Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
H.O.D.N. [handelsnaam],
1.De procedure
- de dagvaarding van 18 juni 2025;
- de 17 producties van [eiser] ;
- de conclusie van antwoord;
- de 10 producties van [gedaagde] ;
- de mondelinge behandeling op 1 juli 2025;
- de pleitnota van [eiser] .
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Handel in en reparatie van personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s”. [gedaagde] heeft printscreens ingebracht van haar website en Instagram-account waarop te zien is dat [gedaagde] een aanzienlijke voorraad personenauto’s te koop aanbiedt. Op de website staan vaste openingstijden van maandag t/m zaterdag vermeld. Ook zijn er Google-reviews over [gedaagde] overgelegd van particulieren die een auto bij [gedaagde] hebben gekocht, waarvan sommige dateren van vier jaar geleden. [eiser] heeft daar onvoldoende op gereageerd en heeft zijn stelling, dat [gedaagde] bij aanvang een groothandel was en dat dit expliciet tussen partijen was besproken, ook niet onderbouwd. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat hier sprake is van een publiek toegankelijk kleinhandelsbedrijf, waarin rechtstreekse levering van roerende zaken en dienstverlening aanwezig is zoals bedoeld in artikel 7:290 lid 2 sub a BW.
bedrijfsruimte”. Als al wordt aangenomen dat [gedaagde] haar bedrijfsvoering heeft gewijzigd van groothandel naar verkoop aan particulieren – wat [eiser] stelt maar [gedaagde] betwist – mocht zij dat doen. Dat [gedaagde] de huur regelmatig te laat betaalt, rechtvaardigt op zichzelf geen ontruiming. Gesteld noch gebleken is dat [eiser] [gedaagde] voor die tekortkoming in gebreke heeft gesteld. Op dit moment is er ook geen huurachterstand.
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)