Op 18 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de minister van Financiën, met zaaknummer ROT 24/6513. Eiseres, een gedupeerden in de toeslagenaffaire, had een aanvraag ingediend voor de overname van een geldschuld van € 3.136,44 op basis van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). De minister heeft deze aanvraag afgewezen, omdat de schuld zou zijn ontstaan voor 1 januari 2006. Eiseres betwistte dit en stelde dat de schuld in 2008 was ontstaan en dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd was. De rechtbank oordeelde dat de minister de aanvraag terecht had afgewezen, omdat de verplichting van eiseres om de schade van de verhuurder te vergoeden al voor 1 januari 2006 was ontstaan. De rechtbank concludeerde dat de beroepsgronden van eiseres niet slagen en dat er geen aanleiding was om de hardheidsclausule toe te passen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten.