Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de onder 1 primair (het veroorzaken van een ongeval door zeer onvoorzichtig en onoplettend en onachtzaam te handelen waarbij dodelijke en zwaargewonde slachtoffers zijn gevallen) en onder 2 (veroorzaken van gevaar op de weg) ten laste gelegde feiten;
- ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde feit: veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vier en een half jaar met aftrek van voorarrest en veroordeling tot een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van vijf jaren;
- ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit: veroordeling van de verdachte tot een rijontzegging voor de duur van twee jaren.
4.Waardering van het bewijs
kunnenondersteunen, maar deze kunnen ook allemaal anders worden uitgelegd. Voor zover de rechtbank de rapportages van [naam 1] een ‘kerend punt’ acht in een (eventuele) bewijsmiddelenconstructie, verzoekt de verdediging (delen van) het medisch dossier van de verdachte – met toestemming van deze – toe te voegen aan het procesdossier, zodat de rechtbank zich ervan kan vergewissen dat [naam 1] in zijn rapportages te veel heeft ingelezen in de medische (voor)geschiedenis van de verdachte.
.De dag voor het bezoek aan de spoedeisende hulp had hij zijn medicatie niet genomen.
05-04-2002, 18-12-2012 en 11-07-2017 werd gezien in verband met epilepsie. Op 05-08-2021 werd verdachte gezien voor een spoedafspraak in verband met een extra recept Rivotril 2 mg. Verdachte gebruikte Rivotril 2 mg voor noodgevallen, (citaat “Ik heb het in mijn zak voor het geval ik het nodig heb, maar ik gebruik het nooit”).”
permiso de conducción(4a. 13-05-2022, 4b.
26-02-2031, categorie AM-B-BE-C1-C-C1E-CE) en een
tarjeta de conductor(4a. 09/03/2021, 4b. 09/03/2026)
.Voorts is in de onderste la van de middenconsole een pasjeshouder aangetroffen met een
tarjeta de cualificación del conductor(4a. 16/01/2022, 4b. 16/01/2027, categorie C1-C-C1E-CE).
de conducciónen houdt de datum van “26/02/2031” voor de categorieën C en EC voor onjuist.)
permiso de conducciónmet daarop onder meer de categorie CE verkregen. Uit de feiten en omstandigheden zoals hiervoor weergegeven volgt dat bij het terugkrijgen daarvan na verlies van geldigheid en de laatste verlengingen in de ‘Specificatie van het Medische Verslag’ geen registraties van ‘Aandoeningen’ of ‘Beperkingen’ bij de verdachte zijn opgenomen. Ook als juist is wat de verdachte heeft verklaard, te weten dat hij de epilepsie ooit gemeld heeft bij de dokter van het centrum voornoemd, geldt dat de kennelijk onjuiste weergave van deze informatie voor rekening en verantwoording van de verdachte komt. De verdachte wordt allereerst geacht de wet te kennen, is bekend met zijn aandoening en draagt kennis van de aanvalsmomenten vanaf 2017, die maken dat hij niet zonder meer rijgeschikt was voor categorie B en rijongeschikt was op het moment dat hij zijn rijbewijs CE verkreeg. Dat, zoals hij heeft verklaard, men in Spanje deze regel niet kent is apert onjuist.
onvoldoendegebruik van voorgeschreven anti-epileptica, welke beschuldiging andersoortig is dan de beschuldiging van het rijden onder invloed van
te veelmiddelen bestaande uit cocaïne in combinatie met anti-epileptica. In het bloed van de verdachte zijn na het ongeval therapeutische hoeveelheden Lamotrigine en Clonazepam aangetroffen. Uit wat [naam 2] heeft verklaard, volgt hooguit dat de anti-epileptica het bewustzijn en daarmee ook het rijgedrag van de verdachte hebben kunnen beïnvloeden. [naam 2] heeft geconcludeerd dat Clonazepam bij therapeutisch gebruik een licht tot matig negatieve invloed op de rijvaardigheid heeft, te vergelijken met een alcoholpromillage van 0,5 tot 0,8 mg/l. Het dossier bevat echter onvoldoende concrete informatie om te kunnen vaststellen dat de verdachte op 27 augustus 2022 onder zodanige invloed verkeerde dat hij niet meer tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht, mede nu hij dit medicijn al gedurende langere tijd gebruikte en de in zijn bloed gemeten concentratie daarvan laag was.
.
5.Strafbaarheid feiten
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood en waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht, meermalen gepleegd;
2.overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
zijnrijprobleem, ondanks herhaalde ‘waarschuwingen’ van verschillende aard niet onder ogen te zien. En daarmee heeft hij naar het oordeel van de rechtbank ook de verwijtbaarheid over de jaren laten meegroeien. Dat dit uiteindelijk in zo’n omvangrijk en tragisch verkeersongeval werkelijkheid is geworden, is buitengewoon ongelukkig en leek onvoorstelbaar, maar was dat voor de verdachte toch niet helemaal – gegeven de potentiële gevolgen van het ongecontroleerd rijden van een voertuig met het gewicht van deze vrachtwagen in een woonomgeving. Dit verkeersongeval komt daardoor in grotere mate op zijn conto dan doorgaans in het schuldstrafrecht wordt aangenomen. De rechtbank weegt dan ook de aard en de ernst van de verschillende gedragingen van de verdachte die tot het risico op het ontstaan van het verkeersongeval hebben geleid en de ernstige gevolgen die het verkeersongeval heeft gehad naar verhouding zwaar mee.
8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
€ 2.500,= aan immateriële schade.
Kamerstukken I2016/17, 34257, nr. C, p. 6. en
Kamerstukken I2017/18, 34257, nr. E, p. 5) volgt dat de wetgever teneinde – zo veel mogelijk – de pijnlijke discussie over de intensiteit van het veroorzaakte leed te (willen) voorkomen ervoor heeft gekozen om een vaste kring van personen die recht hebben op affectieschade op te nemen in artikel 6:108, vierde lid, aanhef en onder a tot en met f, BW.
€ 2.097,63 afwijzen nu daarvoor een wettelijke grondslag ontbreekt.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair en onder 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
gevangenisstraf voor de duur van 38 (achtendertig) maanden;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
5 (vijf) jaren;
niet-ontvankelijkin de vorderingen en bepaalt dat de vorderingen bij de burgerlijke rechter kunnen worden aangebracht;
€ 2.500,= (zegge: tweeëneenhalf duizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 augustus 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] per persoon te betalen
hoofdsom, zegge:
tweeëneenhalf duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 augustus 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsommen niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
35 dagenper hoofdsom; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 2.000,= (zegge: tweeduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 augustus 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 7] te betalen
€ 2.000,=(hoofdsom,
zegge: tweeduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 augustus 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
30 dagen;de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
niet-ontvankelijkin de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;