ECLI:NL:RBROT:2025:9096

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 juli 2025
Publicatiedatum
24 juli 2025
Zaaknummer
C/10/697520 / JE RK 25-707
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van de zorg en opvoeding

Op 14 juli 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3], op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht. De moeder van de kinderen, die belast is met het ouderlijk gezag, heeft de kinderen in een instabiele opvoedsituatie grootgebracht, wat heeft geleid tot langdurig schoolverzuim en zorgen over hun ontwikkeling. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder, ondanks haar goede intenties, niet in staat is om de situatie van de kinderen structureel te verbeteren. De Raad heeft verzocht om de kinderen voor een periode van negen maanden onder toezicht te stellen, wat de kinderrechter heeft toegewezen. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de ernstige ontwikkelingsbedreiging van de kinderen niet kan worden weggenomen met vrijwillige hulpverlening en dat een ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de veiligheid en ontwikkeling van de kinderen te waarborgen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De ondertoezichtstelling gaat in op 14 juli 2025 en duurt tot 14 april 2026.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/697520 / JE RK 25-707
Datum uitspraak: 14 juli 2025
Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling
in de zaak van
de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,
gevestigd te Rotterdam,
hierna te noemen de Raad,
over
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2008 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige 1] ,
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] 2011 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige 2] ,
[minderjarige 3], geboren op [geboortedatum 3] 2015 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige 3] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat mr. F. Pool, kantoorhoudende in Rotterdam.
De kinderrechter merkt als informanten aan:
[de vader],
hierna te noemen de vader,
wonende in [plaats] ,
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
gevestigd te Rotterdam,
hierna te noemen de GI.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
  • de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 12 mei 2025 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
  • de briefrapportage met bijlagen van de Raad van 8 juli 2025;
- de brief van met bijlagen van mr. F. Pool met bijlagen van 11 juli 2025.
1.2.
Op 14 juli 2025 heeft de kinderrechter de zitting met gesloten deuren voortgezet. Daarbij waren aanwezig:
- de moeder en mr. N. Schiettekatte, die voor mr. F. Pool heeft waargenomen;
- een vertegenwoordiger van de Raad, te weten [vertegenwoordiger] .
1.3.
De vader is niet verschenen. Ook er is niemand namens de GI verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de vader en de GI wel juist zijn opgeroepen.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] .
2.2.
[minderjarige 1] woont bij de vader. [minderjarige 2] en [minderjarige 3] wonen bij de moeder.
2.3.
Bij beschikking van 12 mei 2025 is de behandeling van het verzoek aangehouden.

3.Het verzoek

3.1.
De Raad verzoekt [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] onder toezicht te stellen voor de duur van negen maanden en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4.De standpunten

