ECLI:NL:RBROT:2025:8744
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Toestemming voor verkoop van onroerende zaak in kort geding na ontbinding huwelijksgoederengemeenschap
In deze zaak, die op 20 juni 2025 werd behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.P. Kloppenburg, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet verschenen is. De eiser, die de Nederlandse nationaliteit heeft, is sinds januari 2021 eigenaar van een woning in [plaats 2] en heeft deze recent verkocht voor € 495.000,00. Echter, hij kwam erachter dat de woning mogelijk deel uitmaakt van een ontbonden, maar nog niet verdeelde, huwelijksgoederengemeenschap met gedaagde, die de Chinese nationaliteit heeft. Eiser vordert toestemming om de woning te verkopen en te leveren, omdat hij vreest dat de kopers bij niet-nakoming van de koopovereenkomst schadevergoeding en boetes zullen eisen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de procedure bevoegd is, aangezien het gaat om een onroerende zaak in Nederland en Nederlands recht van toepassing is. De rechter verleent verstek tegen gedaagde, die niet is verschenen. De voorzieningenrechter oordeelt dat er voldoende aannemelijkheid is dat gedaagde niet benadeeld wordt door de verkoop van de woning, omdat deze voor een reële prijs wordt verkocht. De vordering van eiser wordt toegewezen, en de voorzieningenrechter verleent vervangende toestemming voor de verkoop en levering van de woning, waarbij het vonnis dezelfde kracht heeft als de vereiste wilsverklaring van gedaagde. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.