ECLI:NL:RBROT:2025:7360

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 juni 2025
Publicatiedatum
24 juni 2025
Zaaknummer
FT RK 25/338 en FT RK 25/339
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een dwangakkoord in het kader van een schuldregeling met schuldeisers

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 juni 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een schuldregeling door een verzoeker die kampt met financiële problemen. De verzoeker heeft op 27 februari 2025 een verzoek ingediend om een drietal schuldeisers, waaronder Centraal Beheer en Ziggo, te bevelen in te stemmen met een aangeboden schuldregeling. De schuldeisers hebben echter geweigerd om in te stemmen met deze regeling, ondanks dat de meerderheid van de andere schuldeisers wel akkoord ging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangeboden regeling het uiterste is wat de verzoeker kan bieden, gezien zijn financiële situatie en het feit dat hij afhankelijk is van een Wajonguitkering. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de schuldeisers, Otto en Ziggo, niet zijn verschenen ter zitting om hun standpunten toe te lichten. De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat de belangen van de verzoeker, die een stabiele oplossing voor zijn schuldenproblematiek zoekt, zwaarder wegen dan de belangen van de weigerende schuldeisers. Daarom heeft de rechtbank het verzoek toegewezen en Otto en Ziggo bevolen in te stemmen met de schuldregeling. Tevens zijn zij veroordeeld in de kosten van de procedure, die op nihil zijn begroot, aangezien verzoeker niet door een advocaat is bijgestaan. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling is afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
rekestnummer: [nummer 1] – [nummer 2]
uitspraakdatum: 12 juni 2025
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [adres]
[postcode] [woonplaats] ,
verzoeker.

1.De procedure

Verzoeker heeft op 27 februari 2025, tezamen met een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, een verzoek ingevolge artikel 287a, eerste lid, Faillissementswet ingediend om een drietal schuldeisers, te weten:
  • Otto Postorders (hierna: Otto);
  • Centraal Beheer Achmea (hierna: Centraal Beheer);
  • Ziggo Services B.V. (hierna: Ziggo),
die weigeren mee te werken aan een door verzoeker aangeboden schuldregeling, te bevelen in te stemmen met deze schuldregeling.
Centraal Beheer heeft voorafgaande aan de zitting, bij brief van 28 april 2025, aan de rechtbank te kennen gegeven alsnog in te stemmen met de aangeboden schuldregeling.
Ter zitting van 12 juni 2025 zijn verschenen en gehoord:
  • verzoeker;
  • mevrouw [persoon A] en mevrouw [persoon B] , beiden werkzaam bij Geldplein (hierna: schuldhulpverlening);
  • mevrouw [persoon C] , werkzaam bij Pameijer (hierna: begeleider).
De weigerende schuldeisers zijn, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.Het verzoek

Verzoeker heeft volgens de bij het verzoekschrift overgelegde crediteurenlijst
29 vorderingen , waarvan twee preferente vorderingen en zevenentwintig concurrente vorderingen. De schuldeisers van deze vorderingen hebben in totaal een bedrag van € 34.709,25 van verzoeker te vorderen. Verzoeker heeft bij brief van 17 december 2024 een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, waarbij geen uitdeling zal plaatsvinden aan de schuldeisers en de schuldeisers wordt verzocht de betreffende schulden kwijt te schelden.
Het aangeboden akkoord heeft de volgende inhoud en achtergrond. De aangeboden regeling is gebaseerd op de NVVK-norm. De afloscapaciteit van verzoeker is gebaseerd op ongewijzigde voortzetting van zijn Wajonguitkering. Verzoeker krijgt intensieve begeleiding van Pameijer. Verzoeker wenst een oplossing voor zijn schulden en is bereid alle medewerking te verlenen. De schulden veroorzaken grote stress bij verzoeker, hetgeen hem belemmert in zijn dagelijks functioneren. Verzoeker heeft bij stress de neiging cannabis te gebruiken. Verzoeker heeft zich uit eigener beweging gemeld bij Ready for Change om aan zijn cannabisgebruik te werken. Schuldhulpverlening heeft ter zitting verklaard dat de financiële situatie van verzoeker stabiel is. Het budget is krap, maar het lukt om alle vaste lasten te betalen. Verzoeker komt rond van zijn leefgeld. Zowel schuldhulpverlening als de begeleiding van verzoeker bevestigen dat verzoeker de gemaakte afspraken nakomt.
Verzoeker heeft zich op het standpunt gesteld dat hij al het mogelijke heeft gedaan om zijn schuldeisers een aanbod te doen. Verzoeker heeft sinds de aanmelding bij schuldhulpverlening geen nieuwe schulden of achterstanden meer laten ontstaan en zijn vaste lasten worden inmiddels door zijn budgetbeheerder voldaan.
Met uitzondering van de hierna te noemen schuldeisers stemmen de overige schuldeisers met zevenentwintig vorderingen met de aangeboden schuldregeling in. Otto en Ziggo stemmen hier niet mee in. Otto heeft en vordering van € 1.610,24 op verzoeker, welke 4,6% van de totale schuldenlast beloopt. Ziggo heeft een vordering van € 300,--, welke 0,9% van de totale schuldenlast beloopt.

