Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 juli 2025 in de zaak tussen
[naam eiseres] , uit [plaats] , eiseres
de Staat der Nederlanden (de Minister van Justitie en Veiligheid).
Samenvatting
Procesverloop
[persoon A] , toezichthoudend dierenarts bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Eiseres en haar gemachtigde zijn met kennisgeving vooraf niet verschenen.
Totstandkoming van het bestreden besluit
“Bevinding(en):
Bevinding(en):Wij zagen dat het rund in rust op drie poten stond, waarbij de rechter achterpoot niet werd belast (zie bijlage: [registratienummer 2] video). Wij zagen dat het rund tijdens het lopen kreupel liep aan de rechter achterpoot. Wij zagen tijdens het lopen dat de rechterachterpoot zo min mogelijk belast werd. Bij nadere inspectie van de rechter achterpoot zag wij dat de rechter onderpoot duidelijk gezwollen was ten opzichte van de linker onderpoot. Ook zagen wij een roodverkleuring rond de kroonrand van de klauw. Toezichthouder 1 voelde dat de rechter onderpoot warm aanvoelde. Zwelling, roodheid en warmte wijzen op een ontsteking van de rechter achterpoot. Met onze kennis en ervaring als dierenartsen weten wij, dat het niet belasten van de klauw in rust, de kreupele gang en de ontsteking van de onderpoot, tekenen zijn dat de onderpoot een bron van pijn was en het belasten van de poot hierdoor pijnlijk was voor dit rund. Wij concluderen, vanuit onze professionele kennis als dierenartsen, dat het rund pijn had aan de rechter achterpoot. Wij hebben het rund rectaal getemperatuurd met een rectale thermometer, deze temperatuur bedroeg 37.6 graden Celsius. De normaalwaarde van deze rectale temperatuur bij melkkoeien bedraagt tussen de 38.0 en 39.3 graden Celsius. De rectale temperatuur van dit rund was dus iets lager dan de normaalwaarde bij een melkkoe.
Beoordeling door de rechtbank
Het vervoer naar België
de verplaatsing van dieren met behulp van een of meer vervoermiddelen en de daarmee samenhangende activiteiten, zoals laden, lossen, overladen en rusten, tot aan het moment waarop alle dieren op de plaats van bestemming zijn uitgeladen.”De runderen zijn in dit geval nog niet verplaatst met een vervoermiddel, maar naar het oordeel van de rechtbank was er op het moment dat de toezichthouders de dieren keurden, al wel sprake van vervoer in de zin van de Transportverordening. Blijkens het rapport had eiseres de runderen namelijk samen met andere te vervoeren dieren verzameld in de stal met het doel deze te laden in de (gereedstaande) wagen en naar België te transporteren. Ook waren de runderen opgenomen op de lijst van te transporteren dieren. Eiseres heeft de dieren beschikbaar gehouden en aangeboden voor de exportkeuring door de toezichthouders. Die keuring vond vlak voor het laden in de wagen plaats en was noodzakelijk om de dieren naar België te kunnen transporteren. Bij de keuring hebben de toezichthouders vastgesteld dat de runderen niet geschikt waren voor het transport dat daarop aansluitend zou plaatsvinden. De runderen stonden op het moment van die vaststelling nog niet in de wagen of op de laadklep, maar naar het oordeel van de rechtbank moet in dit geval het verzamelen en beschikbaar houden ervan in verband met het laden en het aanbieden voor de exportcertificering worden aangemerkt als een met het verplaatsen per vervoermiddel samenhangende activiteit en dus als vervoer in de zin van de Transportverordening. Nu de runderen op dat moment niet geschikt waren voor transport, heeft verweerder terecht vastgesteld dat sprake was van overtreding van voornoemde voorschriften. [4] Vervoer naar het verzamelcentrum