Op 2 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een vonnis gewezen in een incident inzake een inzagevordering, ingediend door Garagebedrijf Charlois en [persoon B] tegen Havenbedrijf Rotterdam. De eisers verzochten de rechtbank om Havenbedrijf Rotterdam te veroordelen tot het verstrekken van informatie over het object [naam object] te Rotterdam, inclusief correspondentie en rapporten van de gemeente en andere betrokken instanties sinds maart 2003. Havenbedrijf Rotterdam heeft het verzoek afgewezen, en de rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de gevraagde informatie relevant kan zijn voor de hoofdzaak, maar dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een onmiddellijke beslissing rechtvaardigen. De rechtbank heeft daarom besloten om de beslissing op het incidentele verzoek aan te houden en de zaak opnieuw op de rol te zetten voor beraad over een mondelinge behandeling op 16 juli 2025. Het vonnis is ondertekend door mr. D.L. Spierings en openbaar uitgesproken op 2 juli 2025.