ECLI:NL:RBROT:2025:7950

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 mei 2025
Publicatiedatum
4 juli 2025
Zaaknummer
11429901 VZ VERZ 24-10065
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot nietigverklaring van besluit over herstelwerkzaamheden aan schoorstenen in VvE-zaak

In deze zaak heeft [persoon A] een verzoek ingediend bij de kantonrechter om een besluit van de Vereniging van Eigenaars (VvE) nietig te verklaren. Dit besluit betrof herstelwerkzaamheden aan de schoorstenen van het gebouw, die volgens [persoon A] niet op de juiste wijze waren genomen. De VvE had op 18 oktober 2024 opdracht gegeven aan [naam bedrijf] om de werkzaamheden uit te voeren, terwijl [persoon A] van mening was dat er geen spoedeisende situatie was en dat de besluitvorming op een vergadering van de VvE had moeten plaatsvinden. De kantonrechter heeft op 22 mei 2025 uitspraak gedaan en het verzoek van [persoon A] afgewezen. De rechter oordeelde dat er wel degelijk sprake was van een spoedeisende situatie, waardoor het bestuur van de VvE zelfstandig kon handelen. Daarnaast verklaarde de kantonrechter [persoon A] niet-ontvankelijk in haar overige verzoeken, omdat deze niet correct waren ingediend. De VvE werd ook niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoeken tegen [persoon A]. Beide partijen moesten hun eigen proceskosten dragen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als een van de partijen in hoger beroep gaat.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11429901 VZ VERZ 24-10065
datum uitspraak: 22 mei 2025
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
[persoon A],
woonplaats: [woonplaats] ,
verzoekster, tevens verweerster,
die zelf procedeert,
tegen
Vereniging van Eigenaars [naam VvE],
vestigingsplaats: [vestigingsplaats] ,
verweerster, tevens verzoekster,
vertegenwoordigd door: [persoon B] en [persoon C] .
De partijen worden ‘ [persoon A] ’ en ‘de VvE’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het verzoekschrift (ontvangen op 29 november 2024), met bijlagen 1 tot en met 11;
  • de brief van [persoon A] van 24 december 2024;
  • het verweerschrift, tevens tegenverzoek, met bijlagen 1 tot en met 5;
  • de tijdens de zitting door [persoon A] overgelegde foto.
1.2.
Op 24 april 2025 is de zaak tijdens een zitting met partijen besproken. [persoon A] was daarbij aanwezig. Namens de VvE zijn verschenen de heer [persoon B] (hierna: [persoon B] ) en de heer [persoon C] (hierna: [persoon C] ), bestuurders.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[persoon A] is eigenaar van het appartementsrecht [adres 1] in Rotterdam. De VvE bestaat uit drie leden: [persoon A] , [persoon B] ( [adres 2] ) en [persoon C] ( [adres 3] ). [persoon C] verhuurt zijn appartement.
2.2.
In september 2024 was sprake van lekkage in de woning van [persoon C] als gevolg van vochtdoorslag bij de schoorstenen op het dak. [persoon C] heeft dit bij e-mail van
22 september 2024 doorgegeven aan [persoon A] en [persoon B] .
Het bestuur van de VvE heeft op 18 oktober 2024 opdracht gegeven aan [naam bedrijf] (hierna: [naam bedrijf] ) uit Den Haag om herstelwerkzaamheden aan de schoorstenen uit te voeren. [naam bedrijf] heeft de werkzaamheden op 1 november 2024 uitgevoerd.
2.3.
[persoon A] is het niet eens met het besluit en verzoekt in deze procedure dit besluit nietig te verklaren dan wel te vernietigen. [persoon A] stelt dat geen sprake was van een spoedeisende situatie als bedoeld in artikel 41 lid 5 van het modelreglement, zodat de besluitvorming over de herstelwerkzaamheden had moeten plaatsvinden op een vergadering van de VvE. Daarnaast vraagt [persoon A] (kort gezegd) om vast te stellen dat het bestuur van de VvE nalatig heeft gehandeld als gevolg waarvan de VvE schade heeft geleden, te bepalen dat de kosten van de herstelwerkzaamheden uitsluitend voor rekening komen van [persoon C] , het bestuur op te dragen om inzage te geven in relevante documenten (waaronder de jaarrekening van de VvE over 2023) en het bestuur te instrueren om onder andere de regels consistent toe te passen.
