ECLI:NL:RBROT:2025:8708

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 juli 2025
Publicatiedatum
17 juli 2025
Zaaknummer
C/10/678774 / HA RK 24-436
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van het verzoek tot voorlopig deskundigenbericht en proceskostenveroordeling in civiele procedure

Op 17 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak tussen ECORUS PROJECTS B.V. en ZONNEPARK DE WILDERT B.V. In deze procedure heeft Ecorus haar verzoek tot het gelasten van een voorlopig deskundigenbericht ingetrokken. Ecorus verzocht de rechtbank om de proceskosten tussen partijen te compenseren. De Wildert, de verweerster, verzocht de rechtbank om Ecorus te veroordelen in de werkelijke proceskosten van de procedure, waarvan de omvang nog nader moest worden bepaald. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat zij bij een veroordeling in de proceskosten niet gebonden is aan het Liquidatietarief en dat een veroordeling in de werkelijk gemaakte proceskosten alleen mogelijk is in buitengewone omstandigheden, zoals misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. De rechtbank oordeelde dat in deze zaak geen sprake was van dergelijke omstandigheden en heeft daarom Ecorus niet veroordeeld in de werkelijke proceskosten van De Wildert. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien om een proceskostenveroordeling uit te spreken, aangezien De Wildert had aangegeven af te zien van een dergelijke veroordeling als er geen werkelijke proceskostenveroordeling werd uitgesproken. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. P. de Bruin.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/678774 / HA RK 24-436
Beschikking van 17 juli 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ECORUS PROJECTS B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
verzoekster,
advocaat mr. J.P.F.W. van Eijck te Eindhoven,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZONNEPARK DE WILDERT B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
verweerster,
advocaat mr. R.J. van Agteren te Amsterdam.
Partijen worden hierna genoemd Ecorus en De Wildert.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de tussenbeschikking van 1 mei 2025, en de daarin genoemde stukken;
- het bericht van Ecorus van 16 mei 2025;
- het bericht van De Wildert van 20 mei 2025 en haar akte van 29 mei 2025, met producties 10 tot en met 13;
- de akte van De Wildert van 27 mei 2025, met producties 26 tot en met 30;
- het bericht van Ecorus van 30 juni 2025;
- het bericht van de rechtbank van 7 juli 2025;
- het bericht van De Wildert van 9 juli 2025.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Op 30 juni 2025 heeft Ecorus haar verzoek tot het gelasten van een voorlopig deskundigenbericht ingetrokken. Ecorus verzoekt de proceskosten tussen partijen te compenseren. Ingeval de rechtbank tot veroordeling van Ecorus in de proceskosten van De Wildert komt, kan Ecorus zich erin vinden als dit conform het Liquidatietarief is.
2.2.
De Wildert verzoekt de rechtbank om Ecorus te veroordelen in de werkelijke proceskosten van deze procedure, waarvan de omvang nog nader is te bepalen. De Wildert wil ter onderbouwing daarvan een nadere akte nemen. De Wildert verzoekt de rechtbank, ingeval de rechtbank van oordeel is dat de onderhavige procedure zich niet leent voor een oordeel over de werkelijke proceskosten, hierover niet te beslissen opdat De Wildert dit in een door Ecorus aangezegde bodemprocedure in reconventie kan vorderen.
2.3.
De rechtbank stelt voorop dat zij bij een veroordeling in de proceskosten op grond van artikel 289 Rv niet is gebonden aan het Liquidatietarief. Voor een veroordeling in de werkelijk gemaakte proceskosten is alleen plaats in buitengewone omstandigheden. Daarbij moet worden gedacht aan misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Bij het aannemen hiervan moet de rechtbank terughoudendheid betrachten, mede gelet op het recht op toegang tot de rechter dat wordt gewaarborgd door artikel 6 EVRM.
2.4.
De rechtbank heeft in de tussenbeschikking van 1 mei 2025 geoordeeld dat het verzoek van Ecorus toewijsbaar is. In dat oordeel ligt besloten dat geen sprake is van de hiervoor genoemde buitengewone omstandigheden. Ecorus wordt dan ook niet in de werkelijke proceskosten van De Wildert veroordeeld. De Wildert wordt alleen al daarom niet in de gelegenheid gesteld tot het nemen van een nadere akte.
2.5.
Ecorus is deze procedure gestart. Zij heeft haar verzoek ingetrokken nadat de mondelinge behandeling had plaatsgevonden, partijen akten hadden genomen en de rechtbank een beschikking had gegeven. Dat zou, in beginsel, leiden tot haar veroordeling in de proceskosten (inclusief nakosten) van De Wildert. De Wildert heeft echter laten weten af te zien van een dergelijke veroordeling, in het geval er geen werkelijke proceskostenveroordeling wordt uitgesproken. In die situatie ziet de rechtbank geen aanleiding om gebruik te maken van de, ambtshalve, bevoegdheid om een proceskostenveroordeling uit te spreken. Datzelfde geldt voor een beslissing dat de proceskosten worden gecompenseerd

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verstaat dat het verzoek is ingetrokken.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 17 juli 2025. [3718/2009]