ECLI:NL:RBROT:2025:7926

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 juni 2025
Publicatiedatum
3 juli 2025
Zaaknummer
10-741076-12
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de tbs-maatregel met één jaar voor ter beschikking gestelde met schizofrenie en persoonlijkheidsstoornis

Op 10 juni 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van de ter beschikking gestelde, geboren in 1988, die sinds 2014 onder terbeschikkingstelling staat. De rechtbank heeft de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar behandeld. De ter beschikking gestelde heeft een geschiedenis van ernstige strafbare feiten, waaronder diefstal met geweld en bedreiging. De rechtbank heeft eerder de terbeschikkingstelling omgezet naar dwangverpleging. De ter beschikking gestelde heeft deelgenomen aan verschillende therapieën en vertoont sinds begin 2024 geen agressief gedrag meer. De deskundigen hebben verschillende adviezen gegeven over de verlenging van de maatregel. De psychiater en psycholoog adviseren een verlenging van één jaar, terwijl de instelling een verlenging van twee jaar aanbeveelt. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, omdat de veiligheid van anderen dat eist. De rechtbank concludeert dat de ter beschikking gestelde sinds anderhalf jaar stabiel functioneert en dat er perspectief is op voorwaardelijke beëindiging van de maatregel in de toekomst. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, en het Openbaar Ministerie en de ter beschikking gestelde hebben het recht om binnen veertien dagen beroep in te stellen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10-741076-12
Datum uitspraak: 10 juni 2025
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[ter beschikking gestelde](de ter beschikking gestelde),
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
verblijvende in [instelling] te [plaats] ,
[locatie] (de instelling),
raadsvrouw mr. C.W. Dirkzwager, advocaat te Amsterdam.

1.Inleiding

Bij arrest van het gerechtshof Den Haag van 27 mei 2014 is de terbeschikkingstelling van [ter beschikking gestelde] gelast met voorwaarden betreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde. De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van een poging tot diefstal met braak, diefstal met braak en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld, wederspannigheid met letsel, diefstal met braak en gevolgd door geweld, eendaadse samenloop van afpersing en diefstal voorafgegaan van geweld en bedreiging met geweld en diefstal, meermalen gepleegd. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 11 juni 2014.
Bij beslissing van deze rechtbank van 5 januari 2016 is de terbeschikkingstelling met voorwaarden betreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde omgezet naar een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege (dwangverpleging). Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de omzetting bij beslissing van 2 juni 2016 bevestigd. Bij beslissing van deze rechtbank van 12 juni 2023 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met twee jaar. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft voornoemde beslissing op 23 november 2023 bevestigd met aanvulling en verbetering van gronden.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 10 april 2025 van het Openbaar Ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar. De vereiste stukken zijn bijgevoegd dan wel toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 10 juni 2025 behandeld. De officier van justitie mr. J.B. Uiterwijk, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw, en de deskundigen [deskundige 1] , werkzaam als gz-psycholoog en hoofd behandeling bij de instelling, en [deskundige 2] , als psychiater verbonden aan het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP), zijn gehoord.

