ECLI:NL:RBROT:2025:8992

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 juli 2025
Publicatiedatum
23 juli 2025
Zaaknummer
10/710374-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeslissing terbeschikkingstelling en verlenging van de maatregel met opdracht tot neuropsychologisch onderzoek

Op 21 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een tussenbeslissing genomen met betrekking tot de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, geboren in 1979. De rechtbank heeft de beslissing over de verlenging van de terbeschikkingstelling aangehouden voor maximaal drie maanden. Dit is gedaan om een neuropsychologisch onderzoek te laten uitvoeren, zoals geadviseerd door psychiater [naam psychiater]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ter beschikking gestelde de voorwaarden van de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging goed heeft nageleefd en stabiel heeft gefunctioneerd, ondanks enkele ingrijpende levensgebeurtenissen, zoals het overlijden van zijn moeder. De psychiater heeft geadviseerd om de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen, terwijl de reclassering adviseert om deze niet te verlengen. De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende informatie is om de vordering van de officier van justitie te beoordelen en heeft daarom het onderzoek geschorst. De rechtbank heeft de officier van justitie opgedragen een neuropsycholoog te benoemen en de reclassering om samen met de ter beschikking gestelde een concreet plan voor zijn repatriëring naar Iran uit te werken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/710374-16
Datum uitspraak: 21 juli 2025
Tussenbeslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam ter beschikking gestelde] , hierna: de ter beschikking gestelde,
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum] 1979,
verblijvende bij de [naam instelling 1] te [plaats]
op het adres: [adres] , [postcode] ,
raadsvrouw mr. M.A. Lubbers, advocaat te [plaats] .

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 24 mei 2017 is de terbeschikkingstelling van [naam ter beschikking gestelde] gelast en is zijn verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van doodslag. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 30 juni 2017.
Bij beslissing van deze rechtbank van 10 juni 2024 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met één jaar.
Bij beslissing van deze rechtbank van 21 augustus 2024 is de dwangverpleging voorwaardelijk beëindigd.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 20 mei 2025 van het Openbaar Ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling. De vereiste stukken zijn bijgevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 7 juli 2025 behandeld. De officier van justitie mr. S. Verhoek, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw, en de deskundige [naam deskundige] , als reclasseringsmedewerker werkzaam bij Reclassering Nederland, zijn gehoord.
Daarnaast heeft een nabestaande van het slachtoffer [slachtoffer] , te weten haar broer [naam nabestaande] , samen met zijn partner ter zitting gebruik gemaakt van het spreekrecht over de voorwaarden die direct de belangen van de nabestaanden raken.

