Op 14 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, die onder beschermingsbewind staat, een verzoek heeft ingediend om een voorlopige voorziening ex artikel 287b van de Faillissementswet. Verzoekster vroeg om een moratorium van zes maanden om te voorkomen dat verweerster, de verhuurder, overgaat tot ontruiming van haar huurwoning. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster in staat is om de huurtermijnen tijdig te voldoen, ondanks een eerdere betalingsachterstand. De huurtermijnen van juni en juli 2025 zijn inmiddels betaald, en verzoekster heeft een inkomen uit arbeid. De rechtbank oordeelde dat er sprake is van een bedreigende situatie, gezien de aankondiging van ontruiming door verweerster. De rechtbank heeft de tenuitvoerlegging van het vonnis tot ontruiming opgeschort voor de duur van zes maanden, met de voorwaarde dat de huurtermijnen tijdig worden voldaan. Tevens is verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar kan zij in de toekomst een nieuw verzoek indienen.