ECLI:NL:RBROT:2025:7999
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een verzoek om voorlopige voorziening inzake beëindiging parkeerabonnement
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 8 juli 2025, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker, die zijn parkeerabonnement beëindigd zag, behandeld. De verzoeker had zijn abonnement beëindigd gekregen door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, waarna hij bezwaar maakte en om een voorlopige voorziening vroeg. De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het verschuldigde griffierecht niet op tijd is betaald. De griffier had de verzoeker in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen twee weken te betalen, maar dit is niet tijdig gebeurd. De voorzieningenrechter merkt op dat, zelfs als het griffierecht op tijd was betaald, hij niet bevoegd zou zijn geweest om over het verzoek te oordelen, aangezien de beëindiging van het parkeerabonnement een privaatrechtelijke handeling betreft en geen bestuursrechtelijk besluit is. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen verontschuldiging voor het niet tijdig betalen van het griffierecht is gegeven en verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk. De verzoeker zal het betaalde griffierecht teruggestort krijgen, maar er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.