Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 180 uren.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
1. medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 13 van de Wet bodembescherming, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
2. medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 9.2.1.2. Wet milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
De verdachte is met zijn eenmanszaak tot op heden werkzaam in dezelfde sector waarbinnen de strafbare feiten hebben plaatsgevonden. Dit maakt dat de rechtbank een deel van de taakstraf voorwaardelijk zal opleggen. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
8.Vorderingen benadeelde partijen/ schadevergoedingsmaatregelen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
taakstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) uren,waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
een gedeelte, groot 60 (zestig) uren, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
60 dagen;
€ 1.555,28 (zegge: duizend vijfhonderdvijfenvijftig euro en achtentwintig cent), bestaande uit € 55,28 aan materiële schade en € 1.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 augustus 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 5] te betalen
€ 1.555,28,(hoofdsom,
zegge: duizend vijfhonderdvijfenvijftig euro en achtentwintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 augustus 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 1.555,28niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
25 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 1.500,- (zegge: duizend vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 augustus 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 6] te betalen
€ 1.500,-(hoofdsom,
zegge: duizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 augustus 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 1.500,-niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
25 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;