ECLI:NL:RBROT:2025:8770

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 juli 2025
Publicatiedatum
17 juli 2025
Zaaknummer
10/037240-25
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zedenzaak met minderjarige verdachte en slachtoffer via Snapchat

In deze zedenzaak heeft de rechtbank Rotterdam op 1 juli 2025 uitspraak gedaan tegen een dertienjarige verdachte die via Snapchat in contact is gekomen met een negenjarig slachtoffer. De verdachte heeft het slachtoffer aangestuurd tot het versturen van naaktfoto's en heeft zelf ook een seksuele foto naar het slachtoffer gestuurd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 40 uur. De ouders van de verdachte zijn veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 1.000,- aan het slachtoffer. De zaak werd behandeld in een besloten zitting op 17 juni 2025, waarbij de officier van justitie een jeugddetentie eiste. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de feiten ernstig zijn, de jonge leeftijd van de verdachte en zijn sociaal-emotionele ontwikkeling in aanmerking moeten worden genomen. De rechtbank heeft besloten om een voorwaardelijke taakstraf op te leggen in plaats van jeugddetentie, omdat de inbreuk op de lichamelijke integriteit niet als ernstig genoeg werd beschouwd onder de nieuwe wetgeving. De benadeelde partij, het slachtoffer, heeft een schadevergoeding gevorderd, maar de rechtbank heeft de ouders van de verdachte veroordeeld tot betaling van € 1.000,- aan immateriële schade, met wettelijke rente vanaf 1 december 2024. De vordering voor het overige werd niet-ontvankelijk verklaard.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummer: 10/037240-25
Datum uitspraak: 1 juli 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 2010,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [postcode] te [plaats] ,
raadsvrouw mr. T. Sandrk, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 17 juni 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M.L. Goudzwaard heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 33 dagen met aftrek