3.Het verweer

Hoewel behoorlijk opgeroepen hebben Otto en Ziggo geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid hun standpunten ter zitting toe te lichten.

4.De beoordeling

Uitgangspunt is dat het iedere schuldeiser in beginsel vrij staat om te verlangen dat 100% van zijn vordering, vermeerderd met rente, wordt voldaan. Nu de aangeboden regeling voorziet in een lagere uitkering dan de volledige vordering, staat het belang van Otto en Ziggo bij hun weigering vast.
De rechtbank ziet zich gesteld voor het beantwoorden van de vraag of Otto en Ziggo in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling hebben kunnen komen, in aanmerking genomen de onevenredigheid tussen het belang dat zij hebben bij uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en de belangen van verzoeker of de overige schuldeisers die door de weigering worden geschaad.
De rechtbank stelt allereerst vast dat de vorderingen van Otto en Ziggo een aandeel vormen in de totale schuldenlast van 5,5%.
Een ruime meerderheid van de schuldeisers, namelijk vijfentwintig van de zevenentwintig schuldeisers, is met de aangeboden regeling akkoord gegaan.
De rechtbank stelt ook vast dat het voorstel is getoetst door een deskundige en onafhankelijke partij, te weten Geldplein. Voorts is het voorstel naar het oordeel van de rechtbank goed en controleerbaar gedocumenteerd.
De rechtbank is van oordeel dat het voorstel het uiterste is waartoe verzoeker in staat moet worden geacht. Uit het verzoekschrift en het verhandelde ter zitting is gebleken dat verzoeker niet beschikt over betaald werk. Verzoeker ontvangt een Wajonguitkering. Hij ontvangt intensieve begeleiding van Pameijer en zal op korte termijn starten met een behandeling voor zijn cannabisgebruik. Voldoende aannemelijk is geworden dat hij in de komende jaren geen inkomen zal kunnen verwerven dat hoger is dan zijn huidige inkomen.
Op grond van het voorgaande komt de rechtbank dan ook tot het oordeel dat de belangen van verzoeker die vanuit een stabiele situatie zijn schuldenproblematiek wil oplossen en van de overige schuldeisers die hebben ingestemd met het aanbod, zwaarder wegen dan die van Otto en Ziggo, die geweigerd hebben in te stemmen.
Het verzoek om Otto en Ziggo te bevelen in te stemmen met de schuldregeling wordt daarom toegewezen.
Otto en Ziggo zullen als de in het ongelijk gestelde partijen worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Nu voor het onderhavige verzoekschrift geen griffierecht verschuldigd is en verzoeker niet is bijgestaan door een advocaat, worden de kosten begroot op nihil.
De rechtbank stelt vast dat er thans een gedwongen schuldregeling is afgekondigd, die in de plaats komt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers. Hieruit volgt dat verzoeker zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden en dat hij niet verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen zodat het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling zal worden afgewezen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- beveelt Otto en Ziggo om in te stemmen met de door verzoeker aangeboden schuldregeling;
- veroordeelt Otto en Ziggo in de kosten van deze procedure, aan de zijde van verzoeker begroot op nihil;
- bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming;
- wijst het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Roos-van Toor, rechter, en in aanwezigheid van
C. van der Velde, griffier, in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2025. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.