ECLI:NL:RBROT:2025:9564

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 juli 2025
Publicatiedatum
6 augustus 2025
Zaaknummer
ROT 24/13
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrond beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting wegens verkeerde zone

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 1 januari 2024. De heffingsambtenaar heeft aan eiseres op 2 december 2023 een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting opgelegd, welke door eiseres werd betwist. De rechtbank heeft het beroep op 18 juli 2025 behandeld, waarbij eiseres niet aanwezig was, maar wel op de hoogte was gesteld van de zitting. De rechtbank concludeert dat de auto van eiseres op 28 november 2023 geparkeerd stond in een zone waar parkeerbelasting verschuldigd was. Eiseres had via een app betaald, maar dit bleek voor de verkeerde zone te zijn. De rechtbank oordeelt dat de fout van de app voor risico van eiseres komt, en dat er geen ruimte is om rekening te houden met haar goede bedoelingen. Het beroep wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat de naheffingsaanslag in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/13
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juli 2025 in de zaak tussen

[naam eiseres] , uit [plaats] , eiseres

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam

(gemachtigde: [persoon A] ).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 1 januari 2024.
1.1.
De heffingsambtenaar heeft aan eiseres op 2 december 2023 een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting opgelegd.
1.2.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van eiseres hiertegen ongegrond verklaard.
1.3.
De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.4.
De rechtbank heeft het beroep op 18 juli 2025 op zitting behandeld. Hieraan heeft de gemachtigde van de heffingsambtenaar deelgenomen. Eiseres is zonder bericht van verhindering niet verschenen. Op 23 juni 2025 is er een bericht in het digitale dossier geplaatst waarbij eiseres in kennis is gesteld van de datum en het tijdstip van de zitting. Van de plaatsing van het hiervoor vermelde bericht in dit digitale dossier is eveneens op 23 juni 2025 om 14:27 uur een kennisgeving (notificatie) verzonden naar het door eiseres voor dit doel opgegeven e-mailadres. Op grond hiervan neemt de rechtbank aan dat eiseres dit bericht heeft ontvangen, en wel, gelet op artikel 8:36c, tweede lid, van de Awb, op 23 juni 2025.
1.5.
Na afloop van zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de rechtbank

2. De auto van eiseres stond op 28 november 2023 om 11:56 uur geparkeerd aan de Hogebanweg in Rotterdam. Op deze locatie is parkeerbelasting verschuldigd. Uit het betaalbewijs blijkt dat eiseres parkeerbelasting betaald aan de gemeente Schiedam voor de zone 7652. Dit betekent dat eiseres geen parkeerbelasting heeft betaald aan de gemeente Rotterdam, waardoor de heffingsambtenaar een naheffingsaanslag mocht opleggen. Eiseres heeft een app de parkeerzone laten selecteren, zonder te controleren of dat de juiste zone was. De fout van de app komt voor haar risico, omdat zij er zelf voor heeft gekozen om met een app te betalen en te vertrouwen op de automatische zoneselectie. Eiseres heeft gevraagd om coulance. De rechtbank gaat er zonder meer vanuit dat eiseres de bedoeling had om netjes te betalen. De regels in het belastingrecht zijn echter heel streng, zodat er juridisch gezien geen ruimte is om rekening te houden met de goede bedoelingen van eiseres.

Conclusie en gevolgen

3. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de naheffingsaanslag in stand blijft. Eiseres krijgt het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.
4. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan op de hieronder omschreven wijze.

Beslissing

De rechtbank verklaart beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.P. Ferwerda, rechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Veth, griffier.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op: 18 juli 2025.
De rechter is verhinderd
de uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Dit proces-verbaal is in Mijn Rechtspraak geplaatst.

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof Den Haag waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof Den Haag (belastingkamer), Postbus 20302, 2500 EH Den Haag.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het gerechtshof Den Haag vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.