ECLI:NL:RBROT:2025:9099

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 juli 2025
Publicatiedatum
24 juli 2025
Zaaknummer
10/711056-15
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een persoon met psychische problematiek en risico op gewelddadig gedrag

Op 16 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, geboren in 1990, die verblijft in een forensisch psychiatrisch centrum. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk gelast op 27 oktober 2016 na twee pogingen tot zware mishandeling. In eerdere beslissingen is de terbeschikkingstelling omgezet naar een verpleging van overheidswege en laatstelijk verlengd op 18 juli 2023. De rechtbank ontving op 20 mei 2025 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, welke op 16 juli 2025 werd behandeld. De ter beschikking gestelde, haar raadsvrouw mr. J.S. Dijkstra, en een deskundige waren aanwezig op de zitting.

De instelling adviseerde de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren, gezien de borderline persoonlijkheidsproblematiek en andere psychische stoornissen van de ter beschikking gestelde. De deskundige bevestigde dit advies en wees op de risico's van gewelddadig gedrag bij het beëindigen van de terbeschikkingstelling. De psychiater en psycholoog gaven vergelijkbare adviezen, waarbij de psychiater de voorgeschiedenis van psychotrauma als ziekelijke stoornis classificeerde. De officier van justitie concludeerde ook tot verlenging van de terbeschikkingstelling.

De rechtbank oordeelde dat er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde, en dat de veiligheid van anderen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd. De rechtbank sprak de hoop uit dat de ter beschikking gestelde verdere stappen voorwaarts zal maken in haar behandeling. De beslissing tot verlenging werd genomen door mr. J. de Lange, voorzitter, en mrs. S. Zuidwijk en L.B. Esser, rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/711056-15
Datum uitspraak: 16 juli 2025
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[ter beschikking gestelde] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,
verblijvende in [forensisch psychiatrisch centrum] te [plaats] (de instelling),
raadsvrouw mr. J.S. Dijkstra, advocaat te 's-Gravenhage.

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 27 oktober 2016 is de terbeschikkingstelling van [ter beschikking gestelde] gelast met voorwaarden betreffende haar gedrag.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van tweemaal poging tot zware mishandeling. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 27 oktober 2016.
Bij beslissing van deze rechtbank van 14 augustus 2019 is de terbeschikkingstelling met voorwaarden omgezet in een terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege.
Bij beslissing van deze rechtbank van 18 juli 2023 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met twee jaren.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 20 mei 2025 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling. De vereiste stukken zijn bijgevoegd dan wel toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 16 juli 2025 behandeld. De officier van justitie mr. B.J. Berton, de ter beschikking gestelde (in het cellencomplex van de rechtbank), bijgestaan door haar raadsvrouw mr. J.S. Dijkstra, en de [deskundige] , werkzaam als hoofd behandeling bij de instelling, zijn gehoord.

3.Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 1 mei 2025, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van borderline persoonlijkheidsproblematiek, een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis. Tevens is sprake van een stoornis in middelengebruik (in volledige remissie bij institutionalisering) en van een voorgeschiedenis van psychotrauma.
Er is sprake van een voorzichtig stijgende lijn in de behandeling van de ter beschikking gestelde. Inmiddels is er meer motivatie voor de inname van medicatie aanwezig en is de samenwerking met het behandelingsteam verbeterd. Toch blijft sprake van periodes van toegenomen spanning en een complexe dynamiek met mannelijke medepatiënten. Daarnaast bevindt de ter beschikking gestelde zich in de beginnende fase van haar resocialisatietraject en is de verwachting dat dit nog enkele jaren in beslag zal nemen. Er is besloten om de ter beschikking gestelde niet meer terug te laten keren naar de kliniekflat en op korte termijn een overplaatsingsvoorstel in het kader van een tweede behandelpoging multidisciplinair te bespreken. Zonder tbs wordt het risico op gewelddadig gedrag als hoog ingeschat.
De deskundige, [deskundige] , heeft dit standpunt op de terechtzitting bevestigd. In aanvulling daarop deelt zij mee dat de ter beschikking gestelde al zeven jaar in de kliniek verblijft en dat zij bij de ter beschikking gestelde een terugkerend patroon zien in de persoonlijke relaties met mannelijke medepatiënten. De ter beschikking gestelde maakt stappen en komt ook toe aan begeleid verlof of gaat naar een kliniekflat. Echter, op het moment dat zij in een relatie terechtkomt met een mannelijke patiënt doet dat haar wankelen en stijgt het risico op geweld.
De deskundige geeft aan dat de hoop is dat een nieuwe kliniek met een frisse blik naar de behandeling kan kijken en zij hoopt hiermee een reset te bewerkstelligen. De overplaatsing, waarschijnlijk naar [FPC] , zal minder dan een jaar moeten duren.
De deskundige erkent dat de aanpak met betrekking tot de problematiek betreffende het contact van de ter beschikking gestelde met mannelijke patiënten wellicht in het verleden niet streng genoeg is geweest.
Advies psychiater
[psychiater] adviseert in het rapport, gedateerd 22 april 2025, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
De psychiater komt in hoofdlijnen tot dezelfde conclusies als de instelling. Echter, kiest de psychiater er in tegenstelling tot de instelling wel voor om de traumatische voorgeschiedenis van de ter beschikking gestelde te classificeren als ziekelijke stoornis (PTSS in remissie). Dit betreft echter een academische discussie. In beschrijvende zin is er geheel overeenstemming. Ten aanzien van de antisociale persoonlijkheidstrekken ziet de psychiater onvoldoende onderbouwing om deze apart te classificeren.
Advies psycholoog
[psycholoog] adviseert in het rapport, gedateerd 23 mei 2025, de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Ook de psycholoog komt in hoofdlijnen tot dezelfde conclusies als de instelling en de psychiater. Echter, door de instelling wordt separaat van de borderline persoonlijkheidsstoornis ook een persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken en een andere gespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis gediagnosticeerd. De psycholoog meent dat deze stoornissen als onderdeel van de borderline persoonlijkheidsstoornis gediagnosticeerd dienen te worden.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsvrouw hebben zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

5.Beoordeling

Op grond van de adviezen van de instelling, de psychiater en de psycholoog en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
De rechtbank stelt vast dat de ter beschikking gestelde voorzichtige stappen heeft gezet in de behandeling. De komende periode ligt de focus op de overplaatsing van de ter beschikking gestelde naar een nieuwe instelling, zodat zij aan haar tweede behandelpoging kan starten. De rechtbank spreekt de hoop uit dat de ter beschikking gestelde verdere stappen voorwaarts zal maken.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat door de verlenging een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor één of meer personen.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee) jaren.
Deze beslissing is genomen door:
mr. J. de Lange, voorzitter,
en mrs. S. Zuidwijk en L.B. Esser, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Dere, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.