Uitspraak
1.Inleiding
2.Procesverloop
3.Adviezen
4.Standpunt van partijen
5.Beoordeling
6.Beslissing
2 (twee) jaar;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 juli 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die in een forensisch psychiatrische instelling verblijft. De ter beschikking gestelde, geboren in 1973, is eerder ter beschikking gesteld vanwege ernstige strafbare feiten, waaronder poging tot verkrachting en poging tot doodslag. De rechtbank heeft in het verleden de terbeschikkingstelling al meerdere keren verlengd, met de laatste verlenging op 18 juli 2023. De rechtbank ontving op 16 mei 2025 een vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, die op 7 juli 2025 werd behandeld. Tijdens de zitting zijn de ter beschikking gestelde, zijn raadsman mr. M.W. Stoet, en een deskundige gehoord. De deskundige heeft aangegeven dat de ter beschikking gestelde gediagnosticeerd is met een autismespectrumstoornis en een persoonlijkheidsstoornis, en dat er sprake is van een hoog recidiverisico. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ter beschikking gestelde nog steeds een psychische stoornis heeft en dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd. De rechtbank heeft de vordering van de raadsman om de ter beschikking gestelde vrij te laten of de maatregel voorwaardelijk te beëindigen, afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen zicht is op resocialisatie en dat de ter beschikking gestelde volledig afhankelijk is van de geboden zorg en begeleiding in de instelling. De beslissing om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen is genomen op basis van de complexe problematiek van de ter beschikking gestelde en het hoge recidiverisico.