Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 juli 2025 in de zaak tussen
[eiseres] V.O.F., uit [plaats 1] , eiseres
Samenvatting
Procesverloop
Totstandkoming van het besluit
Bevinding(en):
Rechtbank Rotterdam
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 29 juli 2025, betreft het een bestuurlijke boete van € 4.500,- die de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur heeft opgelegd aan eiseres, een V.O.F. uit [plaats 1]. De boete is opgelegd vanwege het vervoeren van een rund dat niet geschikt was voor het voorgenomen transport, omdat het niet in staat was zich op eigen kracht pijnloos te bewegen. Eiseres betwist de boete en voert aan dat de minister niet heeft bewezen dat de overtreding heeft plaatsgevonden. De rechtbank beoordeelt de rechtmatigheid en evenredigheid van de boete aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
De rechtbank concludeert dat de minister niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de koe niet geschikt was voor transport. De toezichthoudend dierenarts die het rapport van bevindingen heeft opgesteld, was niet aanwezig op de zitting om vragen te beantwoorden over de AM-keuring en de bevindingen tijdens de PM-keuring. Eiseres wijst op het ontbreken van een verslag van nader onderzoek en foto’s van de PM-keuring, wat de motivering van de minister ondermijnt. De rechtbank oordeelt dat de minister niet heeft aangetoond dat de koe daadwerkelijk een ontsteking had en dat de overtreding is gepleegd.
Daarom verklaart de rechtbank het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en herroept de boete. De minister moet het griffierecht vergoeden en eiseres krijgt een vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om zorgvuldig bewijs te leveren bij het opleggen van boetes.