ECLI:NL:RBROT:2025:8871

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 juni 2025
Publicatiedatum
21 juli 2025
Zaaknummer
C/10/672737 / HA ZA 24-103
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade door onzorgvuldig handelen bij raketboring voor glasvezelkabel

In deze zaak vordert Lambert Kozijnen B.V. schadevergoeding van Selecta Infrastructuur B.V. wegens schade die is ontstaan tijdens een raketboring voor de aanleg van een glasvezelkabel. Op 2 juli 2021 heeft Selecta een raketboring uitgevoerd, waarbij een elektriciteitskabel van Stedin is geraakt, wat heeft geleid tot schade voor Lambert. Lambert stelt dat Selecta onzorgvuldig heeft gehandeld door onvoldoende maatregelen te nemen om schade aan ondergrondse kabels te voorkomen. Selecta betwist dit en stelt dat zij zich aan de geldende regelgeving heeft gehouden. De rechtbank oordeelt dat Selecta haar zorgplicht heeft geschonden door niet de vereiste afstand van 1,5 meter aan te houden bij de raketboring, zoals voorgeschreven door de CROW 500. De rechtbank wijst de vorderingen van Lambert toe, inclusief schadevergoeding van € 26.649,45, buitengerechtelijke incassokosten van € 1.041,50 en proceskosten van € 5.157,22. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/672737 / HA ZA 24-103
Vonnis van 25 juni 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LAMBERT KOZIJNEN B.V.,
gevestigd te Oude-Tonge,
eiseres,
advocaat mr. J.M. van der Wulp te Middelharnis,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SELECTA INFRASTRUCTUUR B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
advocaat mr. H.A. Bravenboer te Rotterdam.
Partijen worden hierna Lambert en Selecta genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 15 januari 2024, met producties 1 tot en met 8;
  • de conclusie van antwoord, met producties A tot en met C;
  • de oproepingsbrief van 4 januari 2024;
  • de zittingsagenda van 15 mei 2024;
  • de aanvullende productie 9 van Lambert;
  • de aanvullende productie D van Selecta;
  • de mondelinge behandeling van 3 juli 2024 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde spreekaantekeningen van mr. Van der Wulp en mr. Bergshoeff (voormalig advocaat van Selecta);
  • de akte uitlaten van Selecta, met aanvullende producties 1 tot en met 9;
  • de antwoordakte van Lambert, met aanvullende producties 1 tot en met 10;
  • de akte uitlaten van Selecta.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Lambert is een onderneming die zich voornamelijk bezighoudt met het produceren van houten deuren, ramen en kozijnen.
2.2.
Selecta is een aannemingsbedrijf dat montage-, boor- en graafwerkzaamheden verricht. Zij richt zich voornamelijk op het aanleggen van glasvezelnetwerken.
2.3.
Op 2 juli 2021 heeft Selecta een raketboring verricht om een glasvezelkabel aan te leggen vanaf de openbare weg naar de bedrijfsruimte van Lambert. Bij een raketboring slaat een metalen buis door middel van perslucht een tunnel in de ondergrond.
2.4.
Tijdens de raketboring is een elektriciteitskabel van Stedin geraakt die onder het bedrijfsterrein van Lambert lag.
2.5.
Op 12 juli 2021 heeft Lambert Selecta aansprakelijk gesteld voor de door haar geleden schade.
2.6.
Selecta, althans haar aansprakelijkheidsverzekeraar Nationale Nederlanden, heeft de aansprakelijkheid afgewezen.
2.7.
Op 8 juni 2022 zijn Selecta en Stedin een samenwerkingsverklaring overeengekomen. In de overeenkomst is het volgende bepaald:
Doel:
Doel is om de veiligheid van uitvoerenden en omwonenden te waarborgen, schades die het gevolg kunnen zijn van de aanleg van glasvezelnetten te voorkomen en het naleven van de WIBON en bijbehorende CROW publicatie 500.
(…)
In het geval tuinboringen worden ingezet zal Selecta Infratechniek op tenminste 1 meter afstand van bestaande huisaansluitingen van Stedin boren (zie bijlage).
a. Bij het uitvoeren van de tuinboring dient er minimaal 1 meter afstand gehouden te worden t.o.v. gasleidingen en elektra-kabels tenzij de omstandigheden dit niet mogelijk maken. Dit dient dan vooraf te worden overlegd met buitendienstmedewerker Schadepreventie van Stedin.
b. Voordat een tuinboring (
bodempersluchtraket) kan worden gemaakt
moetende huisaansluitingen zijn gelokaliseerd en bekend zijn waar de nutsvoorzieningen in de woningen zijn ingevoerd.