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1, 2 en 3 laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij op 1 december 2024 te [plaats] , met een kind beneden de leeftijd van twaalf
jaren, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2015, seksuele
handeling heeft verricht, te weten
- het op verzoek van verdachte openen van de vagina van die [slachtoffer] door die
[slachtoffer] , waarbij die [slachtoffer] de camera van haar telefoon dichtbij haar
vagina hield;
2
hij op 1 december 2024 te [plaats] , een kind beneden de leeftijd van zestien
jaren, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2015, getuige heeft doen zijn
van een visuele weergave van seksuele aard
op een wijze die schadelijk te achten was voor
kinderen beneden de leeftijd van zestien jaren, door die [slachtoffer] een
foto van zijn, verdachtes, stijve penis te sturen middels de applicatie Snapchat;
3
hij op 1 december 2024 te [plaats] , een kind beneden de leeftijd van zestien
jaren, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2015, indringend schriftelijk
seksueel heeft benaderd
op een wijze die schadelijk te achten was voor kinderen beneden de leeftijd van
zestien jaren, door die [slachtoffer] middels de applicatie Snapchat herhaaldelijk
te vragen:
- een naaktfoto te sturen aan verdachte;
- een foto van haar vagina te sturen met haar camera op nabije afstand;
- haar vagina open te maken en daarvan een foto te sturen aan verdachte;
- een foto van haar vagina te sturen aan verdachte.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1:
aanranding in de leeftijdscategorie beneden twaalf jaren
2:
een kind beneden de leeftijd van zestien jaren getuige doen zijn van een visuele weergave van seksuele aard op een wijze die schadelijk te achten is voor kinderen beneden de leeftijd van zestien jaren
3:
indringend schriftelijk seksueel benaderen van een kind beneden de leeftijd van zestien jaren op een wijze die schadelijk te achten is voor kinderen beneden de leeftijd van zestien jaren
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte is op dertienjarige leeftijd via Snapchat in contact gekomen met het negenjarige slachtoffer, waarbij de verdachte het slachtoffer heeft aangestuurd tot het versturen van naaktfoto’s met expliciete seksuele handelingen. De verdachte heeft daarbij ook een foto van zichzelf van seksuele aard gedeeld met het slachtoffer. Hoewel de verdachte zelf ook nog erg jong was en de gevolgen van zijn handelen misschien niet volledig kon overzien, leidt de rechtbank uit het handelen van de verdachte wel af dat hij wist dat wat hij deed niet mocht. Hij heeft er immers bewust voor gekozen om een andere naam en een ander adres te geven aan het slachtoffer en heeft haar tips gegeven om ervoor te zorgen dat zij niet zou worden betrapt door haar moeder. De rechtbank neemt het de verdachte kwalijk dat hij door zo te handelen een inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van het minderjarige slachtoffer. Dit soort feiten brengen aan minderjarigen, die nog aan het begin van hun seksuele ontwikkeling staan, schade toe.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 22 april 2025, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportage
De Raad voor de Kinderbeschermingheeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 5 juni 2025. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Er zijn zorgen over de sociaal-emotionele ontwikkeling van de verdachte. Uit onderzoek van Neuroscan komt naar voren dat hij sociaal-emotioneel functioneert op de ontwikkelleeftijd van ongeveer acht jaar oud. Hij functioneert op laaggemiddeld niveau, waarbij met name zijn verwerkingssnelheid een aandachtspunt is.
Er zijn sinds het voorval door de ouders en school geen zorgen geconstateerd over seksueel grensoverschrijdend gedrag van de verdachte. Ook uit de afgenomen seksualiteitsvragenlijst komen geen zorgelijke signalen naar voren. De verdachte lijkt een adequaat beeld te hebben van seksualiteit, waarin hij zich respectvol uitspreekt over meisjes, hij nog weinig interesse lijkt te hebben en zich bewust is dat, als hij hieraan toe is, er bij beide partijen sprake dient te zijn van consent. Zowel de ouders als Neuroscan zijn van mening dat de verdachte onvoldoende in staat is geweest om de situatie rondom het sturen van foto's op Snapchat goed te overzien en in te schatten. De verdachte en zijn ouders zijn enorm geschrokken van onderhavig delict en ondervinden nog altijd veel spanning, stress en schaamte door huidig strafproces. Het hele proces heeft zeer grote impact gehad en een zodanig leereffect opgeleverd dat de kans op recidive laag wordt ingeschat.
Het door ouders ingezette traject binnen Neuroscan lijkt navolgbaar en passend. Er wordt daarom, zonder voorbij te gaan aan de ernst van het ten laste gelegde, vanuit pedagogisch oogpunt op dit moment geen meerwaarde gezien in het opleggen van een straf. Geadviseerd wordt daarom om de verdachte geen straf of maatregel op te leggen.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een jeugddetentie. Gelet op de jonge leeftijd van de verdachte en de achterstand in zijn sociaal-emotionele ontwikkeling acht de rechtbank een jeugddetentie echter niet passend. De rechtbank acht het ook niet passend om de verdachte geen straf of maatregel op te leggen, zoals de Raad heeft geadviseerd, omdat dit geen recht doet aan de aard en de ernst van de feiten.
Daarbij komt dat het algehele taakstrafverbod, zoals dat eerder gold voor jeugdige plegers van kinderpornografische delicten, niet meer geldt. Met de Wet seksuele misdrijven van 20 maart 2024 is artikel 77ma van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) gewijzigd, zodat de rechter onder omstandigheden de mogelijkheid heeft om voor deze delicten (uitsluitend) een taakstraf op te leggen. Het taakstrafverbod is alleen van toepassing indien het feit een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Hoewel er in de onderhavige zaak wel degelijk sprake is van een inbreuk op de lichamelijke integriteit, is de rechtbank van oordeel dat deze inbreuk niet als ernstig in de zin van 77ma Sr is aan te merken.
Alles afwegend zal de rechtbank een voorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf van na te noemen duur opleggen.

