ECLI:NL:RBROT:2025:9565
Rechtbank Rotterdam
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Vernietiging naheffingsaanslag parkeerbelasting en niet-ontvankelijkheid beroep
Op 18 juli 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam, betreffende een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting. De heffingsambtenaar had op 27 oktober 2023 een naheffingsaanslag opgelegd, welke door de eiser werd betwist. De heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar van de eiser ongegrond. Tijdens de zitting op 18 juli 2025 was de eiser niet aanwezig, terwijl de gemachtigden van de heffingsambtenaar wel aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kennisgeving van de zitting als onbestelbaar was geretourneerd, maar dat de eiser correct was uitgenodigd voor de zitting.
Na de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan. De heffingsambtenaar heeft de bestreden naheffingsaanslag op 3 juli 2025 vernietigd, waardoor de eiser geen procesbelang meer had in deze procedure. De rechtbank heeft daarom het beroep van de eiser niet-ontvankelijk verklaard, maar de heffingsambtenaar is wel verplicht het betaalde griffierecht van € 51,- aan de eiser te vergoeden. De partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze mondelinge uitspraak. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter R.J.P. Ferwerda in aanwezigheid van griffier S.J. Veth.