Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- de tussenbeschikking (C/10/692196) van de kinderrechter in deze rechtbank van 11 februari 2025 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de tussenbeschikking (C/10/692260) van de kinderrechter in deze rechtbank van 28 maart 2025 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de briefrapportage van de GI, ontvangen op 18 april 2025;
- het verweerschrift namens de moeder van 30 april 2025;
- de rapporten van 3 maart 2025 van het Kennis- en servicecentrum voor diagnostiek, het KSCD, ingediend door de GI, ontvangen op 1 mei 2025.
- de moeder met haar advocaat;
- de vader;
2.De feiten
3.De (aangehouden) verzoeken
4.De standpunten
5.De informatie
6.De beoordeling
7.De beslissing
1 oktober 2025 pro forma;
mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. A.L. Bottse als griffier, en op schrift gesteld op 26 mei 2025.
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.