(…)

3.Het geschil

3.1.
Lambert vordert – samengevat – om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Selecta te veroordelen tot:
betaling aan Lambert van een bedrag van € 26.649,45, te vermeerderen met de wettelijke rente;
betaling aan Lambert van een bedrag van € 1.041,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
vergoeding aan Lambert van de kosten van deze procedure.
3.2.
Selecta voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Lambert, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Lambert in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente.

4.De beoordeling

Onrechtmatig handelen Selecta

4.1.
Lambert stelt zich op het standpunt dat Selecta tijdens de uitvoering van de raketboring onzorgvuldig heeft gehandeld. Lambert legt daaraan ten grondslag dat Selecta voorafgaand aan haar werkzaamheden onvoldoende maatregelen heeft genomen om schade aan de in de grond gelegen kabels onder het terrein van Lambert te voorkomen. Het was op grond van de voor haar geldende wet- en regelgeving aan Selecta om te onderzoeken of er kabels onder de grond lagen binnen 1,5 meter van de plaats waar de grondroering zou gaan plaatsvinden. Dit heeft Selecta niet gedaan, waardoor zij de elektriciteitskabel van Stedin heeft geraakt en Lambert schade heeft geleden.
4.2.
Selecta betwist dat zij onzorgvuldig en dus onrechtmatig heeft gehandeld. Op grond van een overeenkomst met Stedin mocht Selecta op een afstand van minimaal 1 meter van andere kabels een raketboring uitvoeren. Volgens de KLIC-tekening lag de elektriciteitskabel van Stedin op een afstand van meer dan 1 meter. Selecta heeft ook bij het intredepunt van de boring aan weerszijden 1 meter ontgraven om te controleren of er kabels lagen. Dat was niet het geval. Selecta mocht de raketboring dus uitvoeren en heeft daarvoor de benodigde voorzorgsmaatregelen getroffen. Tot het treffen van nadere maatregelen was Selecta niet verplicht.
4.3.
De rechtbank overweegt als volgt. In deze zaak staat vast dat Selecta tijdens het uitvoeren van een raketboring voor het aanleggen van een glasvezelkabel een elektriciteitskabel van Stedin heeft geraakt. Als gevolg hiervan is de elektriciteitskabel beschadigd geraakt en heeft Lambert een deel van de dag geen beschikking gehad over elektriciteit. Lambert stelt hierdoor schade te hebben geleden. De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of Selecta bij het uitvoeren van de raketboring onzorgvuldig, en daarmee onrechtmatig, heeft gehandeld en zo ja, of Selecta gehouden is om de door Lambert gestelde schade te vergoeden.
4.4.
De rechtbank stelt voorop dat bij graafwerkzaamheden het gevaar bestaat dat schade ontstaat aan in de grond gelegen kabels. Daardoor kan soms aanzienlijke gevolgschade ontstaan. Zorgplichten om deze schade te voorkomen rusten volgens vaste rechtspraak op degene onder wiens verantwoordelijkheid of leiding graafwerkzaamheden worden verricht – de grondroerder, in dit geval Selecta, – en op de netbeheerder.
4.5.
Uitgangspunt bij de beoordeling zijn in de eerste plaats de verplichtingen, zoals die zijn neergelegd in de Wet Informatie-uitwisseling Bovengrondse en Ondergrondse Netten en netwerken (hierna: de WIBON). Op grond van artikel 2 lid 2 WIBON heeft de grondroerder de verplichting om de graafwerkzaamheden op een zorgvuldige wijze te verrichten. Daartoe dient hij volgens artikel 2 lid 3 WIBON ten minste ervoor te zorgen dat (a) voor aanvang van de werkzaamheden een graafmelding is gedaan, (b) onderzoek is verricht naar de precieze ligging van onderdelen van netten op de graaflocatie, en (c) dat op de graaflocatie de van de Dienst (de Dienst voor het kadaster en de openbare registers) ontvangen gebiedsinformatie aanwezig is.
