Op 10 juli 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2013, bij haar overgrootoma. De gecertificeerde instelling William Schrikker Jeugdbescherming & Jeugdreclassering heeft op 27 mei 2025 een verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen voor de duur van een jaar. Tijdens de zitting op 10 juli 2025, die achter gesloten deuren plaatsvond, waren de moeder, haar advocaat en de overgrootoma aanwezig. De kinderrechter heeft de minderjarige de gelegenheid gegeven om haar verhaal te doen, wat door de aanwezigen is gehoord en besproken.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag en de minderjarige verblijft momenteel bij de overgrootoma. Eerder, op 18 juli 2024, heeft de kinderrechter de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing al verlengd tot 22 juli 2025. De GI heeft het verzoek ter zitting gewijzigd, waarbij de machtiging tot uithuisplaatsing bij de overgrootoma is verzocht in plaats van bij de ouder zonder gezag. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder nog stappen moet zetten om haar situatie te verbeteren, waaronder het afronden van taakstraffen en het stoppen met middelengebruik.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk zijn voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 22 juli 2026 en de machtiging tot uithuisplaatsing bij de overgrootoma eveneens verlengd tot die datum. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.