Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 16 oktober 2024, met bijlagen;
- de aantekeningen van het mondelinge antwoord van [gedaagde], met bijlagen;
- de brief van 25 november 2024, waarin een mondelinge behandeling is bepaald.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 27 juni 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stad Antwerpen en een gedaagde, die zelf procedeert. Stad Antwerpen heeft belastingaanslagen opgelegd voor een pand dat langdurig leegstond. De gedaagde heeft deze aanslagen niet volledig betaald en is het niet eens met de opgelegde belasting, omdat zij stelt dat er slechts sprake is van één woning en dat het pand noodgedwongen leegstond. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de belastingaanslagen onherroepelijk zijn geworden, omdat de gedaagde geen beroep heeft ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van het college van burgemeester en schepenen van Stad Antwerpen. De kantonrechter oordeelt dat Stad Antwerpen in redelijkheid heeft kunnen besluiten om belasting te heffen voor het pand, aangezien het in 2019 leegstond. De gedaagde wordt veroordeeld om het resterende bedrag van de belastingaanslagen, inclusief rente en kosten, aan Stad Antwerpen te betalen. De proceskosten komen voor rekening van de gedaagde, die grotendeels ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.