3.Adviezen

Advies psychiater
Psychiater [naam psychiater] adviseert in het rapport, gedateerd 18 april 2025, de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van een psychotische stoornis, op dit moment onder invloed van medicatie volledig in remissie, en van een ernstige stoornis in het gebruik van alcohol, eveneens in langdurige remissie in een gereguleerde omgeving. Ten tijde van het indexdelict was ook sprake van depressieve klachten, vermoedelijk samenhangend met de vastgestelde psychotische stoornis. De psychiater plaatst kanttekeningen bij de door de kliniek gediagnosticeerde persoonlijkheidsstoornis en acht aannemelijk dat de door de instelling beschreven gedragskenmerken (deels) te verklaren zijn vanuit onderliggende problemen in de informatieverwerking. Dit zou passen bij de conclusie van gz-psycholoog [naam psycholoog] in 2017 dat bij de ter beschikking gestelde sprake was van een disharmonisch intelligentieprofiel. Langdurige overvraging in de sociale communicatie en het dagelijks functioneren kan volgens de psychiater hebben bijgedragen aan het ontwikkelen van stemmingsklachten, problemen in de agressieregulatie, problematisch middelengebruik en een psychotische ontregeling. Zij acht nader neuropsychologisch onderzoek noodzakelijk naar het niveau van functioneren van de ter beschikking gestelde in brede zin, om meer zicht te krijgen op het ontstaansmechanisme en mogelijk in stand houdende factoren van de aanwezige psychopathologie, om op basis daarvan de ondersteuningsbehoefte bij zijn verdere resocialisatie nader te evalueren. Niet kan worden uitgesloten dat op basis hiervan aanpassingen in het risicomanagement nodig zijn. Op dit moment wordt het recidiverisico door de langdurige abstinentie van middelen, de gemotiveerde houding van de ter beschikking gestelde om abstinent te blijven en door de geboden ondersteuning en structuur ingeschat als laag. Geadviseerd wordt om de maatregel voor de duur van één jaar te verlengen, zodat binnen dit jaar op basis van een aanvullend neuropsychologisch onderzoek het risicomanagement nader kan worden geëvalueerd.
Advies reclassering
De reclassering adviseert in het rapport, gedateerd 13 mei 2025, de terbeschikkingstelling niet te verlengen.
In juni 2024 is de ter beschikking gestelde verhuisd naar de [naam instelling 1] in [plaats] . In de periode tot januari 2025 gaf hij aan zich meer eenzaam te voelen en kampte hij met depressieve gevoelens ten gevolge van een operatie. Vanuit de [naam instelling 1] , [naam instelling 2] en de reclassering kreeg hij in februari 2025 ruimte om zijn zieke moeder intensief te verzorgen. In de tussentijd onderhield hij nauw contact met het behandelteam, omdat hij die steun als noodzakelijk ervoer. Op 29 maart 2025 is zijn moeder overleden. Door de professionele ondersteuning kon hij goed omgaan met alle emoties die dit met zich meebracht en zijn ontregelingen uitgebleven. Tijdens zijn verblijf bij Transfore en in de [naam instelling 1] hebben zich geen incidenten voorgedaan. Ook zijn de urinecontroles allemaal negatief. De ter beschikking gestelde houdt zich aan de gestelde voorwaarden. In zorg wordt het algemene recidiverisico en het risico op geweld ingeschat als laag. De ter beschikking gestelde functioneert goed bij structuur en duidelijkheid. Uit zorg en zonder toezicht zullen de risico’s op lange termijn kunnen toenemen. Die risico’s liggen met name in een toename van overvraging en stress. De reclassering heeft echter de afgelopen periode niet hoeven bijsturen of interveniëren, waardoor geadviseerd wordt de maatregel te beëindigen.
Op de terechtzitting gegeven adviezen
De deskundige [naam deskundige] heeft het advies van de reclassering op de terechtzitting toegelicht. Hij heeft – zakelijk weergegeven – onder meer verklaard dat de ter beschikking gestelde zich ondanks een moeilijke periode het afgelopen jaar goed staande heeft weten te houden. Ondanks meerdere voor hem zeer ingrijpende gebeurtenissen in zijn leven is hij stabiel blijven functioneren. De reclassering ziet daarom geen noodzaak of meerwaarde in een voortzetting van het reclasseringstoezicht. De ter beschikking gestelde is zich bewust van zijn kwetsbaarheid en geeft hij aan dat hij weet dat hij ook na beëindiging van de maatregel hulp nodig heeft. Die zal hij naar verwachting zelf kunnen vinden, ook als hij terugkeert naar Iran, zoals hij van plan is. De ter beschikking gestelde heeft daar naar eigen zeggen contact gezocht met zijn familie en zegt dat hij in zijn voormalig ouderlijk huis kan gaan wonen. Wat zijn verblijf in Nederland betreft komt de ter beschikking gestelde, als de maatregel wordt beëindigd, min of meer per direct op straat te staan en kan hij zijn huidige woonruimte niet behouden. Ervan uitgaande dat hij op korte termijn naar Iran wil vertrekken, is de verwachting dat ook geen andere organisaties gevonden kunnen worden om dit traject verder te begeleiden.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar. De officier van justitie maakt zich zorgen dat de ter beschikking gestelde bij beëindiging van de maatregel bijvoorbeeld geen slaapplek zal kunnen krijgen, waardoor stress en zorgen toenemen en hij psychisch kan ontregelen. Hij heeft verklaard dat hij van plan is om naar Iran te gaan, maar dat is te onbepaald en onbestemd. Volgens de psychiater moet aanvullend neuropsychologisch onderzoek plaatsvinden, zodat bekeken kan worden hoe verdere hulpverlening vormgegeven kan worden. Indien de rechtbank dit standpunt niet zou volgen, wordt subsidiair verzocht om de verlengingsbeslissing zo’n 4-6 maanden aan te houden ten behoeve van het geadviseerde neuropsychologisch onderzoek.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
Namens de ter beschikking gestelde heeft de raadsvrouw afwijzing van de vordering bepleit. Uit alle rapporten blijkt dat het recidiverisico laag is. Tijdens de vorige verlengingszitting is gezegd dat bekeken zou moeten worden hoe het verblijf in de [naam instelling 1] zou gaan. De ter beschikking gestelde heeft zich daar goed gered. Uit het advies van de psychiater blijkt niet waarom aanvullend onderzoek nodig is. Gz-psycholoog Wijnne zegt in de door de verdediging overgelegde brief dat een en ander al voldoende in kaart is gebracht toen hij nog onder behandeling van de kliniek was. Nieuwe onderzoeken voegen dus niets meer toe.
De ter beschikking gestelde is van plan om terug te keren naar Iran. Er is daar een psycholoog gevonden die hem verder kan begeleiden en er is ook een werkgever, zoals blijkt uit de overgelegde stukken. Verder kan hij in de woning terecht van zijn overleden vader. Hij beschikt in Iran over een sociaal netwerk. Anders dan de officier van justitie heeft gesteld, is het plan dus wel degelijk concreet. De ter beschikking gestelde wil zo snel mogelijk vertrekken, ook in de wetenschap dat het huidige hulpverlengingskader wegvalt bij beëindiging van de tbs-maatregel.