De VvE is het hier niet mee eens. Zij voert aan dat wel degelijk sprake was van een spoedeisende situatie met betrekking tot de lekkage, waardoor het bestuur van de VvE zelfstandig mocht handelen om het probleem te verhelpen. [persoon C] heeft diverse aannemers benaderd en de overige VvE-leden betrokken bij de offerte van [naam bedrijf] .
De VvE verzoekt op haar beurt om [persoon A] te veroordelen tot betaling van de achterstallige VvE-bijdragen van in totaal € 5.160,-, het stoppen met de door [persoon A] veroorzaakte overlast en tot betaling van € 500,- aan schadevergoeding.
2.4.
De kantonrechter wijst het verzoek van [persoon A] om het besluit met betrekking tot de herstelwerkzaamheden nietig te verklaren dan wel te vernietigen af. Ditzelfde geldt voor het verzoek om te bepalen dat de kosten van deze werkzaamheden voor rekening komen van [persoon C] . De kantonrechter verklaart [persoon A] niet-ontvankelijk in haar overige verzoeken. De VvE is ook niet-ontvankelijk in haar verzoeken.
Hierna wordt uitgelegd waarom.
Toetsingskader
2.5.
Voorop gesteld wordt dat de kantonrechter uit het verzoekschrift en hetgeen tijdens de zitting door [persoon A] is verklaard begrijpt dat haar verzoek zich richt tegen de VvE.
De VvE heeft dit ook zo begrepen.
Een besluit van het bestuur van de VvE is nietig als het in strijd is met de wet of de statuten (artikel 2:14 lid 1 BW). Daarnaast is de kantonrechter bevoegd om een besluit van de VvE te vernietigen wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid (artikel 2:15 lid 1 sub b BW in samenhang gelezen met artikel 5:130 lid 1 BW). Bij de beoordeling geldt als toetsingsmaatstaf of de VvE bij afweging van alle bij het besluit betrokken belangen in redelijkheid en naar billijkheid tot het besluit heeft kunnen komen.
Herstelwerkzaamheden lekkage
2.6.
Tussen partijen is niet in geschil dat in september 2024 sprake was van lekkage in de woning van [persoon C] , die werd veroorzaakt door vochtdoorslag bij de schoorstenen op het dak. [persoon A] heeft niet betwist dat hierdoor aanzienlijke schade is ontstaan in de woning van [persoon C] . Dit blijkt ook uit de door de VvE overgelegde foto’s. [persoon C] heeft bovendien onbetwist gesteld dat de schade steeds groter werd als gevolg van het natte najaar van 2024. Gelet hierop was naar het oordeel van de kantonrechter sprake van een spoedeisende situatie in de zin van artikel 41 lid 5 van het modelreglement, waardoor spoedig handelen was vereist om het lekkageprobleem te verhelpen. Dit betekent dat het bestuur zelfstandig, zonder opdracht van de vergadering van de VvE, mocht handelen.
2.7.
[persoon C] heeft verklaard dat, nadat zijn verhuurmakelaar de lekkage had geconstateerd, hij direct de eerste dag na terugkomst van zijn vakantie de woning heeft bezocht. [persoon C] heeft de lekkage bij e-mail van 22 september 2024 doorgegeven aan
[persoon A] en [persoon B] en daarbij foto’s van de vochtplekken toegestuurd. Vervolgens heeft [persoon C] diverse aannemers benaderd om herstelwerkzaamheden aan de schoorstenen te verrichten. [persoon C] heeft toegelicht dat deze aannemers zeer hoge kosten berekenden, soms alleen al voor het opstellen van een offerte, geen garantie gaven op het werk of de werkzaamheden niet op korte termijn konden uitvoeren. [naam bedrijf] , een erkende aannemer die wel garantie geeft op het werk, rekende geen voorafgaande kosten en kon op korte termijn langskomen, aldus [persoon C] . Bij e-mail van 2 oktober 2024 heeft [persoon C] aan
[persoon A] en [persoon B] meegedeeld dat [naam bedrijf] de schoorstenen op 26 september 2024 heeft geïnspecteerd en dat [naam bedrijf] een offerte zal uitbrengen. Op 6 oktober 2024 heeft [naam bedrijf] een offerte uitgebracht van € 2.377,65 (inclusief btw). [persoon C] heeft deze offerte diezelfde dag nog doorgestuurd aan [persoon A] en [persoon B] . [persoon A] heeft daarop gereageerd en enkele vragen gesteld over de offerte. [persoon C] heeft deze vragen vervolgens voorgelegd aan [naam bedrijf] en de reactie van [naam bedrijf] bij e-mail van 16 oktober 2024 aan [persoon A] en [persoon B] doorgestuurd. [persoon A] heeft hierop niet meer gereageerd, waarna het bestuur van de VvE de offerte van [naam bedrijf] op 18 oktober 2024 heeft ondertekend en [naam bedrijf] de herstelwerkzaamheden heeft uitgevoerd.
