ECLI:NL:RBROT:2025:8941

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 juli 2025
Publicatiedatum
22 juli 2025
Zaaknummer
11711707 VV EXPL 25-296
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over ontruiming van een woning met verstek tegen de gedaagde

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 11 juli 2025, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een kort geding over de ontruiming van een woning. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R. van der Hoeff, heeft de gedaagde opgeroepen, maar deze is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 30 juni 2025. De kantonrechter heeft verstek verleend tegen de gedaagde, aangezien deze niet op de oproeping is ingegaan en alle wettelijke termijnen en regels zijn nageleefd.

Eiseres heeft in haar dagvaarding een spoedeisend belang aangevoerd, wat de voorzieningenrechter heeft erkend. De vorderingen van eiseres zijn niet ongegrond of onrechtmatig bevonden, en zijn derhalve toegewezen. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld om de woning aan [adres] in [plaats] binnen acht dagen na betekening van het vonnis te ontruimen, inclusief alle personen en zaken die zich daar bevinden. Tevens is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op een totaalbedrag van € 958,45, bestaande uit dagvaardingskosten, griffierecht, salaris voor de gemachtigde en nakosten.

Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde onmiddellijk moet voldoen aan de ontruimingsbevelen, ongeacht eventuele hoger beroep procedures. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P. de Bruin.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 11711707 VV EXPL 25-296
datum uitspraak: 11 juli 2025
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres],
gevestigd in [plaats] ,
eiseres,
gemachtigde: mr. R. van der Hoeff,
tegen
[gedaagde] ,
wonende in [plaats] ,
gedaagde,
die niet is verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 19 juni 2025, met bijlagen 1 tot en met 35;
  • de mondelinge behandeling op 30 juni 2025.

2.De beoordeling

2.1.
De kantonrechter verleent verstek tegen gedaagde. Gedaagde is namelijk niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling, terwijl bij zijn oproeping in deze zaak alle wettelijke termijnen en regels in acht zijn genomen.
2.2.
Het spoedeisend belang van eiseres bij haar vorderingen volgt uit haar stellingen in de dagvaarding.
2.3.
De vorderingen van eiseres komen de voorzieningenrechter niet ongegrond of onrechtmatig voor en worden om die reden toegewezen.
2.4.
Gedaagde krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van eiseres tot vandaag vast op € 145,45 aan dagvaardingskosten, € 135,00 aan griffierecht, € 543,00 aan salaris voor de gemachtigde en € 135,00 aan nakosten. Dit is in totaal € 958,45. Hier kan nog een bedrag bijkomen als dit vonnis wordt betekend.
2.5.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt gedaagde om de woning aan [adres] ( [postcode] ) in [plaats] binnen acht dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege hem bevinden en de woning met alle sleutels ter beschikking van eiseres te stellen;
3.2.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, die aan de kant van eiseres worden begroot op € 958,45;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken.
38671