2.3.Bij dagvaarding van 17 mei 2024 heeft [gedaagde] een procedure tegen UltraCool aanhangig gemaakt bij de kantonrechter in deze rechtbank. Daarin heeft [gedaagde] ontruiming van de bedrijfsruimte en betaling van achterstallige huurtermijnen gevorderd. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 mei 2024 hebben UltraCool en [gedaagde] een schikking bereikt die is neergelegd in een proces-verbaal (met zaaknummer 11108302 VV EXPL 24-257). Het proces-verbaal vermeldt, voor zover van belang, het volgende:
“1. UltraCool betaalt de volgende bedragen op het rekeningnummer (…) ten name van [gedaagde]:
- 27 mei 2024 € 9.000,- met de omschrijving ‘deelbetaling 3 van 4’;
- Uiterlijk 10 juni 2024 € 9.000,- onder vermelding van 'deelbetaling 4 van 4';
- Uiterlijk 10 juni 2024 de huur voor de maand juni 2024;
- Uiterlijk 10 juli 2024 de huur voor de maand juli 2024 plus € 1.000,- ter zake kostenvergoeding;
- Uiterlijk 10 augustus 2024 de huur voor de maand augustus 2024.
2. Indien een van de hiervoor genoemde bedragen niet tijdig wordt betaald, verkeer[t] UltraCool van rechtswege in verzuim, zonder dat enige ingebrekestelling nodig is.
3. In het geval UltraCool in gebreke komt met de tijdige nakoming van een of meer van de hiervoor genoemde betalingen, heeft [gedaagde] het recht het gehuurde te doen ontruimen binnen veertien dagen nadat de ontruiming door de deurwaarder is aangezegd.
4. Vanaf september 2024 betaalt UltraCool de huurpenningen zoals in de huurovereenkomst bepaald weer uiterlijk op de eerste dag van de betreffende maand.
5. Partijen verlenen elkaar, met uitzondering van toekomstige verplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomst, finale kwijting vanaf het moment dat volledig aan het bepaalde in artikel 1 van deze overeenkomst zal zijn voldaan. (…)”