2.8.
Gelet op deze feiten en omstandigheden is de kantonrechter van oordeel dat het bestuur van de VvE voortvarend en zorgvuldig heeft gehandeld met betrekking tot het verhelpen van de lekkage en het voorkomen van verdere schade, met het oog op de belangen van de VvE. Het bestuur heeft [persoon A] , mede gelet op de verhouding tussen het bestuur en [persoon A] , tijdig ingelicht over de lekkage en voldoende betrokken bij de inspectie van de schoorstenen en de offerte van [naam bedrijf] en de besluitvorming over de herstel-werkzaamheden aan de schoorstenen.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat geen grond bestaat voor het nietig verklaren van het besluit en dat ook niet kan worden geoordeeld dat het bestuur van de VvE niet in redelijkheid en naar billijkheid tot het besluit heeft kunnen komen. Dit leidt er tevens toe dat de kosten van de herstelwerkzaamheden van € 2.377,65 voor rekening komen van de VvE, zodat het verzoek van [persoon A] om te bepalen dat deze kosten uitsluitend voor rekening komen van [persoon C] eveneens wordt afgewezen.
[persoon A] is niet-ontvankelijk in haar overige verzoeken
2.9.
De overige verzoeken van [persoon A] zijn ingesteld tegen het bestuur van de VvE, terwijl hiervoor (r.o. 2.5) is overwogen dat het verzoekschrift is ingesteld tegen de VvE en niet mede tegen het bestuur. Het bestuur is dus geen partij in deze procedure. Dit betekent dat [persoon A] reeds hierom niet-ontvankelijk is in deze verzoeken, nog los van de vraag of deze verzoeken bij verzoekschrift kunnen worden ingesteld. De kantonrechter overweegt nog dat [persoon A] tijdens de zitting heeft erkend dat zij de concept jaarrekeningen van de VvE over 2023 en 2024 inmiddels heeft ontvangen.
De VvE is niet-ontvankelijk in haar verzoeken
2.10.
De verzoeken van de VvE om [persoon A] te veroordelen tot betaling van de achterstallige VvE-bijdragen, het stoppen met de door haar veroorzaakte overlast en tot betaling van schadevergoeding moeten worden ingesteld door middel van een exploot van dagvaarding. Omdat de VvE dat niet heeft gedaan, is zij niet-ontvankelijk in deze verzoeken. De kantonrechter overweegt nog dat [persoon A] sinds maart 2025 de maandelijkse VvE-bijdrage weer betaalt. [persoon A] heeft erkend dat zij het niet voldoen aan haar betalingsverplichtingen met betrekking tot de achterstallige VvE-bijdragen als drukmiddel gebruikt om bepaalde besluiten erdoor heen te krijgen. Dat is echter niet de geëigende weg. Indien [persoon A] wenst dat bepaalde besluiten worden genomen, kan zij daartoe voorstellen indienen voor de vergadering van de VvE.
[persoon A] en de VvE moeten de eigen proceskosten betalen
2.11.
De kantonrechter bepaalt dat partijen de eigen proceskosten dragen, omdat zij over en weer in het ongelijk worden gesteld. Dat betekent dat zij geen vergoeding hoeven te betalen voor de kosten die de andere partij heeft gemaakt.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad
2.12.
Deze beschikking wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 288 Rv). Dat betekent dat de beschikking meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de verzoeken van [persoon A] met betrekking tot het nietig verklaren dan wel vernietigen van het besluit over de herstelwerkzaamheden aan de schoorstenen en het verzoek om te bepalen dat de kosten van deze werkzaamheden voor rekening komen van [persoon C] af;
3.2.
verklaart [persoon A] niet-ontvankelijk in haar overige verzoeken;
3.3.
verklaart de VvE niet-ontvankelijk in haar verzoeken;
3.4.
bepaalt dat partijen de eigen proceskosten dragen;
3.5.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.J.R. van Tongeren en in het openbaar uitgesproken.
764