Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 januari 2025, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft Billink Financial Solutions B.V. (hierna: Billink) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die zelf procedeert, met betrekking tot een online aankoop. Billink stelt dat de gedaagde op 7 juni 2023 zes voordeelverpakkingen afwasmiddel heeft gekocht via de webwinkel [naam webwinkel] voor een totaalbedrag van € 137,94. Billink beweert dat de webwinkel het recht om de koopprijs te eisen aan haar heeft verkocht en dat zij de gedaagde een factuur en een aanmaning heeft gestuurd, maar dat de gedaagde niet heeft betaald. Billink eist daarom dat de gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten.
De gedaagde betwist echter de vordering van Billink. Hij stelt dat hij niets heeft gekocht bij de webwinkel en dat de communicatie over de bestelling naar een verkeerd e-mailadres is gestuurd. De gedaagde betoogt dat de naam en het telefoonnummer op de orderbevestiging niet van hem zijn. Billink heeft niet gereageerd op het verweer van de gedaagde en heeft niet aangetoond dat de gedaagde daadwerkelijk de bestelling heeft geplaatst of dat de producten aan hem zijn geleverd.
De kantonrechter oordeelt dat Billink haar eis onvoldoende heeft onderbouwd. De rechter wijst de vordering van Billink af, omdat er onvoldoende bewijs is dat de gedaagde de bestelling heeft geplaatst en dat de producten aan hem zijn geleverd. Daarnaast wordt Billink veroordeeld in de proceskosten, die aan de kant van de gedaagde worden begroot op nihil, aangezien de gedaagde zonder gemachtigde procedeert. Dit vonnis is uitgesproken door mr. M. Fiege op 6 juni 2025.