In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 16 juni 2025, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard beoordeeld. Eiser, eigenaar van percelen in [plaats], heeft beroep ingesteld tegen de 'Legger van de waterkeringen, katern Peilscheidingen A', vastgesteld op 19 april 2022. De rechtbank behandelt het beroep en stelt vast dat de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet op 1 januari 2024 in werking zijn getreden, maar dat het oude recht van toepassing blijft omdat het ontwerp ter inzage is gelegd voor de inwerkingtreding van de nieuwe wet.
De rechtbank concludeert dat eiser geen beroepsgronden heeft aangevoerd die betrekking hebben op de vaststelling van een waterbergingsgebied of beschermingszone, en dat de rechtbank daarom onbevoegd is om het beroep te behandelen. De rechtbank oordeelt dat de beroepsgronden van eiser niet onder de uitzonderingen vallen die beroep mogelijk maken. De rechtbank verklaart zich onbevoegd en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Eiser krijgt het griffierecht niet terug en ontvangt geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.