Bij de invulling van de zorgplicht komt groot gewicht toe aan de Richtlijn zorgvuldig grondroeren van initiatief- tot gebruiksfase (hierna: de CROW 500). Volgens de rechtspraak van de Hoge Raad vormt de CROW 500, evenals haar voorganger de CROW 250, de weerslag van de binnen de beroepsgroep geldende opvattingen omtrent zorgvuldig handelen bij grondroerwerkzaamheden. Bij de invulling van de zorgplicht dient de rechter in beginsel dus aan te sluiten bij de CROW 500 (Hoge Raad 15 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1750).
Op grond van de CROW 500 geldt dat in bepaalde gevallen kabels moeten worden gelokaliseerd voorafgaand aan het grondroeren. Kabels die binnen het zogenaamde zoekgebied vallen moeten worden gelokaliseerd omdat er tijdens het grondroeren risico op beschadigen bestaat. Het zoekgebied in het horizontale vlak bedraagt 1,5 meter. Dit betekent dat kabels die rondom binnen een afstand van 1,5 meter liggen van het gebied waar de grond wordt geroerd (het graafprofiel), moeten worden gelokaliseerd. In het geval dat er een kabel binnen het zoekgebied van 1,5 meter wordt gevonden dan moet worden gecontroleerd of de ligging van de kabel overeenkomt met de ontvangen gebiedsinformatie. Als uit de gebiedsinformatie blijkt dat een kabel over grotere lengte binnen het zoekgebied ligt, dan moet het verloop van de kabel over de volle lengte en/of breedte van het graafprofiel worden gecontroleerd.
4.6.
Ondanks dat Selecta eerder in haar conclusie van antwoord zelf een beroep heeft gedaan op de toepasselijkheid van de CROW 500 in de onderhavige zaak, stelt Selecta zich in haar nadere akte op het standpunt dat de CROW 500 niet van toepassing is omdat de richtlijn pas na het ontstaan van de onderhavige schade van toepassing is geworden, namelijk per 1 januari 2022. Daarnaast stelt Selecta zich op het standpunt dat zij aanvullende afspraken met Stedin heeft gemaakt op grond waarvan Selecta op een afstand van minimaal 1 meter tuinboringen mag uitvoeren en dus niet de 1,5 meter die wordt genoemd in de CROW 500 hoeft aan te houden.
4.7.
Lambert stelt zich in haar antwoordakte op het standpunt dat de CROW 500 in het onderhavige geval wel van toepassing is en dat zij niet is gebonden aan een overeenkomst die is gesloten tussen Selecta en Stedin.
4.8.
De rechtbank overweegt als volgt. De CROW 500 is in werking getreden per 1 januari 2017 en is een opvolger van de CROW 250 waarin eveneens de verplichting met betrekking tot het lokaliseren van kabels is opgenomen. Ook de Hoge Raad heeft in haar eerdergenoemde arrest van 15 december 2023 de CROW 500 toegepast bij de invulling van de zorgplicht bij grondroerwerkzaamheden waarbij het ging om een schadevoorval in het najaar van 2017. In het onderhavige geval vond het schadevoorval plaats op 2 juli 2021. Ook in deze zaak is de CROW 500 dus van toepassing.
4.9.
Ten aanzien van de overeenkomst tussen Selecta en Stedin geldt het volgende. De rechtbank is het met Lambert eens dat een afspraak die Selecta met Stedin heeft gemaakt niets zegt over de relatie tussen Lambert en Selecta. Lambert is geen partij bij de bewuste overeenkomst. Selecta kan zich tegenover Lambert dan ook niet beroepen op de afspraken die zij onderling met Stedin heeft gemaakt. Bovendien is de overeenkomst ondertekend in juli 2022 terwijl het schadevoorval heeft plaatsgevonden op 2 juli 2021. De afspraken tussen Selecta en Stedin waren op het moment van het schadevoorval dus nog niet van kracht.
