Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 46 dagen, met aftrek
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
7 mei 2025, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
De Raad heeft een leerstraf overwogen, echter komt uit het onderzoek naar voren dat de verdachte eerder heeft geweigerd om mee te werken aan een leerstraf en hij zou hier nog steeds niet voor openstaan. Om tot een wezenlijke gedragsverandering te komen en daarmee de kans op herhaling van delict gedrag te verkleinen, is het van belang dat de verdachte zelf open staat voor een leerstraf. Aangezien dit niet aan de orde is, zal een leerstraf geen meerwaarde hebben. De Raad is van mening dat een deels voorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf het meest passend is. Als bijzondere voorwaarden adviseert de Raad jeugdreclasseringstoezicht en meewerken aan de inzet van een jongerencoach van E25.
JBRR adviseert aan de verdachte een jeugddetentie gelijk aan de duur van het voorarrest en een deels voorwaardelijke werkstraf op te leggen, met een proeftijd van 1 jaar en met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich zal houden aan de meldplicht en de afspraken met de jeugdreclassering en zal meewerken met de inzet van een coach van E25.
8.Vordering tenuitvoerlegging
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
voor de duur 46 (zesenveertig) dagen;
1 (één) jaar;