8.Vordering benadeelde partij

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd, [slachtoffer] , ter zake van de onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten.
De benadeelde partij vordert een bedrag van € 2.500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.1.
Standpunt officier van justitie en standpunt verdediging
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij toe te wijzen tot een bedrag dat de rechtbank passend acht. Omdat de verdachte jonger is dan veertien jaar, is het niet mogelijk om de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De verdediging heeft verzocht om het gevorderde bedrag aan immateriële schade af te wijzen, omdat deze onvoldoende is onderbouwd. Subsidiair is verzocht het bedrag te matigen.
8.2.
Beoordeling
De rechtbank overweegt allereerst dat de vordering betrekking heeft op een gedraging van een verdachte die ten tijde van het bewezenverklaarde feit de leeftijd van veertien jaar nog niet had bereikt. In verband met de leeftijd van de verdachte ten tijde van het bewezenverklaarde feit wordt de vordering ingevolge artikel 51g lid 4 van het Wetboek van Strafvordering, geacht te zijn ingediend tegen de ouders van de verdachte. Voor zover er schade, die het rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde feit, voor vergoeding in aanmerking komt, zal dus niet de verdachte zelf maar in dit geval de ouders worden veroordeeld tot betaling daarvan.
De rechtbank overweegt vervolgens dat door het strafbare handelen van de verdachte er rechtstreeks immateriële schade is toegebracht aan de benadeelde partij. Op grond van de aard en de ernst van de normschending en de gevolgen die de benadeelde partij daarvan heeft ondervonden is aannemelijk dat er schade is geleden door aantasting van de persoon van het slachtoffer ‘op andere wijze’ als bedoeld in artikel 6:106 aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek. Uit de onderbouwing van de vordering en de ter terechtzitting voorgelezen slachtofferverklaring blijkt immers dat de benadeelde partij sinds wat er is gebeurd, kampt met woedeaanvallen en driftbuien. Haar boosheid wordt versterkt doordat zij nu extra in de gaten gehouden wordt, waardoor zij minder vrijheden heeft.
De immateriële schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 1.000,-.
De vordering zal voor het overig verzochte niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 1 december 2024.
Nu de vordering van de benadeelde partij deels zal worden toegewezen, zullen de ouders van de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.3.
Conclusie
De ouders van de verdachte moeten de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 1.000,-.
Omdat de wet niet de mogelijkheid biedt een schadevergoedingsmaatregel op te leggen ten laste van ouders van een minderjarige, die ten tijde van het tenlastegelegde feit jonger was dan 14 jaar, zal de schadevergoedingsmaatregel niet worden opgelegd.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 77a, 77g, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77gg, 249 en 251 Sr.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
legt de verdachte een taakstraf op, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren,subsidiair 20 dagen vervangende jeugddetentie;
bepaalt dat deze taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten wegens niet nakoming van de algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
stelt de proeftijd vast op
2 (twee) jaren;
veroordeelt de ouders van de verdachte om, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan de benadeelde partij [slachtoffer] te betalen een bedrag van
€ 1.000,- (zegge: duizend euro)aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 december 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de ouders van de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. W.J. Loorbach, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. J.S. van den Berge en R. van den Wildenberg, rechters,
in tegenwoordigheid van E.M.P. van de Kamp, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 juli 2025.
De oudste rechter, de jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op 1 december 2024 te [plaats] , met een kind beneden de leeftijd van twaalf
jaren, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2015, een of meer seksuele
handelingen heeft verricht, te weten
- het op verzoek van verdachte openen van de vagina van die [slachtoffer] door die
[slachtoffer] , waarbij die [slachtoffer] de camera van haar telefoon dichtbij haar
vagina hield;
2
hij op 1 december 2024 te [plaats] , een kind beneden de leeftijd van zestien
jaren, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2015, getuige heeft doen zijn
van een handeling en/of een visuele weergave van seksuele aard en/of met een
onmiskenbaar seksuele strekking op een wijze die schadelijk te achten was voor
kinderen beneden de leeftijd van zestien jaren, door die [slachtoffer] een
foto van zijn, verdachtes, stijve penis te sturen middels de applicatie Snapchat;
3
hij op 1 december 2024 te [plaats] , een kind beneden de leeftijd van zestien
jaren, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2015, indringend schriftelijk
seksueel heeft benaderd
op een wijze die schadelijk te achten was voor kinderen beneden de leeftijd van
zestien jaren, door die [slachtoffer] middels de applicatie Snapchat herhaaldelijk
te vragen:
- een naaktfoto te sturen aan verdachte;
- een foto van haar vagina te sturen met haar camera op nabije afstand;
- haar vagina open te maken en daarvan een foto te sturen aan verdachte;
- een foto van haar vagina te sturen aan verdachte.