Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoeker;
- de heer A. van Es, werkzaam bij Geldplein, schuldhulpverlening.
Rechtbank Rotterdam
Op 2 april 2025 heeft verzoeker een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Tijdens de zitting op 3 juli 2025 zijn verzoeker en de heer A. van Es, werkzaam bij Geldplein, gehoord. Verzoeker ontvangt een Participatiewet-uitkering van € 912,99 per maand en zorgtoeslag van € 131,00 per maand. Zijn schuldenlast bedraagt € 19.920,57, maar deze is niet volledig vastgesteld omdat de Belastingdienst geen schuldenopgave heeft kunnen doen. Verzoeker is ex-ondernemer en heeft in 2021 en 2022 geen aangifte omzetbelasting gedaan, waardoor er geen aanbod aan schuldeisers kon worden gedaan. De rechtbank oordeelt dat het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling alleen wordt toegewezen als voldoende aannemelijk is dat verzoeker de verplichtingen zal nakomen. De rechtbank concludeert dat dit in dit geval niet aannemelijk is, omdat verzoeker niet fulltime werkt en geen sollicitaties heeft overgelegd. Hij heeft wel een afsprakenplan van de gemeente Rotterdam overgelegd, maar zijn prioriteit ligt bij het vinden van een woning. De rechtbank oordeelt dat verzoeker geen saneringsgezinde houding heeft getoond en dat hij onvoldoende inspanning zal leveren om baten voor de boedel te verwerven. Daarom wordt het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. De rechtbank wijst het verzoek af en merkt op dat er mogelijk andere feiten zijn die ook tot afwijzing leiden.