ECLI:NL:RBROT:2025:9093

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 juli 2025
Publicatiedatum
24 juli 2025
Zaaknummer
C/10/700742 / JE RK 25-1111
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van complexe echtscheidingsproblematiek

Op 14 juli 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht. De zaak betreft de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige] en [minderjarige 2], die opgroeien in een zorgelijke opvoedsituatie door de complexe echtscheidingsproblematiek tussen hun ouders. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de kinderen ervaren ernstige spanningen door de conflicten tussen hen. De Raad heeft verzocht om de kinderen onder toezicht te stellen voor de duur van een jaar, omdat vrijwillige hulpverlening niet heeft geleid tot verbetering van de situatie. Tijdens de zitting op 14 juli 2025 zijn de standpunten van de ouders, de Raad en de GI besproken. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de kinderen ernstig wordt bedreigd en dat de ouders niet in staat zijn om op een constructieve manier met elkaar te communiceren. De kinderrechter heeft daarom besloten om de kinderen onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, met ingang van 14 juli 2025 tot 14 juli 2026. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/700742 / JE RK 25-1111
Datum uitspraak: 14 juli 2025
Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling
in de zaak van
de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,
gevestigd te Rotterdam,
hierna te noemen de Raad,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedatum 1] 2016 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige] ,
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] 2019 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [plaats 1] ,
[de vader],
hierna te noemen de vader,
wonende in [plaats 2] ,
[de stiefvader],
hierna te noemen de stiefvader,
wonende in [plaats 1] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 3 juni 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 14 juli 2025. Daarbij waren aanwezig:
  • de moeder;
  • de vader;
  • de stiefvader;
- een vertegenwoordiger van de Raad, te weten [vertegenwoordiger 1] ;
- een vertegenwoordiger van de GI, te weten [vertegenwoordiger 2] .

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] en [minderjarige 2] .
2.2.
[minderjarige] en [minderjarige 2] wonen bij de moeder en de stiefvader.

3.Het verzoek

3.1.
De Raad verzoekt [minderjarige] en [minderjarige 2] onder toezicht te stellen voor de duur van een jaar en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4.De standpunten

