ECLI:NL:RBROT:2025:7571

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 mei 2025
Publicatiedatum
28 juni 2025
Zaaknummer
11293932 cv expl 24-22383
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid verhuurder voor schimmelvorming in huurwoning

In deze zaak huurt de eiser sinds 27 mei 2015 een woning van de gedaagde verhuurder, QuaWonen. Sinds 2020 heeft de eiser herhaaldelijk melding gemaakt van schimmelvorming in twee slaapkamers van de woning. Ondanks pogingen van de verhuurder om de schimmel te verwijderen, blijft het probleem aanhouden. De eiser stelt dat de schimmel het gevolg is van een gebrek aan de woning en eist een verklaring voor recht dat de verhuurder aansprakelijk is voor de gevolgschade, alsook een schadevergoeding van € 5.739,60, inclusief rente en proceskosten.

De kantonrechter heeft de vorderingen van de eiser afgewezen. De rechter oordeelt dat de eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat er sprake is van een gebrek aan de woning. De enkele aanwezigheid van schimmel is niet voldoende om te concluderen dat de woning een gebrek vertoont. De rechter wijst erop dat schimmelvorming ook kan voortkomen uit onvoldoende ventilatie door de bewoners zelf. De verhuurder heeft aangetoond dat er voldoende ventilatiemogelijkheden zijn en dat de schimmelvorming mogelijk het gevolg is van het niet goed ventileren van de woning door de eiser.

