Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden.
4.Waardering van het bewijs
“je hebt gelogen toen ik je vroeg of je condooms bij je had. Want je weet als je nee had gezegd, we niet verder intiem zouden zijn. Het feit dat toen ik je vroeg de condoom (waarvan je zei dat je die had) om te doen, je door bleef gaan, is niet oke. Het feit dat ik daarna zei ‘nee, ik wil dit niet zonder condoom, ik wil niet zwanger worden’, je zelfs licht wegduwde, en je toch door bleef gaan. Dit is niet oke. Ik kon niet geloven dat dit gebeurde en voor ik het wist was je klaar. Ik zei nee ik wil dit niet doen zo, en je ging gewoon verder”.Tegenover de verklaring van de aangeefster staat de ontkennende verklaring van de verdachte. Hij heeft verklaard dat er geen gesprek is geweest over het gebruik van een condoom tot tijdens de geslachtsgemeenschap. Tijdens de geslachtsgemeenschap heeft ze namelijk alleen gezegd dat hij moest oppassen omdat hij geen condoom had. Deze opmerking was voor hem de reden om buiten haar lichaam klaar te komen.
“Bedoel je dat ik je heb verkracht? Je hebt gelijk wat betreft het condoom, en dat heb ik je uitgelegd”.Naast het gegeven dat de verdachte hier het bericht van de aangeefster lijkt te bevestigen, ligt het voor de hand dat – als de situatie niet zo zou zijn geweest zoals de aangeefster in haar expliciete en gedetailleerde Whatsapp-bericht beschreef én de verdachte hieruit klaarblijkelijk opmaakte dat hij beschuldigd werd van een verkrachting – hij zijn verbazing hierover zou uiten en zou opmerken dat het niet zo gegaan is zoals zij in dat bericht beschrijft. De verklaring van de verdachte dat de aangeefster ofwel niet gesproken zou hebben over het gebruik van een condoom, ofwel de verdachte de aangeefster tijdens de geslachtsgemeenschap – al dan niet door een taalbarrière – niet zou hebben begrepen, is met voorgaande steunbewijsmiddelen niet geloofwaardig. De door de verdediging als contra-indicaties aangeduide omstandigheden dat de verdachte eerder wel haar grenzen had gerespecteerd, hij tijdens de geslachtsgemeenschap niet op haar reageerde en is weggegaan toen ze het vroeg, maken dit niet anders.
of omstreeks17 augustus 2024 te Schiedam met een persoon, te weten [slachtoffer]
een of meerseksuele handelingen die bestonden uit
of mede bestonden uithet seksueel binnendringen van het lichaam heeft verricht, te weten
van die [slachtoffer] te brengen en
/ofhouden en
/ofbewegen
terwijl hij, verdachte, wist,
althans ernstige reden had om te vermoedendat bij die
[slachtoffer] daartoe de wil ontbrak.
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
€ 4.177,97 (zegge: vierduizendhonderdzevenenzeventig euro en zevenennegentig eurocent), bestaande uit € 677,97 aan materiële schade en € 3.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 17 augustus 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer] te betalen
€ 4.177,97 (zegge: vierduizendhonderdzevenenzeventig euro en zevenennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening en bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
51 (eenenvijftig) dagen, waarbij de toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
een of meer seksuele handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam heeft verricht, te weten
- zonder gebruik te maken van een condoom zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer] te brengen en/of houden en/of bewegen terwijl hij, verdachte, wist, althans ernstige reden had om te vermoeden dat bij die [slachtoffer] daartoe de wil ontbrak