Daarnaast geldt dat het gaat om een overeenkomst waarin Selecta en Stedin afspraken hebben gemaakt in aanvulling op de bestaande regelgeving zoals de WIBON en de CROW 500. In de overeenkomst staat onder andere vermeld dat het doel van de overeenkomst is om de WIBON en de CROW 500 na te leven. Ook uit de overeenkomst volgt dus dat Selecta zich aan deze regelgeving moet houden. In aanvulling daarop zijn Selecta en Stedin overeengekomen dat Selecta boringen mag uitvoeren op minimaal 1 meter van bestaande elektriciteitskabels van Stedin. Deze afspraak ontslaat Selecta echter niet van haar verplichting op grond van de CROW 500 om kabels binnen een afstand van 1,5 meter van het intredepunt van de raketboring te lokaliseren. De afspraak houdt slechts in dat op een afstand van 1 meter de boring mag worden uitgevoerd. De afspraak zegt dan ook niets over de zorgplicht die op Selecta als grondroerder rust op grond van de WIBON en de CROW 500. Daarbij is in de overeenkomst bepaald dat voordat een tuinboring kan worden gemaakt, de huisaansluitingen moeten zijn gelokaliseerd. Het beroep van Selecta op de overeenkomst met Stedin snijdt dan ook om meerdere redenen geen hout.
4.10.
Voor de invulling van de zorgplicht die rustte op Selecta moet in het onderhavige geval dus worden aangesloten bij de CROW 500, op grond waarvan Selecta is gehouden om kabels die rondom, binnen een afstand van 1,5 meter liggen van het gebied waar de grond wordt geroerd, te lokaliseren.
4.11.
Gedurende de procedure twistten partijen over de werkelijke ligging van de elektriciteitskabel en de ligging volgens de KLIC-tekening en op welke afstand van de kabel de raketboring heeft plaatsgevonden. Aanvankelijk was het standpunt van Selecta dat volgens de KLIC-tekening, die niet juist bleek te zijn volgens Selecta, de elektriciteitskabel op een afstand van 4,57 meter lag vanaf het intredepunt waar de raketboring heeft plaatsgevonden. Volgens Selecta behoefde de kabel, op grond van de CROW 500 die een lokalisatieplicht bij 1,5 meter voorschrijft, dus niet te worden gelokaliseerd.
Naar aanleiding van vragen van de rechtbank op de mondelinge behandeling hebben partijen nadere aktes genomen om uiteen te zetten op welke afstand de elektriciteitskabel lag ten opzichte van (het intredepunt van) de raketboring. Selecta heeft daarbij haar standpunt herzien en aangevoerd dat de elektriciteitskabel bij de aftakking richting het pand van Lambert lag op een afstand van 1,4 meter van het intredepunt van de raketboring. De KLIC-tekening was onjuist in die zin dat de elektriciteitskabel richting het pand van Lambert op de KLIC-tekening haaks stond getekend terwijl de kabel in werkelijkheid schuin lag. Door Selecta is een proefgat gegraven waarbij aan weerszijden van het intredepunt 1 meter is ontgraven om te controleren of er een elektriciteitskabel lag. Dat was niet het geval, waardoor de raketboring mocht worden uitgevoerd.
In haar antwoordakte stelt Lambert zich op het standpunt dat de raketboring van Selecta heeft plaatsgevonden op maximaal 1,1 meter van de plaats waar de elektriciteitskabel was getekend op de KLIC-tekening en op 0,7 meter van de plaats waar de elektriciteitskabel daadwerkelijk ligt. Lambert heeft als productie 7 bij de akte een tekening van de recente inmetingen van Stedin overgelegd:
[afbeelding]
Selecta gaat in haar tweede akte niet in op de tekening en meetgegevens die door Lambert zijn overgelegd en betwist de juistheid hiervan niet. Selecta volstaat met het handhaven van de afstand van 1,4 meter en stelt overigens ook expliciet dat zij de kabel voor aanvang van de raketboring op die afstand heeft gelokaliseerd (waar zij zich bij conclusie van antwoord nog op het standpunt stelde dat zij dat helemaal niet hoefde te doen).
4.12.
De rechtbank constateert dat beide partijen – en dus ook Selecta – het standpunt innemen dat de raketboring door Selecta is verricht binnen een afstand van 1,5 meter van de ligging van de elektriciteitskabel en dat ook op de KLIC-tekening de elektriciteitskabel op een afstand van minder dan 1,5 meter was getekend ten opzichte van het intredepunt van de raketboring. Reeds hiervoor is uiteengezet dat op grond van de CROW 500 kabels die binnen 1,5 meter liggen van het gebied waar de grond wordt geroerd, moeten worden gelokaliseerd. In het onderhavige geval maakt het dus niet uit of de daadwerkelijke afstand tussen de elektriciteitskabel en het intredepunt van de raketboring 1,4 meter (zoals Selecta in tweede instantie heeft betoogd) of – nog – minder bedroeg. In beginsel rustte op grond van de CROW 500 de verplichting op Selecta om de elektriciteitskabel te lokaliseren.
