ECLI:NL:RBROT:2025:9097

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 juli 2025
Publicatiedatum
24 juli 2025
Zaaknummer
11/500529-05
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde met ernstige psychische stoornissen

Op 16 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, geboren in 1971, die verblijft in een forensisch psychiatrisch centrum. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk gelast op 5 januari 2006 na een poging tot verkrachting en is sindsdien meerdere keren verlengd. De rechtbank ontving op 27 mei 2025 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, die op de openbare zitting van 16 juli 2025 werd behandeld. De ter beschikking gestelde was aanwezig via videoverbinding, bijgestaan door zijn raadsman, mr. P. Scholte, en een deskundige psycholoog. De instelling adviseerde de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren, gezien de aanhoudende psychische stoornissen en het hoge recidiverisico. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd. De rechtbank concludeerde dat de ter beschikking gestelde nog steeds lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens, en dat de behandeling in het forensisch psychiatrisch centrum positief verloopt. De totale duur van de terbeschikkingstelling overschrijdt vier jaar, maar verlenging is mogelijk vanwege de aard van het misdrijf. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengd, en deze beslissing kan door het openbaar ministerie en de ter beschikking gestelde worden aangevochten binnen veertien dagen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 11/500529-05
Datum uitspraak: 16 juli 2025
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[ter beschikking gestelde] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971,
verblijvende in [forensisch psychiatrisch centrum] (de instelling),
raadsman mr. P. Scholte, advocaat te Amsterdam.

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank (locatie Dordrecht) van 5 januari 2006 is de terbeschikkingstelling van
[ter beschikking gestelde] gelast en is zijn verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van poging tot verkrachting. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 12 juli 2006.
Bij beslissing van deze rechtbank van 7 juli 2023 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met twee jaar.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 27 mei 2025 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling. De vereiste stukken zijn bijgevoegd dan wel toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 16 juli 2025 behandeld. De officier van justitie mr. B.J. Berton, de ter beschikking gestelde (via een videoverbinding), bijgestaan door zijn raadsman mr. P. Scholte, en de deskundige [psycholoog 1] (via een videoverbinding) werkzaam als GZ-psycholoog en behandelcoördinator bij de instelling, zijn gehoord.

3.Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 4 december 2024, en in het aanvullend rapport, gedateerd 14 april 2025, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van een borderline persoonlijkheidsstoornis, een ongespecificeerde parafiele stoornis, verslavingsproblematiek in langdurige remissie en een andere gespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis.
Gedurende de tbs-behandeling wordt tevens geconcludeerd dat er sprake is van verhoogde seksuele arousal met intense en frequente seksuele fantasieën.
De ter beschikking gestelde is een weinig draagkrachtige man die als gevolg van zijn pathologie onvoldoende in staat is om oplopende (seksuele) spanningen te reguleren. Deze problematiek staat nog immer op de voorgrond en bepaalt het functioneren van de ter beschikking gestelde (bij een verminderd toestandsbeeld). De stoornissen zijn nog altijd aanwezig en invaliderend te noemen. Vanuit deze stoornissen is er nog altijd sprake van een hoog recidiverisico wanneer de tbs eindigt. De langdurige behandeling binnen de tbs-maatregel heeft onvoldoende effect gesorteerd, vanwege de ernstige beperkingen die voortvloeien vanuit de pathologie. De diverse risicofactoren zijn nauwelijks veranderd waardoor er gesproken kan worden van een onverminderd hoog recidiverisico.
In aanvulling op het advies van de instelling heeft de deskundige, [psycholoog 1] , op de terechtzitting verklaard dat het thans goed gaat met de ter beschikking gestelde, omdat er nauwelijks behandeldruk aanwezig is en hij begeleiding om zich heen heeft. Zodra de behandeldruk toeneemt, gaan de spanningen omhoog. Daar moet de komende periode aan gewerkt worden. In september vindt de jaarlijkse behandelplanbespreking weer plaats. Op 23 april 2025 heeft de Landelijke Adviescommissie Plaatsingen (LAP) geadviseerd om de [forensisch psychiatrisch centrum] -status van de ter beschikking gestelde te verlengen. Het ministerie heeft dit advies overgenomen.
Advies psychiater
[psychiater] adviseert in het rapport, gedateerd 6 maart 2025, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
De ter beschikking gestelde heeft met een groot deel van het eerste onderzoeksgesprek meegewerkt en heeft het tweede onderzoeksgesprek geweigerd. Daardoor is het onderzoek onvolledig en kan de psychiater in combinatie met het dossieronderzoek slechts waarschijnlijke bevindingen weergeven.
Er is sprake van een psychische stoornis, echter kan de psychiater geen diagnose stellen. De psychiater is het eens met de recidive-taxatie door de instelling.
Advies psycholoog
[psycholoog 2] heeft een rapport opgesteld, gedateerd 4 maart 2025.
De ter beschikking gestelde heeft geweigerd mee te werken aan het onderzoek, waardoor de psycholoog geen advies heeft kunnen uitbrengen.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsman hebben zich niet verzet tegen verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.

5.Beoordeling

Op grond van de adviezen van de instelling, de psychiater en de psycholoog en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
De rechtbank stelt vast dat het traject van de ter beschikking gestelde positief en stabiel verloopt en dat hij in de vertrouwde omgeving van de [forensisch psychiatrisch centrum] tot rust is gekomen, zoals ook door hem op de zitting naar voren is gebracht. De ter beschikking gestelde heeft tijd nodig om de aangeboden zorg geleidelijk te volgen. Beoogd wordt de komende periode de behandeldruk langzaam op te voeren en zijn kwaliteit van leven te vergroten. De rechtbank heeft er vertrouwen in dat de instelling dat goed zal oppakken.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat door de verlenging een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee) jaren.
Deze beslissing is genomen door:
mr. J. de Lange, voorzitter,
en mrs. S. Zuidwijk en L.B. Esser, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Dere, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.