Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde, terwijl de schuld bestaat in roekeloosheid;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar, een taakstraf voor de duur van 180 uur met aftrek van het aantal dagen dat de verdachte in verzekering gesteld is geweest en als bijkomende straf een onvoorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 24 maanden;
- tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf in de zaak met parketnummer 10/049279-22 en tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 96/310952-21.
4.Bewijswaardering
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Vorderingen tenuitvoerlegging
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
taakstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
88 (achtentachtig) dagen;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
groot 12 (twaalf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten;
tenuitvoerleggingvan de voorwaardelijke straf van de bij vonnis van 24 juni
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk strafdeel, groot 4 maanden, van de bij vonnis van 24 juni 2022 van de kantonrechter van deze rechtbank (parketnummer 96/310952-21) aan de veroordeelde opgelegde ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen.