ECLI:NL:RBROT:2025:8972

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 juli 2025
Publicatiedatum
22 juli 2025
Zaaknummer
C/10/692195 / HA ZA 25-32
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verklaring voor recht inzake verhaalbaarheid van een vordering op een zeeschip en verjaringsverweer

In deze zaak heeft eiseres, Aurora Marine Fuels Limited, een verklaring voor recht gevorderd dat haar vordering op de hoofdschuldenaar, Cardinal Trade SA, kan worden verhaald op het zeeschip M/V Broad Rise. Aurora heeft eerder verlof gekregen om conservatoir beslag te leggen op het schip, omdat zij een vordering van USD 910.350,-- heeft op ORS, de eigenaar van het schip. De rechtbank heeft de vordering van Aurora afgewezen, omdat de vordering volgens het Panamese recht verjaard is. De rechtbank oordeelt dat de vordering van Aurora op Cardinal alleen in Nederland op de Broad Rise verhaalbaar is als die vordering zowel op grond van het recht van het land waar het schip te boek staat als op grond van het recht dat de vordering beheerst, kan worden verhaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van Aurora op Cardinal niet meer verhaalbaar is volgens het toepasselijke Panamese recht, waardoor de vorderingen van Aurora zijn afgewezen. In reconventie heeft ORS schadevergoeding gevorderd voor de schade die zij heeft geleden door het conservatoir beslag dat op verzoek van Aurora is gelegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat Aurora risicoaansprakelijk is voor de schade die ORS heeft geleden als gevolg van het beslag en heeft Aurora veroordeeld tot vergoeding van deze schade, nader op te maken bij staat.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/692195 / HA ZA 25-32
Vonnis van 23 juli 2025
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
AURORA MARINE FUELS LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. B.J. van Egmond te Rotterdam,
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
ORIENT RISE SHIPPING LIMITED,
gevestigd te Hong Kong,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. M.M. van Leeuwen te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Aurora en ORS genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 24 oktober 2024;
  • het anticipatie-exploit van ORS van 30 december 2024;
  • de akte houdende wijziging c.q. vermeerdering van eis tevens houdende overlegging van producties (met productie-inventaris) tevens houdende rectificatie, met producties 1 tot en met 22;
  • de conclusie van antwoord en van eis in reconventie, met producties 1 tot en met 17;
  • de oproepingsbrief van 10 maart 2025;
  • de zittingsagenda van 30 april 2025;
  • de conclusie van antwoord in reconventie;
  • de akte overlegging aanvullende producties van Aurora, met producties 26 tot en met 33;
  • productie 34 van Aurora;
  • de akte overlegging producties van ORS, met producties 18 tot en met 21;
  • de mondelinge behandeling van 27 mei 2025;
  • de pleitaantekeningen van Aurora;
  • de pleitaantekeningen van ORS.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
ORS is eigenaar van het zeeschip M/V Broad Rise (hierna: de Broad Rise). In
december 2021 was de vennootschap Cardinal Trade SA (hierna: Cardinal) tijdbevrachter van het schip.
2.2.
Aurora is een wereldwijd opererende leverancier van brandstoffen en
smeermiddelen voor de maritieme industrie, een bunkerleverancier. Cardinal heeft in
december 2021 bij Aurora bunkers gekocht ten behoeve van de Broad Rise. De bunkers zijn
op 1 januari 2022 door de feitelijk leverancier Chimbusco Marine Bunker Co. Ltd (hierna:
Chimbusco) afgeleverd. Aurora heeft de factuur voor de levering voldaan aan Chimbusco. Cardinal heeft op haar beurt de factuur van Aurora voor het leveren van de bunkers
niet
voldaan.
2.3.
Op 27 augustus 2024 heeft Aurora bij de rechtbank Rotterdam verzocht
conservatoir beslag te mogen leggen op de Broad Rise. Het beslagverzoek is gericht tegen
ORS. Aurora heeft in haar verzoekschrift gesteld dat zij een vordering heeft op ORS van
USD 910.350,-- (hoofdsom), in de eerste plaats omdat ORS volgens Aurora medecontractant is bij de overeenkomst tussen Aurora en Cardinal. In de tweede plaats meent Aurora dat zij een verhaalsrecht heeft op de Broad Rise naar het op de overeenkomst toepasselijk recht en het recht van de vlaggenstaat.
2.4.
Op 3 september 2024 heeft Aurora met verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam beslag doen leggen op de Broad Rise.
2.5.
Het conservatoir beslag is op 11 september 2024 opgeheven, nadat ORS een
garantie (op basis van het Rotterdams Garantie Formulier) (hierna: de Garantie) heeft afgegeven. Op basis van de Garantie staat de West of England Shop Owners Mutual Insurance Association (hierna: de Club) garant voor betaling van de door Aurora gepretendeerde vordering op ORS.
2.6.
