In deze zaak hebben verzoekers, exploitanten van een kip/fastfoodrestaurant, bezwaar gemaakt tegen de spoedsluiting van hun restaurant door de burgemeester van de gemeente Rotterdam. De sluiting, die op 15 juni 2025 is ingegaan, is opgelegd na een explosie bij het restaurant, waarbij meerdere meldingen van omwonenden zijn ontvangen. De burgemeester heeft de sluiting gerechtvaardigd op basis van de Algemene plaatselijke verordening, die hem de bevoegdheid geeft om een horeca-inrichting tijdelijk te sluiten in het belang van de openbare orde. Verzoekers hebben een voorlopige voorziening aangevraagd om hun restaurant weer open te stellen, omdat zij door de sluiting in financiële problemen dreigen te komen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De rechter oordeelde dat de burgemeester terecht heeft besloten tot de spoedsluiting, gezien de ernst van de explosie en de impact op de openbare orde. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang voor verzoekers, maar dat dit niet opweegt tegen het belang van de openbare orde. De burgemeester heeft de sluiting als noodzakelijk en evenwichtig beoordeeld, en de rechter heeft deze beoordeling onderschreven. De voorzieningenrechter benadrukte dat de sluiting van beperkte duur is en dat de burgemeester de mogelijkheid heeft om de sluiting op te heffen indien de situatie dat toelaat.
De uitspraak is gedaan op 24 juni 2025, en tegen deze beslissing staat geen hoger beroep open. De voorzieningenrechter heeft de belangen van de verzoekers en de omwonenden afgewogen en geconcludeerd dat de spoedsluiting gerechtvaardigd is in het kader van het herstel van de openbare orde.