De kantonrechter concludeert dat de eiser niet in zijn bewijsvoering is geslaagd en dat de gevorderde schadevergoeding niet kan worden toegewezen. De proceskosten worden aan de eiser opgelegd, omdat hij ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt aangetekend.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11293932 CV EXPL 24-22383
datum uitspraak: 23 mei 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiser],
woonplaats: [woonplaats] ,
eiser,
gemachtigde: mr. V.T.E. Kuijpers,
tegen
STICHTING QUAWONEN,
vestigingsplaats: Bergambacht,
gedaagde,
gemachtigde: mr. P.J. Remmelts.
De partijen worden hierna ‘ [eiser] ’ en ‘QuaWonen’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 23 augustus 2024, met bijlagen;
  • het antwoord, met één bijlage.
1.2.
Op 17 april 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren aanwezig: [eiser] , vergezeld van zijn echtgenote en de heer T. Buyakasik (tolk), met mr. Kuijpers en namens QuaWonen de heer [persoon A] , opzichter en de heer [persoon B] , teamleider onderhoud, met mr. Remmelts.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[eiser] huurt sinds 27 mei 2015 van QuaWonen een woning. Sinds 2020 is er in twee slaapkamers sprake van schimmelvorming. [eiser] heeft dit bij QuaWonen gemeld. Naar aanleiding van de meldingen van [eiser] zijn medewerkers van QuaWonen in de woning geweest om de schimmel te bekijken en de schimmel te verwijderen. De schimmel blijft echter terugkomen. Volgens [eiser] wordt de schimmel veroorzaakt door een gebrek aan de woning. [eiser] eist een verklaring voor recht dat QuaWonen aansprakelijk is voor de door het gebrek ontstane gevolgschade en dat QuaWonen aan hem een bedrag van € 5.739,60 betaalt, met rente en proceskosten. QuaWonen is het hier niet mee eens.
2.2.
De kantonrechter wijst de vorderingen van [eiser] af. Deze beslissing zal hierna worden toegelicht.
De verklaring voor recht wordt afgewezen
2.3.
De verklaring voor recht dat QuaWonen aansprakelijk is voor de door het gebrek ontstane gevolgschade wordt afgewezen. [eiser] heeft zijn stelling dat de woning een gebrek kent, tegenover de gemotiveerde betwisting van QuaWonen, onvoldoende onderbouwd. Het enkele feit dat op de muur van twee slaapkamers, sprake is van schimmelvorming, is onvoldoende om daar uit af te leiden dat de (buitenmuur van de) woning een gebrek vertoont. Een rapport of andere stukken waaruit blijkt dat er sprake is van een gebrek aan de (buitenmuur van de) woning is niet overgelegd. QuaWonen kan daarom ook niet aansprakelijk worden gehouden voor gevolgschade.
2.4.
Uit de brief van de gemachtigde van [eiser] van 19 maart 2024 begrijpt de kantonrechter dat het gebrek van de (buitenmuur van de) woning volgens [eiser] bestaat uit doorslaand vocht en/of lekkage. [eiser] heeft echter geen rapport of andere stukken overgelegd waaruit dit blijkt. De foto’s die [eiser] in het geding heeft gebracht (zie productie 2 bij dagvaarding) zijn daarvoor onvoldoende. Op de foto’s is schimmelvorming te zien in een bovenhoek bij het raam van een kamer en langs een plint. Op basis van deze (en de andere) foto’s kan echter niet worden afgeleid dat er sprake is van doorslaand vocht en/of lekkage. Om dat te kunnen vaststellen is een rapport van een deskundige nodig.
2.5.
QuaWonen heeft erop gewezen dat schimmelvorming in een woning het gevolg kan zijn van bewonersgedrag, bestaande uit het onvoldoende ventileren van de woning. Vocht dat in de woning wordt geproduceerd zoals de ademhaling van de bewoners, het koken, het douchen en het drogen van wasgoed wordt dan onvoldoende afgevoerd en slaat op de (koude) muren, waardoor er schimmel ontstaat.
2.6.
QuaWonen heeft onweersproken gesteld dat in de woning voldoende ventilatiemogelijkheden zijn, zodat niet kan worden uitgesloten dat de schimmel op de muren van de twee slaapkamers wordt veroorzaakt door onvoldoende gebruik te maken van deze ventilatiemogelijkheden. Dit wordt ondersteund door de verklaring van de heer [persoon A] die tijdens de zitting heeft verklaard dat er, toen hij in november 2023 en in april 2024 in de woning was naar aanleiding van de melding over schimmel, niet werd geventileerd en de ventilatieroosters dicht waren. [eiser] heeft geen feiten of omstandigheden gesteld waaruit blijkt dat hij de woning wel voldoende ventileert, althans dat hij de instructies die in de brief van 1 mei 2024 (zie productie 1 bij antwoord) zijn gegeven heeft opgevolgd.
2.7.
De stelling van [eiser] dat bij onvoldoende ventileren overal in de woning schimmel zou moeten ontstaan, zoals in de keuken waar wordt gekookt, volgt de kantonrechter niet. QuaWonen heeft onweersproken gesteld dat in de keuken het vocht via een afzuigkap wordt afgevoerd en dat in de slaapkamers een dergelijke afzuiging ontbreekt, maar in die ruimtes voor de ventilatie een raam moet worden geopend. Voorts heeft QuaWonen erop gewezen dat vocht neerslaat op koude delen, zoals in dit geval de muur van de twee slaapkamers. Niet in geschil is dat de muur waarop de schimmel staat, een buitenmuur betreft die in de regel kouder is dan binnenmuren. Naar het oordeel van de kantonrechter is dit een afdoende verklaring voor het feit dat niet in de gehele woning schimmel ontstaat bij onvoldoende ventilatie.
De gevorderde betaling van € 5.739,60 wordt afgewezen
2.8.
Hoewel het voor [eiser] niet prettig is dat er sprake is van schimmelvorming in de woning, moet de conclusie luiden dat de door hem gestelde schade niet aan QuaWonen kan worden toegerekend. De door [eiser] gestelde feiten en omstandigheden zijn onvoldoende om te komen tot een toekenning van de door hem gevorderde schadeposten. [eiser] heeft bovendien de door hem gestelde gevolgschade onvoldoende onderbouwd. [eiser] heeft immers geen (kopieën van) facturen en/of bonnen van de door hem gestelde aankopen in het geding gebracht. Hierdoor kan niet worden vastgesteld welke gevolgschade [eiser] heeft geleden.
[eiser] moet de proceskosten betalen
2.9.
De proceskosten komen voor rekening van [eiser] , omdat hij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [eiser] aan QuaWonen moet betalen op € 678,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 339,-) en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 813,-. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.10.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af;
3.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, die aan de kant van QuaWonen worden begroot op € 813,-;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Aukema-Hartog en in het openbaar uitgesproken.
754