4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het
primairten laste gelegde feit heeft begaan op die wijze dat:
zij op 29 september 2022 te Rotterdam
als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurster van een motorrijtuig
(personenauto), zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten
verkeersongeval heeft plaatsgevonden door
dat zij
aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gereden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg de Slinge, en
naderende een in die weg gelegen voetgangersoversteekplaats,
- terwijl haar zicht naar voren ernstig belemmerd werd door
de laagstaande zon waardoor zij verblind werd, en
- vervolgens haar snelheid niet zodanig heeft aangepast dat zij haar voertuig tot
stilstand kon brengen binnen de afstand waarover zij de weg kon overzien en
waarover deze vrij was, en
- niet heeft opgemerkt dat een voetgangster ([slachtoffer]) bezig was op die
voetgangersoversteekplaats over te steken,
- waardoor zij is aangereden tegen die voetgangster,
waardoor die voetgangster (genaamd [slachtoffer]) zwaar lichamelijk letsel, te weten
een gecompliceerde sleutelbeenbreuk en een scheuring van de lever en een
bloeding in de buikholte en een klaplong)werd
toegebracht.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.