Bij dagvaarding van 8 november 2024 voor de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam heeft ORS – kort samengevat – primair veroordeling van Aurora gevorderd om aan de Club te bevestigen dat de Garantie is komen te vervallen en subsidiair om tegenzekerheid te stellen voor een bedrag van € 200.000,--. In het vonnis van 6 december 2024 in deze kortgedingzaak met nummer C/10/688106 KG ZA 24-1010 zijn deze vorderingen afgewezen. ORS is van dit vonnis in hoger beroep gegaan. Ten tijde van het wijzen van het onderhavige vonnis was door het hof nog geen (eind)arrest gewezen.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
Aurora vordert na eiswijziging/eisvermeerdering dat de rechtbank, voor zover mogelijk bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
Primair
A. ORS veroordeelt binnen twee dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis tot betaling aan Aurora van USD 910.350,--, te vermeerderen met contractuele rente van 3% per maand, althans een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen percentage, vanaf 31 januari 2022 tot de dag van de volledige betaling, althans vanaf de dag van de dagvaarding;
Primair, althans subsidiair
voor recht verklaart dat de vordering van Aurora op de hoofdschuldenaar Cardinal Trade SA. op grond van artikel 10:160 lid 4 juncto 10:160 lid 2 en 3 BW in Nederland kan worden verhaald op het zeeschip thans genaamd “BROAD RISE”;
voor recht verklaart dat Aurora gerechtigd is tot verhaal en incassering van haar vordering door te trekken onder de Garantie d.d. 10 september 2024, afgegeven door The West of England Ship Owners Mutual Insurance Association (Luxembourg) ten behoeve van gedaagde voor de vordering omschreven in het lichaam van de dagvaarding en de akte houdende wijziging van eis d.d. 8 januari 2025 (Productie 9);
ORS gebiedt te gehengen en te gedogen dat, althans gebiedt daaraan medewerking te verlenen, dat Aurora in Nederland verhaal neemt c.q. verhaal kan en mag nemen op het zeeschip thans genaamd “BROAD RISE” ter zake van haar vordering tot betaling van geleverde bunkers aan het m.s. “BROAD RISE” als beschreven in de dagvaarding en de akte houdende wijziging van eis d.d. 8 januari 2025;
Zowel primair als subsidiair
ORS veroordeelt in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Hieraan legt Aurora ten grondslag – kort samengevat – dat zij haar vordering op Cardinal kan verhalen op de Broad Rise op grond van een wettelijke
liennaar Amerikaans recht
3.3.
ORS voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van Aurora in haar vorderingen, althans tot afwijzing daarvan, met veroordeling van Aurora bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis in de proceskosten.
3.4.
Kort samengevat beroept ORS zich op een
non-lien noticeen betwist zij dat de vordering van Aurora op Cardinal (nog) verhaalbaar is op de Broad Rise.
in reconventie
3.5.
ORS vordert dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis Aurora veroordeelt tot vergoeding van de schade die ORS door het op 3 september 2024 op de Broad Rise gelegde beslag heeft geleden, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, met veroordeling van Aurora bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis in de proceskosten.
3.6.
Aurora voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van ORS bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis in de proceskosten.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie

ten aanzien van vordering A
4.1.
Aanvankelijk stelde Aurora zich op het standpunt dat zij niet alleen gecontracteerd had met Cardinal maar ook met ORS. Het tweede gedeelte van die stelling heeft Aurora echter al in de dagvaarding ingetrokken. Aurora is dus niet langer van mening dat ORS haar medecontractant is.
4.2.
Daarmee is de basis ontvallen aan vordering A, zodat zij zal worden afgewezen.
ten aanzien van vorderingen B-D
4.3.
Van het voor de Nederlandse rechter geldende internationaal privaatrecht maakt artikel 10:160 BW deel uit:
Indien in Nederland in geval van faillissement of van uitwinning de opbrengst van een teboekstaand schip moet worden verdeeld, wordt de vraag of, en zo ja, tot welke omvang, een daarbij geldend gemaakte vordering bestaat, beantwoord naar het recht dat die vordering beheerst.
Of een vordering als bedoeld in het voorgaande lid bevoorrecht is en welke de omvang, de rangorde en de gevolgen van dat voorrecht zijn, wordt beslist naar het recht van de staat waar het schip ten tijde van de aanvang van het faillissement of de uitwinning teboekstond. Evenwel wordt bij de bepaling van de rangorde van vorderingen slechts aan die vorderingen voorrang toegekend boven door hypotheek gedekte vorderingen, die ook naar Nederlands recht een zodanige voorrang genieten.
Aan een vordering die naar het daarop toepasselijke recht niet op het schip bevoorrecht is, wordt geen voorrang toegekend.
De leden 2 en 3 zijn van overeenkomstige toepassing op de verhaalbaarheid van een vordering op het schip.
4.4.
Het bepaalde in artikel 10:160 BW brengt mee dat de vordering van Aurora op Cardinal alleen in Nederland op de Broad Rise verhaalbaar is als die vordering zowel op grond van het recht van het land waar het schip te boek staat als op grond van het recht dat de vordering beheerst op het schip kan worden verhaald.
4.5.
Tot haar verweer voert ORS onder meer aan dat – kort samengevat en zakelijk weergegeven – het door Aurora gevorderde verjaard dan wel vervallen is volgens het op die verjaring dan wel dat verval toepasselijke recht.