5.Beoordeling

De rechtbank dient een beslissing te nemen op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling waarvan de dwangverpleging vorig jaar voorwaardelijk is beëindigd. Bij deze beoordeling dient de rechtbank vast te stellen of nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde, en of het gevaar dat daardoor wordt veroorzaakt voor de veiligheid voor anderen dan wel de algemene veiligheid van personen (nog) eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
De rechtbank stelt vast dat de ter beschikking gestelde de aan de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging verbonden voorwaarden het afgelopen jaar goed heeft nageleefd. Ook is hij in staat gebleken om binnen de geboden structuur en met de beschikbare begeleiding stabiel te blijven functioneren ondanks enkele voor hem zeer belastende levensgebeurtenissen, zoals de ziekte en het overlijden van zijn moeder. Dit vormt voor de reclassering aanleiding voor een advies om de terbeschikkingstelling niet te verlengen. Hoewel ook volgens de psychiater sprake is van een laag recidiverisico adviseert zij een verlenging van de maatregel voor de duur van 1 jaar om nader neuropsychologisch onderzoek te laten verrichten, om het niveau van functioneren (cognitief, emotioneel en adaptief) van de ter beschikking gestelde en het risico op psychische overvraging scherper in beeld te krijgen. Zij acht dit onderzoek van belang om nader te kunnen beoordelen welke mate van ondersteuning meer structureel nodig is na afloop van de tbs-maatregel.
Gegeven de adviezen van de psychiater en de reclassering en gehoord de toelichting van de deskundige van de reclassering ter zitting, acht de rechtbank zich op dit moment onvoldoende voorgelicht om de vordering van de officier van justitie te kunnen beoordelen. De rechtbank overweegt dat ondanks de geschetste positieve ontwikkelingen, bij de ter beschikking gestelde meer structureel sprake is van een psychische kwetsbaarheid, van waaruit onder invloed van stress stemmingsklachten kunnen ontstaan en hij eerder in de periode rondom het indexdelict ook psychotisch is gedecompenseerd. Hoewel het recidiverisico op dit moment door alle betrokken deskundigen als laag wordt getaxeerd en ook in algemene zin bij partnerdoding een laag recidiverisico bestaat, acht de rechtbank met name vanwege eventuele risico’s op een nieuwe psychotische decompensatie en mogelijk daaruit voortvloeiend delictgevaar, het geadviseerde onderzoek noodzakelijk. De rechtbank betrekt in dit oordeel ook het gegeven dat ter zitting is gebleken dat de ter beschikking gestelde in geval van een beëindiging van de maatregel min of meer per direct geen woonruimte meer heeft in Nederland en ook daarnaast niet langer gebruik kan maken van het op dit moment bestaande begeleidingskader.
De rechtbank zal het onderzoek op de terechtzitting daarom schorsen tot een nader te bepalen terechtzitting binnen drie maanden na heden. Aan de officier van justitie wordt opdracht gegeven om, al dan niet via het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE), een neuropsycholoog te benoemden voor de uitvoering van het door psychiater [naam psychiater] geadviseerde onderzoek.
Gelet op het plan van de ter beschikking gestelde om na beëindiging van de tbs-maatregel terug te keren naar Iran, geeft de rechtbank daarnaast de reclassering opdracht om samen met hem meer concreet uit te werken hoe dit traject verder vorm kan krijgen en welke hulp en structuur hem daarbij kunnen worden geboden.

6.Beslissing

De rechtbank:
schorsthet onderzoek op de terechtzitting voor
maximaal drie maanden;
houdt aande beslissing over de gevorderde verlenging van de terbeschikkingstelling;
geeft opdrachtaan de officier van justitie om een deskundige te benoemen, al dan niet via het CCE, voor een neuropsychologisch onderzoek, zoals geadviseerd in het rapport van psychiater [naam psychiater] ;
geeft opdrachtaan de reclassering om samen met de ter beschikking gestelde een meer concreet plan uit te werken voor de verdere vormgeving van de repatriëring naar Iran, daaronder mede te verstaan de structuur en hulpverlenging die hem daar (op vrijwillige basis) kan worden geboden;
beveeltde oproeping van de ter beschikking gestelde, zijn raadsvrouw, de rapporteur van
de reclassering en de nabestaanden van het slachtoffer [slachtoffer] voor de nadere terechtzitting.
Deze beslissing is genomen door mr. J.M.L. van Mulbregt, voorzitter,
en mrs. L.J.M. Janssen en M. Hulshof, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.D. Schmahl, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
De oudste en de jongste rechter zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.