Op 4 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. R. Kuijer, en de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (SVB), vertegenwoordigd door mr. P. Stahl-de Bruin. Eiseres ontving sinds 24 december 2018 bijstand in de vorm van een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling). Bij haar aanvraag heeft zij echter niet gemeld dat zij een woning op Curaçao bezit en huuropbrengsten ontvangt, noch dat zij een bankrekening en een bedrijfspensioen van Ennia Pensioen heeft. Door deze informatie niet te verstrekken, heeft eiseres haar inlichtingenplicht geschonden. De SVB was hierdoor genoodzaakt om de AIO-aanvulling met terugwerkende kracht in te trekken en het teveel ontvangen bedrag van € 52.229,62 terug te vorderen. De rechtbank oordeelde dat de SVB geen verwijt te maken valt, aangezien de aanvraag geen aanknopingspunten bood voor verder onderzoek naar mogelijke achtergehouden informatie. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat zij geen gelijk kreeg en ook geen griffierecht of proceskosten vergoed kreeg. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze mondelinge uitspraak.