervoeren van onverwerkte varkensmest zonder een geldig handelsdocument met gezondheidsverklaring. Eiseres betwistte de boete en voerde aan dat de Minister niet bevoegd was om deze op te leggen. De rechtbank oordeelde dat de wettelijke grondslag voor de boete ontbrak, in strijd met het legaliteitsbeginsel zoals neergelegd in artikel 5:4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeerde dat er geen kenbare wettelijke norm was die het opleggen van een boete voor het vervoeren van mest met een gezondheidsverklaring waarvan de geldigheidsduur was verstreken, rechtvaardigde. De Minister had geen bevoegdheid om de boete op te leggen, en het beroep van eiseres werd gegrond verklaard. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en herstelde het primaire besluit, waarbij de Minister werd veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.