4.1.
De Raad heeft ter zitting het verzoek gehandhaafd en als volgt nader toegelicht.
De kinderen groeien op in een instabiele opvoedsituatie. De moeder is slachtoffer geweest van de toeslagenaffaire en is ziek geweest. De ouders hebben hun relatie beëindigd. Er is bij de kinderen sprake van langdurig schoolverzuim. De moeder werkt onvoldoende mee om de schoolgang van de kinderen te verbeteren. Zij wilde niet meewerken aan het aanvullende onderzoek door de Raad. De zorgen zijn onverminderd groot. De berichten van de moeder over de schoolgang van de kinderen tijdens de vorige zitting zijn niet juist. De school van [minderjarige 3] heeft aangegeven dat de moeder tijdens een groot overleg op 10 juli 2025 niet is verschenen. De school kan moeilijk contact met de moeder krijgen. Op 18 september 2025 is er opnieuw een overleg gepland.
Naar aanleiding van het verzoek van de moeder en haar advocaat om de duur van de ondertoezichtstelling te beperken en voor het overige aan te houden is aangegeven dat de door de Raad verzochte periode van negen maanden al korter is dan de gebruikelijke termijn die de Raad verzoekt. Indien het verzoek voor het overige verzochte wordt aangehouden dan dient de Raad al snel een briefrapportage over de stand van zaken bij de rechtbank in te dienen terwijl de kinderen op dat moment nog maar zes tot acht weken naar school gaan.
4.2.
Namens de moeder heeft haar advocaat ter zitting verzocht om de duur van de ondertoezichtstelling te beperken tot zes maanden en het verzoek voor het overige aan te houden. Ter onderbouwing hiervan is het volgende aangevoerd. In de afgelopen periode is de situatie niet veranderd, zoals de moeder had gehoopt en gewenst. Er is veel ruis en miscommunicatie met de scholen van de kinderen ontstaan. Er is onterecht een melding gedaan over verzuim bij [minderjarige 1] en [minderjarige 2] . Er zijn wel concrete plannen en afspraken gemaakt. Voor [minderjarige 3] is een perspectiefplan opgesteld. [minderjarige 1] gaat volgend schooljaar naar een nieuwe klas met een nieuwe mentor. In augustus 2025 heeft [minderjarige 2] afspraken in het ziekenhuis, waarbij het ziekenhuis moet aangeven wat voor haar nodig is. De kinderen zijn terug naar hun eigen woning. Dat zorgt voor rust. De moeder zet zich volledig in, maar er komt veel op haar bordje. Zij ziet inmiddels in dat een jeugdbeschermer helpend kan zijn, ondersteuning kan bieden, de regie kan voeren en korte lijnen kan houden met de scholen van de kinderen en met Koers. De moeder verzet zich dan ook niet tegen een ondertoezichtstelling. Indien de duur van de ondertoezichtstelling wordt beperkt tot zes maanden en het overige verzochte wordt aangehouden dan moet de Raad pas medio december 2025 een briefrapportage aan de rechtbank sturen. Ook kan de zaak eventueel zonder een zitting worden afgedaan. Een ondertoezichtstelling is een gezagbeperkende maatregel. Er moet van alles worden opgestart. Dan kan niet nu al worden aangegeven dat negen maanden nodig is.
4.3.
In aanvulling op het betoog van haar advocaat heeft de moeder ter zitting het volgende verklaard. Een ondertoezichtstelling hoeft niet langer dan zes maanden te duren. De lijnen met de scholen en Koers kunnen kort worden gehouden. De moeder wenst dat op termijn alle hulpverlening wordt afgesloten. De zorgen worden namelijk niet veroorzaakt door de opvoeding, maar zijn uitsluitend te wijten aan de educatie. De moeder heeft zich als moeder ingezet en haar uiterste best gedaan om de kinderen naar school te krijgen. De moeder heeft een e-mailbericht van de school van [minderjarige 1] ontvangen, waarbij excuses zijn aangeboden. De moeder heeft hulpvragen en aanvaardt alle hulpverlening. Wat de moeder is overkomen, mag niet tegen haar worden gebruikt en is geen reden om de opvoedsituatie instabiel te benoemen. Haar verleden heeft er juist voor gezorgd dat zij zelfredzaam is in bepaalde situaties en in haar kracht is blijven staan. Op het moment dat het mis is gegaan in de relatie tussen de ouders, heeft de moeder voor haar kinderen gekozen.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat aan de voorwaarden voor een ondertoezichtstelling is voldaan. [1] De kinderrechter legt hieronder uit waarom.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat de ontwikkeling van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] ernstig wordt bedreigd. Tijdens het onderzoek van de Raad in april 2025 zijn er zorgen ontstaan over het langdurige
schoolverzuim van de kinderen, instabiliteit in de opvoedsituatie en beperkte effectiviteit van de ingezette hulpverlening. Naar aanleiding van de beschikking van 12 mei 2025 heeft de Raad in de afgelopen periode nader onderzoek gedaan. Uit dit onderzoek is gebleken dat de zorgen grotendeels nog steeds actueel zijn. Het verzuim van [minderjarige 1] is sinds maart
2025 verder toegenomen. Bij [minderjarige 3] blijft sprake van ernstig schoolverzuim ondanks de gemaakte afspraken en de betrokkenheid van school en leerplicht. [minderjarige 2] kampt nog steeds
met migraine. Na een korte periode van aanwezigheid is [minderjarige 2] opnieuw door toegenomen
hoofdpijnklachten uitgevallen. Ondanks een maatwerkprogramma lukt het haar niet om naar school te komen. De komende periode worden medische onderzoeken bij [minderjarige 2] gedaan.
De belastbaarheid en het schoolperspectief van [minderjarige 2] blijven onduidelijk. De schoolgang van de kinderen blijft moeizaam verlopen en structurele aanwezigheid ontbreekt.
5.3.
De moeder is een betrokken en liefdevolle moeder met goede intenties. Ondanks de gemaakte afspraken en betrokkenheid van hulpverlenende instanties heeft de moeder moeite om ervoor te zorgen dat de situatie van de kinderen structureel wordt verbeterd waardoor de schoolgang en de opvoedsituatie van de kinderen kwetsbaar blijft. Gelet op al het voorgaande kan de ernstige ontwikkelingsbedreiging niet of onvoldoende worden weggenomen met vrijwillige hulpverlening. De moeder verzet zich niet langer tegen een ondertoezichtstelling, maar wenst binnen een zo kort mogelijke periode zonder inmenging van anderen de zorg en opvoeding van haar kinderen zelfstandig vorm te geven. Naar het oordeel van de kinderrechter is een periode van negen maanden echter passend om de GI in staat te stellen de ondertoezichtstelling uit te voeren door onder andere toezicht te houden op de veiligheid, de schoolgang en de ontwikkeling van de kinderen en het contact met de scholen van de kinderen. Bovendien kunnen zij helpen de hulpverlening te structureren en de moeder te ondersteunen om de bedreigde ontwikkeling van de kinderen af te wenden. De kinderrechter ziet dan ook geen aanleiding om de duur van de ondertoezichtstelling te beperken, zoals namens en door de moeder is verzocht.
5.4.
De kinderrechter verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
stelt [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 14 juli 2025 tot 14 april 2026;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 juli 2025 door
mr. A.J. van Dijk, kinderrechter, in aanwezigheid van D. van der Aa als griffier, en op schrift gesteld op 18 juli 2025.
Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Den Haag. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.

Voetnoten

1.Artikel 1:255 BW.