Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 juni 2025, met bijlagen 1 tot en met 35;
- de mondelinge behandeling op 30 juni 2025.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 11 juli 2025, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een kort geding over de ontruiming van een woning. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R. van der Hoeff, heeft de gedaagde opgeroepen, maar deze is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 30 juni 2025. De kantonrechter heeft verstek verleend tegen de gedaagde, aangezien deze niet op de oproeping is ingegaan en alle wettelijke termijnen en regels zijn nageleefd.
Eiseres heeft in haar dagvaarding een spoedeisend belang aangevoerd, wat de voorzieningenrechter heeft erkend. De vorderingen van eiseres zijn niet ongegrond of onrechtmatig bevonden, en zijn derhalve toegewezen. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld om de woning aan [adres] in [plaats] binnen acht dagen na betekening van het vonnis te ontruimen, inclusief alle personen en zaken die zich daar bevinden. Tevens is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op een totaalbedrag van € 958,45, bestaande uit dagvaardingskosten, griffierecht, salaris voor de gemachtigde en nakosten.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde onmiddellijk moet voldoen aan de ontruimingsbevelen, ongeacht eventuele hoger beroep procedures. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P. de Bruin.