ECLI:NL:RBROT:2025:9320
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag maatschappelijke opvang verzoekster in Rotterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 31 juli 2025 uitspraak gedaan over het verzoek om een voorlopige voorziening van een verzoekster die een aanvraag had ingediend voor toelating tot de maatschappelijke opvang in Rotterdam. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, omdat uit onderzoek bleek dat de kans op een succesvol hulpverleningstraject in de gemeente Groningen groter was. Verzoekster, die met haar kinderen uit Frankrijk naar Nederland was gekomen, was dakloos geraakt en had gehoopt op opvang in Rotterdam, waar haar zus woont. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was voor een voorlopige voorziening, omdat verzoekster naar Groningen verwezen kon worden, waar opvang beschikbaar was. De voorzieningenrechter wees het verzoek af, met de conclusie dat het college terecht had gehandeld door de aanvraag af te wijzen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van gemeenten onder de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en de noodzaak van landelijke toegankelijkheid voor maatschappelijke opvang.