4.1.
De Raad heeft ter zitting het verzoek gehandhaafd en als volgt nader toegelicht.
Al jaren leven de kinderen in voortdurende stress door de conflicten tussen hun ouders, hun gevoel om te moeten kiezen tussen hun ouders en het dreigende contactverlies met de vader. De ouders doen hun best. De kinderen doen het goed op school. De ouders zijn echter niet in staat om het belang van de kinderen voorop te zetten en kijken niet op een positieve manier naar elkaar. Het is belangrijk dat de ouders emotionele toestemming aan de kinderen geven om naar de andere ouder te gaan en van de andere ouder te houden. De kinderen voelen dit echter op een andere manier. De ouders willen aan de situatie werken. Hulpverlening in het vrijwillig kader heeft de situatie echter onvoldoende verbeterd. De regie van een jeugdbeschermer is nodig en er moet door middel van het opstellen van een plan op meerdere sporen worden gewerkt. Het is belangrijk dat de ouders aan zichzelf gaan werken en aan hun onderlinge communicatie. De moeder heeft al hulp voor zichzelf gezocht. Ook de kinderen hebben hulp nodig.
4.2.
De GI heeft ter zitting het verzoek van de Raad ondersteund en het volgende meegedeeld. Het is belangrijk dat de ouders met elkaar gaan samenwerken. Er moet hulpverlening voor de ouders en de kinderen worden ingezet en worden bekeken hoe de hulpverlening op elkaar aansluit. De GI hoopt dat een ondertoezichtstelling een toegevoegde waarde heeft. Daarbij heeft de GI de samenwerking met de ouders nodig. In het kader van een ondertoezichtstelling zal de GI met de ouders bekijken welke hulp passend is om in te zetten, zoals Parallel Solo Ouderschap en ouderschapsbemiddeling. De uitvoering van de hulpverlening ligt bij de betreffende organisaties. Een traject zoals Ouderschap Na Scheiding duurt zes maanden tot een jaar, waarbij één of twee medewerkers dit traject begeleiden.
4.3.
De moeder heeft ter zitting verklaard dat een ondertoezichtstelling momenteel het beste is voor de kinderen, dat het belangrijk is om meer naar de kinderen te luisteren en dat zij achter een tweesporen beleid staat.
4.4.
De vader heeft ter zitting het volgende verklaard. Een ondertoezichtstelling is noodzakelijk, maar de vader betreurt ook dat het nodig is. Met hulpverlening in het vrijwillig kader is het de ouders niet gelukt om de situatie te verbeteren. De vader bestrijdt dat sprake is geweest van mishandeling. De ouders moeten stoppen om elkaar verwijten te maken. Er moet worden gekeken naar de kinderen.
4.5.
De stiefvader heeft zich ter zitting niet verzet tegen het verzoek van de Raad en het volgende verklaard. Het is niet alleen belangrijk om te werken aan de communicatie tussen de ouders, maar ook dat gesproken wordt met en geluisterd wordt naar de kinderen. Daarbij moet rekening worden gehouden met de wensen van de kinderen. De stiefvader staat ook achter een tweesporen beleid. Hij heeft er aandacht voor gevraagd om één hulpverlener in te zetten.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat aan de voorwaarden voor een ondertoezichtstelling is voldaan. [1] De kinderrechter legt hieronder uit waarom.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat de ontwikkeling van [minderjarige] en [minderjarige 2] ernstig wordt bedreigd. Zij groeien op in een zorgelijke opvoedsituatie. Sinds een langere periode is sprake van complexe echtscheidingsproblematiek tussen de ouders. [minderjarige] en [minderjarige 2] worden belast met de spanningen, de voortdurende conflicten, de communicatieproblemen en het wederzijdse wantrouwen tussen de ouders. Ook de aanwezigheid van de partner van de moeder in het gezin draagt bij aan de onderlinge spanningen. Door deze factoren is gezamenlijk ouderschap nauwelijks van de grond gekomen. [minderjarige] en [minderjarige 2] ervaren dat de vader bij conflicten streng en onvoorspelbaar kan reageren. Dit veroorzaakt bij de kinderen gevoelens van onmacht en onveiligheid. [minderjarige] bevindt zich in een loyaliteitsconflict. Zij heeft een negatief beeld van de vader. [minderjarige] wordt belast met negatieve uitlatingen over de andere ouder en lijkt klem te zitten tussen haar ouders. Ook laat [minderjarige] signalen van parentificatie zien. Zij voelt zich verantwoordelijk voor het welzijn van [minderjarige 2] en neemt een zorgende rol op zich die niet passend is voor haar leeftijd. Ook [minderjarige 2] laat signalen van een loyaliteitsconflict zien. Uit haar gedrag en reacties blijkt dat zij klem zit tussen haar ouders.
5.3.
Ondanks de inzet van verschillende hulpverleningstrajecten in het vrijwillig kader is het de ouders nog niet gelukt om in het belang van de kinderen op een constructieve manier met elkaar te communiceren, te overleggen of samen te werken. Het is positief dat de ouders het beste voor de kinderen willen. Gelet op al het voorgaande kan de ernstige ontwikkelingsbedreiging echter onvoldoende worden weggenomen met vrijwillige hulpverlening. Daarom is de ondertoezichtstelling in dit geval nodig. De kinderrechter stelt [minderjarige] en [minderjarige 2] onder toezicht voor de duur van een jaar. Het is belangrijk dat een jeugdbeschermer regie gaat voeren, mee gaat kijken met de ouders en de kinderen om te bezien welke hulpverleningstrajecten voor hen moeten worden ingezet en of deze hulp beklijft.
5.4.
De kinderrechter verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
stelt [minderjarige] en [minderjarige 2] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 14 juli 2025 tot 14 juli 2026;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 juli 2025 door
mr. A.J. van Dijk, kinderrechter, in aanwezigheid van D. van der Aa als griffier, en op schrift gesteld op 18 juli 2025.
Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Den Haag. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.

Voetnoten

1.Artikel 1:255 BW.