Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/261292-24 onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde en het onder parketnummer 10/291804-23 onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 359 dagen, met aftrek van voorarrest;
- oplegging van de voorwaardelijke maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: de voorwaardelijke PIJ-maatregel), met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zal meewerken aan de begeleiding door de jeugdreclassering, zich zal inspannen voor het hebben en behouden van een zinvolle dagbesteding, onderwijs zal volgen volgens zijn rooster, zal meewerken aan behandeling bij Fivoor, zich zal houden aan een avondklok zo lang de jeugdreclassering dit nodig acht, en zich zal houden aan een contactverbod met de slachtoffers en een locatieverbod voor de [locatie] (met een straal van 1 kilometer rondom dit adres);
- met opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
4.Waardering van het bewijs
deandere deelnemer aan het misdrijf de vlucht mogelijk te maken, door
5.Strafbaarheid feiten
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
poging tot diefstal, vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf de vlucht mogelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregel
14 maart 2025, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
€ 1.500,00. Bij het vaststellen van de hoogte van dit bedrag heeft de rechtbank ook gelet op uitspraken die door andere rechters zijn gedaan.
€ 1.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld. De verdachte moet de [benadeelde partij 2] een schadevergoeding betalen van € 1.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht. Gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte zal geen gijzeling worden toegepast.
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
voor de duur van 300 (driehonderd) dagen;
maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaren;
€ 1.500,00 (zegge: vijftienhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 augustus 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de [benadeelde partij 1] te betalen
€ 1.500,00(hoofdsom,
zegge: vijftienhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 augustus 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
€ 1.500,00 (zegge: vijftienhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 augustus 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de [benadeelde partij 2] te betalen
€ 1.500,00(hoofdsom,
zegge: vijftienhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
7 augustus 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;