4.6.
Door verjaring of verval van een rechtsvordering kan een schuldenaar niet meer worden aangesproken tot nakoming van zijn verbintenis. Die vordering is dan niet meer opeisbaar. Een verjaarde of vervallen vordering kan in dat geval dus ook niet meer verhaald worden, bijvoorbeeld op een teboekstaand schip. Geoordeeld wordt dat op het punt van verjaring of verval van een verhaalbare vordering de conflictregel van lid 2 juncto lid 4 van artikel 10:160 BW een
lex specialisis ten opzichte van de conflictregel van artikel 10:14 BW. Volgens die laatste conflictregel wordt verjaring of verval van een rechtsvordering (uitsluitend) bepaald door het recht dat van toepassing is op de rechtsverhouding waaruit die rechtsvordering is ontstaan.
4.7.
De Broad Rise stond ten tijde van de uitwinning in de zin van onderdeel 1 van artikel 10:160 BW te boek gesteld in Panama. Op grond van onderdeel 2 van artikel 10:160 BW moet de vordering van Aurora op Cardinal dus ook volgens Panamees recht verhaalbaar zijn op de Broad Rise.
4.8.
Ter onderbouwing van haar standpunt dat de vordering van Aurora op Cardinal naar Panamees recht verjaard is, wijst ORS op artikel 1651, aanhef en onderdeel 6, van de
Código de Comerciovan Panama. Dit artikel luidt als volgt:
Artículo 1651
Prescribirán en un año:
[…]
6) Las acciones nacidas de servicios, obras, provisiones o suministros de efectos o de dinero para construir, reparar, pertrechar o avituallar los buques o mantener la tripulación.
De door ORS verstrekte Engelse vertaling van dit artikel luidt als volgt:
Article 1651
The following actions will become time barred in one year:
[…]
6. The actions originated from services, provisions or supplies of things or of
money for building, repairing or supplying vessels or to maintain the crew.
Aurora heeft niet betwist dat deze verjaringstermijn gaat lopen als de vordering opeisbaar is, terwijl zij niet heeft gesteld dat de verjaring van de vordering tijdig is gestuit.
4.9.
Tussen de partijen in de onderhavige zaak, Aurora en ORS, is verder niet in geschil dat de algemene voorwaarden van Aurora deel uitmaken van haar rechtsverhouding met Cardinal. Artikel 20.1 van die algemene voorwaarden houdt een rechtskeuze in voor, kort gezegd, Amerikaans recht. Op grond van onderdeel 3 juncto onderdeel 4 van artikel 10:160 BW moet de vordering van Aurora op Cardinal dus ook volgens Amerikaans recht verhaalbaar zijn op de Broad Rise. Zie ook artikel 10:14 BW. Echter, nog daargelaten of de vordering van Aurora op Cardinal ook volgens Amerikaans recht verhaalbaar is op de Broad Rise, hetgeen door ORS wordt betwist, is die vordering, zoals volgt uit hetgeen hierboven is overwogen, in ieder geval niet meer verhaalbaar volgens het op grond van lid 2 juncto lid 4 van artikel 10:160 BW toepasselijke Panamese recht.
4.10.
Daarom zullen ook de vorderingen B-D worden afgewezen.
de proceskosten
4.11.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal Aurora worden veroordeeld in de proceskosten. Die kosten aan de zijde van ORS worden tot aan deze uitspraak begroot op:
griffierecht € 6.861,00
salaris advocaat € 7.004,00 (2 punten in liquidatietarief VII)
nakosten € 178,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 24.043,00.
in reconventie
4.12.
Aangezien er, zoals volgt uit hetgeen hierboven in conventie is geoordeeld, geen grond was voor het door Aurora ten laste van ORS gelegde conservatoir beslag van 3 september 2024, is Aurora risicoaansprakelijk ter zake van de door ORS als gevolg van het beslag geleden schade.
4.13.
De mogelijkheid dat ORS schade heeft geleden als gevolg van de beslagen is evident. De omvang van die schade kan echter nog niet worden vastgesteld. Aurora zal dan ook worden veroordeeld tot betaling van de door ORS als gevolg van het beslag geleden, nader bij staat op te maken, schade.
4.14.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal Aurora worden veroordeeld in de proceskosten. Die kosten aan de zijde van ORS worden tot aan deze uitspraak begroot op:
salaris advocaat € 307,00 (0,5 punt in liquidatietarief II)
Totaal € 307,00.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt Aurora in de proceskosten ten bedrage van € 24.043,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe; als Aurora niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Aurora € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening;
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
5.4.
veroordeelt Aurora tot vergoeding van de door ORS geleden schade die het gevolg is van het op verzoek van Aurora ten laste van ORS gelegde conservatoir beslag van 3 september 2024, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
5.5.
veroordeelt Aurora in de proceskosten ten bedrage van € 307,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe;
5.6.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.C. Santema en ondertekend en in het openbaar uitgesproken door de rolrechter op 23 juli 2025.
901/32