4.13.
Vast staat dat Selecta de grond rondom het intredepunt van de raketboring 1 meter heeft ontgraven. Zij heeft echter niet de door de CROW 500 voorgeschreven 1,5 meter in acht genomen.
Selecta voert in dat kader aan dat de schade niet was ontstaan indien de KLIC-tekening correct was. De KLIC-tekening is volgens Selecta onjuist omdat de elektriciteitskabel op de KLIC-tekening haaks was getekend terwijl de kabel in werkelijkheid schuin lag. Op basis van de door Lambert overgelegde tekening lijkt inderdaad te kloppen dat de elektriciteitskabel in werkelijkheid schuin ligt en dat de kabel op de KLIC-tekening recht staat getekend. Dat neemt echter niet weg dat Selecta de verplichting had om kabels binnen 1,5 meter van de grondroering te lokaliseren, ongeacht de gegevens van de KLIC-tekening. Indien Selecta de grond rondom het intredepunt 1,5 meter zou hebben ontgraven dan zou zij de elektriciteitskabel zijn tegengekomen. In dat geval moet op grond van de CROW 500 worden gecontroleerd of de ligging van de kabel overeenkomt met de ontvangen gebiedsinformatie en dus met de KLIC-tekening. Daarbij moet de kabel over de volle lengte en/of breedte van het graafprofiel worden gecontroleerd op het moment dat blijkt dat de kabel over grotere lengte binnen het zoekgebied ligt. Indien Selecta de elektriciteitskabel over de gehele lengte had gecontroleerd dan had zij kunnen ontdekken dat de daadwerkelijke ligging van de kabel van de KLIC-tekening afweek en dat de kabel in werkelijkheid schuin liep in plaats van recht. Een schuine ligging van de elektriciteitskabel lag overigens ook meer voor de hand dan een haakse ligging, omdat de baan richting de meterkast waar de kabel zou moeten uitkomen eveneens schuin was. Dit in combinatie met het feit dat het ging om een lange afstand van de boring (het ging immers niet om een gebruikelijke tuinboring bij een woning) had voor Selecta juist een reden moeten zijn om de elektriciteitskabel te lokaliseren alvorens de raketboring uit te voeren.
4.14.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Selecta ter zake van de onderhavige graafwerkzaamheden de op haar als grondroerder rustende zorgplicht heeft geschonden, waarmee zij onrechtmatig heeft gehandeld en daarom aansprakelijk is voor de door Lambert geleden schade als gevolg van het handelen van Selecta.
Schade
4.15.
Lambert stelt als gevolg van de stroomuitval schade te hebben geleden. Lambert stelt dat de fabriek van 7:30 uur tot 14:30 uur heeft stilgelegen en dat er in die tijd dus geen werkzaamheden konden worden verricht. Lambert heeft haar schade onderbouwd met een berekening van Visser & Visser Accountants. De schade van Lambert bestaat uit bedrijfsschade, gebaseerd op de brutowinstmethode per dag, ter hoogte van een bedrag van € 22.145,70, kosten die Lambert direct na het schadevoorval heeft gemaakt ter hoogte van een bedrag van € 3.903,75 en kosten van de schadeberekening ter hoogte van een bedrag van € 600,00. De kosten die Lambert na het schadevoorval heeft moeten maken bestaan uit de aanschaf van een aansturingskaart en een lader van een machine die kapot is gegaan door de stroomuitval en een bouwlamp.
4.16.
Selecta betwist dat de stroom van 7:30 uur tot 14:30 uur is uitgevallen. Volgens Selecta betrof dit een kortere duur. Daarnaast betwist Selecta de omvang van de door Lambert gestelde schade. Lambert heeft slechts productieverlies geleden en geen blijvend omzetverlies. Het productieverlies kan worden ingehaald door het maken van overuren. Selecta betwist ook dat Lambert kosten heeft moeten maken ten gevolge van de stroomuitval. Daarnaast had Lambert gebruik kunnen maken van de energie
vanuit haar zonnepanelen.