3.Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 2 april 2025, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van schizofrenie, een ernstige stoornis in cannabisgebruik en een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale en afhankelijke trekken. In het najaar van 2023 heeft zich een aantal agressie incidenten voorgedaan, waarbij van één incident aangifte is gedaan. De ter beschikking gestelde heeft deelgenomen aan de verslavingsgroep en aan agressieregulatie-therapie. Deze therapieën lijken hun vruchten af te werpen. Sinds begin 2024 is sprake van abstinentie van middelen en geen sprake meer van agressie. In augustus 2024 is de zaak waarin aangifte was gedaan geseponeerd. De verloven worden sindsdien opgebouwd en verlopen naar wens. De beperkte belastbaarheid, zorgvuldige bejegening en begeleiding bemoeilijken de doorstroommogelijkheden. De vervolgstappen in het resocialisatietraject zullen hierdoor langer op zich laten wachten, waardoor een mogelijke doorstroom naar een sociowoning veel tijd en zorgvuldigheid vraagt. Een verlenging voor de duur van één jaar zal de ter beschikking gestelde stress en spanning geven, aangezien niet te verwachten is dat hij binnen dat jaar voldoende vooruitgang heeft gemaakt en voldoende vrijheden heeft uitgebreid. De instelling komt daarom, anders dan de PJ-rapporteurs, tot het advies de maatregel met twee jaar te verlengen. Zonder het huidige kader wordt het recidiverisico ingeschat als hoog.
Advies psychiater
Psychiater [deskundige 2] adviseert in het rapport, gedateerd 24 februari 2025, de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van schizofrenie (thans grotendeels in remissie), een stoornis in het gebruik van cannabis (thans in remissie) en een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale en afhankelijke trekken. De antisociale trekken van de persoonlijkheidsstoornis zijn op dit moment weinig expressief. Bij een abrupt einde van de maatregel wordt het risico ingeschat als matig-hoog. De door de instelling voorgenomen inzet op uitstoom via een kleinschalige woonvoorziening en, bij goed functioneren, (individueel) begeleid wonen is passend. Anders dan de instelling, ziet de psychiater geen belemmering om sneller in te zetten op uitstroom. De reclassering kan ook al worden betrokken, zodat toegewerkt kan worden naar Forensisch Psychiatrisch Toezicht. Bij voorbaat moet niet worden uitgesloten dat de ter beschikking gestelde – bij voortzetting van zijn huidige stabiele functioneren – over een jaar toe kan zijn aan voorwaardelijke beëindiging. Ook is het goed om perspectief te bieden en de voortgang meer kort-cyclisch te evalueren, omdat de instelling nog niet voorziet in een concreet tijdspad en opgelet moet worden dat uitstroom en vervolgstappen niet onnodig lang op zich laten wachten.
Advies psycholoog
[psycholoog] adviseert in het rapport, gedateerd 5 maart 2025, de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van schizofrenie en een verslaving aan cannabis. Het recidiverisico is al op de korte termijn hoog als de ter beschikking gestelde uit zorg raakt. Het afgelopen jaar is redelijke stabiliteit bereikt. Een vervolgstap zou op zijn plaats zijn om voldoende vaart te houden in de resocialisatie en daarmee op perspectief voor de ter beschikking gestelde. Dit leidt tot meer inzet en motivatie voor behandeling en resocialisatie. Bij het vasthouden van het huidige niveau van functioneren is zeker niet uitgesloten dat een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging over een jaar in zicht komt. De psycholoog is het met de psychiater eens dat de stap naar de sociowoning sneller kan.
Op de terechtzitting gegeven adviezen
De [deskundige 1] heeft het advies van de instelling op de terechtzitting toegelicht. Zij heeft onder meer – zakelijk weergegeven – verklaard dat in april toestemming is verkregen voor onbegeleid regionaal verlof. In augustus zal regulier verlof worden aangevraagd. Ook wordt dan een aanvraag gedaan voor plaatsing in een sociowoning. Het tijdspad is afhankelijk van de uitstroom bij de sociowoningen. De hoop is dat de ter beschikking gestelde daar in het najaar of in de vroege winter kan worden geplaatst. De sociowoning zal een beroep doen op zijn zelfstandigheid en autonomie. Vervolgens moet hij worden voorbereid op de volgende stap, het begeleid wonen. Daarnaast zal gewerkt moeten worden aan het vinden van passende dagbesteding, waarbij samen met de ter beschikking gestelde onderzocht moet worden wat hij leuk vindt om te doen. De instelling vindt het niet realistisch dat voorwaardelijke beëindiging over een jaar aan de orde kan komen.
De [deskundige 2] heeft zijn advies op de terechtzitting toegelicht. Hij heeft onder meer – zakelijk weergegeven – verklaard dat inhoudelijk geen verschillen bestaan tussen de adviezen. De ter beschikking gestelde is zich ervan bewust dat de omzetting en vertraging in het traject mede het gevolg zijn van de incidenten die hij zelf heeft veroorzaakt. Inmiddels gaat het al ongeveer anderhalf jaar beter. De instelling heeft nog steeds geen concreet tijdspad gegeven voor het verdere resocialisatietraject. Het staat niet vast dat voorwaardelijke beëindiging over een jaar aan de orde is, maar bij blijvend stabiel functioneren en wanneer de doorlooptijden voor de sociowoningen meevallen kan evenmin worden uitgesloten dat hij daar over een jaar wel aan toe is. De reclassering kan alvast in beeld komen voor de stappen daarna. Aangezien bekend is dat wordt toegewerkt naar een begeleide woonvorm, kan dit ook al worden aangevraagd om het tempo erin te houden.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsvrouw hebben verlenging van de terbeschikkingstelling bepleit met één jaar.

5.Beoordeling

Op grond van de adviezen van de deskundigen en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar wordt verlengd.
De ter beschikking gestelde functioneert sinds circa anderhalf jaar stabiel. Hij zet zich in voor behandeling, is abstinent van middelen en vertoont geen agressie meer. Ook hebben zich geen incidenten meer voorgedaan en de (inmiddels uitgebreide) verloven verlopen zonder problemen. Bij die stand van zaken en gelet op de expliciete adviezen van de psychiater en psycholoog is aannemelijk geworden dat voorwaardelijke beëindiging mogelijk over een jaar aan de orde is, zodat de tbs-maatregel met één jaar zal worden verlengd.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat door de verlenging een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
1 (één)jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. M.J.M. van Beckhoven, voorzitter,
en mrs. J. de Lange en N. Shahani, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.D. Schmahl, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
De voorzitter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.