ECLI:NL:RBROT:2025:9441

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven

zaaknummer / rekestnummer: C/10/701656 / HA RK 25-591

Beschikking van 10 juli 2025

in de zaak van

Quion 9 B.V.,

vestigingsplaats: Rotterdam,

verzoekster,

advocaat mr. J. van der Wende te Rosmalen.

Belanghebbenden:

1. [persoon 1] ,

woonplaats: Stockton-on-Tees (Verenigd Koninkrijk),

2. [persoon 2] ,

woonplaats: Stockton-on-Tees (Verenigd Koninkrijk).

1.Het procesverloop

1.1.

Op 19 juni 2025 is bij de rechtbank ingekomen het verzoekschrift van verzoekster om een vereffenaar te benoemen op grond van artikel 4:203 lid 1 onder b BW, met producties.

1.2.

Omdat verzoekster heeft afgezien van het recht op een mondelinge behandeling en belanghebbenden hebben ingestemd met het verzoek, heeft de rechtbank besloten zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen.

2.De beoordeling

2.1.

Verzoekster vraagt om [naam ] tot vereffenaar te benoemen in de nalatenschap van [persoon 3] (hierna: de overledene), die op [datum] is overleden in [plaatsnaam] . De rechtbank wijst het verzoek toe. Hierna wordt toegelicht hoe tot dit oordeel is gekomen.

De Nederlandse rechter is bevoegd en het Nederlandse recht is van toepassing

2.2.

De overledene is in het Verenigd Koninkrijk geboren. De zaak heeft daarom een internationaal karakter. De Nederlandse rechter is bevoegd om op het verzoek te beslissen, omdat de overledene zijn gewone verblijfplaats had in Nederland.^[1]Volgens het Nederlandse en Engelse testamentenregister heeft de overledene zowel in Nederland als in het Verenigd Koninkrijk niet bij testament over zijn nalatenschap beschikt, zodat geen rechtskeuze bekend is. Omdat de overledene zijn gewone verblijfplaats in Nederland had, is het Nederlandse recht van toepassing.^[2]

Het toetsingskader

2.3.

De rechtbank kan als een nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard (de zogenoemde beneficiaire aanvaarding) een vereffenaar benoemen op verzoek van een belanghebbende of van het openbaar ministerie, wanneer hij die met het beheer van de nalatenschap belast is in ernstige mate in de vervulling van zijn verplichtingen tekortschiet, daartoe ongeschikt is of niet voldoet aan een last tot zekerheidstelling, wanneer de schulden der nalatenschap de baten blijken te overtreffen, of wanneer tot een verdeling van de nalatenschap wordt overgegaan voordat deze vereffend is (artikel 4:203 lid 1 onder b BW).

De nalatenschap is beneficiair aanvaard

2.4.

De nalatenschap van de overledene is door belanghebbenden op 23 mei 2025 beneficiair aanvaard, zodat aan deze voorwaarde is voldaan. Belanghebbenden zijn de kinderen van de overledene. Omdat de overledene geen testament had opgesteld en ten tijde van zijn overlijden niet was gehuwd of geregistreerd als partner, zijn de kinderen van de overledene op grond van het versterferfrecht zijn erfgenamen. Voor zover nu bekend zijn dit belanghebbenden.

Verzoekster is belanghebbende als bedoeld in artikel 4:203 lid 1 onder b BW

2.5.

Verzoekster is belanghebbende als bedoeld in artikel 4:203 lid 1 onder b BW. Verzoekster heeft namelijk een hypothecaire geldlening verstrekt aan de overledene voor de aankoop van de woning aan de [adres 1] en de overledene heeft aan verzoekster het recht van eerste hypotheek verstrekt op deze woning. Deze hypothecaire geldlening is opeisbaar geworden door het overlijden van de overledene. Volgens verzoekster bedraagt de opeisbare schuld per 26 mei 2025 € 135.846,95 (hypotheekschuld, inclusief achterstand). Omdat verzoekster schuldeiser is, kan zij als belanghebbende worden aangemerkt.

Belanghebbenden schieten in ernstige maten te kort in de vervulling van hun verplichtingen en zijn daartoe ongeschikt

2.6.

Ook aan de laatste voorwaarde is voldaan. Belanghebbenden zijn belast met het beheer van de nalatenschap, maar zij laten de nalatenschap al meer dan een jaar onbeheerd. Zij schieten dus in ernstige mate te kort in hun verplichtingen. Ook zijn belanghebbenden niet geschikt om de nalatenschap te beheren en te vereffenen, omdat zij de Nederlandse taal niet machtig zijn en woonachtig zijn in het Verenigd Koninkrijk. Belanghebbenden hebben bovendien ingestemd met de benoeming van een vereffenaar, want dit volgt uit de door verzoekster overgelegde instemmingsformulieren.

Verzoekster heeft een belang bij het benoemen van een vereffenaar

2.7.

Verzoekster heeft ook voldoende toegelicht dat zij er een belang bij heeft als een vereffenaar wordt benoemd, omdat de woning moet worden verkocht en de executie niet rechtsgeldig kan worden aangezegd doordat niet kan worden uitgesloten dat de overledene naast belanghebbenden nog andere kinderen heeft achtergelaten. Daarvoor is een nader onderzoek nodig, wat tot de taak van een vereffenaar behoort.

[naam ] wordt tot vereffenaar benoemd

2.8.

Het verzoek wordt gelet op het voorgaande toegewezen. De rechtbank benoemt de door verzoekster voorgestelde vereffenaar, [naam ] , tot vereffenaar, die zich daartoe ook bereid heeft verklaard. De vereffenaar moet de benoeming zelf bekend maken in de Staatscourant.

2.9.

De benoeming van de vereffenaar wordt, zoals verzocht, uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 288 Rv).

3.De beslissing

De rechtbank

3.1.

benoemt
[naam ](kantoorhoudende bij Domini Advocaten B.V. aan de [adres 2] (postadres: [postadres] ) tot vereffenaar in de nalatenschap van:

[persoon 3],

geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1958,

laatstelijk wonende in [woonplaats] ,

overleden op [datum] in [plaatsnaam] ,

3.2.

verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

3.3.

draagt de vereffenaar op de benoeming bekend te maken in de Staatscourant;

3.4.

verzoekt de griffier de benoeming onverwijld in te schrijven in het boedelregister van de rechtbank op voet van het bepaalde in artikel 4:206 lid 6 BW;

3.5.

verzoekt de griffier de kantonrechter te Rotterdam, locatie Dordrecht, op de hoogte te stellen van deze benoeming.

Deze beschikking is gegeven door mr. C. van Steenderen-Koornneef en in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2025.

3120