4.17.
De rechtbank overweegt als volgt. Op de mondelinge behandeling heeft de rechtbank samen met partijen naar de gegevens van de meterstanden van de stroommeter gekeken. De rechtbank is op basis daarvan tot de conclusie gekomen dat Lambert vanaf 7:45 uur tot 14:30 uur geen beschikking had over stroom. Lambert heeft daaraan toegevoegd dat er normaliter tot 15:30 uur wordt gewerkt, maar dat zij het laatste uur bezig is geweest om de machines weer gereed te maken voor productie. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Lambert hiermee voldoende onderbouwd dat zij een gehele werkdag geen werkzaamheden heeft kunnen verrichten. Ten aanzien van de eventuele mogelijkheid om het pand van Lambert te voorzien van stroom door middel van haar zonnepanelen geldt dat Lambert heeft uitgelegd dat bij een stroomuitval ook de zonnepanelen uitvallen. Dit komt de rechtbank niet onbegrijpelijk voor.
Daarnaast heeft Lambert op de mondelinge behandeling uitgelegd dat Lambert werkt op basis van opdrachten van klanten en dat er geen voorraad wordt gemaakt. Lambert heeft op 2 juli 2021 dus geen opdrachten kunnen uitvoeren. Het is voor Lambert niet mogelijk om de gemiste uren in te halen door middel van overwerken. Niet alle medewerkers zijn daartoe bereid en het is voor de productie juist van belang dat alle medewerkers aanwezig zijn: de productie loopt als het ware als een treintje, aldus Lambert. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Lambert hiermee voldoende onderbouwd dat het werk niet kan worden ingehaald door het maken van overuren en dat deze dag als het ware moet worden beschouwd als een verloren dag voor Lambert. De rechtbank acht het bedrag van € 22.145,70, zijnde een dagomzet, dan ook toewijsbaar. Ook de kosten die Lambert heeft moeten maken direct na het schadevoorval ter hoogte van een bedrag van € 3.903,75 zijn naar het oordeel van de rechtbank toewijsbaar. Lambert heeft voldoende onderbouwd waarom zij deze kosten heeft moeten maken en dat is daarna door Selecta niet langer betwist. De kosten van de schadeberekening ter hoogte van een bedrag van € 600,00 zijn eveneens toewijsbaar. In totaal zal een bedrag van € 26.649,45 aan schadevergoeding worden toegewezen. Dit bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 juli 2021, zoals is gevorderd door Lambert en niet is betwist door Selecta.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.18.
Lambert vordert een bedrag van € 1.041,50 aan buitengerechtelijke incassokosten. Die kosten bestaan uit werkzaamheden die voorafgaand aan deze procedure zijn gemaakt. Ter onderbouwing hiervan heeft Lambert correspondentie overgelegd die zij heeft gevoerd met Selecta en Nationale Nederlanden. Selecta betwist dat er buitengerechtelijke handelingen zijn verricht die een dergelijke vergoeding rechtvaardigen.
De rechtbank maakt uit het dossier op dat Lambert voorafgaand aan de procedure correspondentie heeft gevoerd met Selecta en Nationale Nederlanden waarin zij heeft geprobeerd om haar vordering te innen. Het bedrag dat is gevorderd is daarnaast in lijn met de tarieven op grond van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Het bedrag zal dan ook worden toegewezen.
Proceskosten
4.19.
Selecta zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Lambert worden begroot op:
- dagvaarding € 125,22
- griffierecht € 2.889,00
- salaris advocaat € 1.965,00 (2,5 punten × tarief € 786,00)
- nakosten
€ 178,00(plus de verhoging zoals hieronder vermeld)
Totaal € 5.157,22
4.20.
De vordering tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad is op de wet gebaseerd en Selecta heeft er geen verweer tegen gevoerd. Die vordering zal dan ook worden toegewezen.
Tekst

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt Selecta om aan Lambert te betalen een bedrag van € 26.649,45, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag met ingang van 12 juli 2021 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Selecta om aan Lambert te betalen een bedrag van € 1.041,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag met ingang van 12 juli 2021 tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Selecta in de proceskosten, aan de zijde van Lambert tot op heden begroot op € 5.157,22, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Selecta niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Selecta € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.A. Baggerman en in het openbaar uitgesproken op 25 juni 2025.
3304/2537