Uitspraak
RECHTBANK Rotterdam
1.RHYNLEVE VASTGOED B.V.,
2.
VLOT VASTGOED B.V.,
3.
CEDAMA VASTGOED B.V.,
1.De zaak in het kort
2.De procedure
3.De feiten
(…) Het talud is opnieuw geprofileerd en er is graszaad ingezaaid zoals je hebt geadviseerd.”
4.Het geschil
€ 1.316 (excl. BTW) en € 3.784,28 (incl. BTW) aan herstelkosten en schade;
Deze vorderingen worden om die reden afgewezen.
5.De beoordeling
Of Cedama rekening moet houden met de belangen van een derde bij de uitvoering van haar overeenkomst hangt af van de omstandigheden. Uit de jurisprudentie kunnen diverse omstandigheden worden afgeleid die hierbij een rol kunnen spelen: de hoedanigheid van de betrokken partijen, de aard en strekking van de overeenkomst, de wijze waarop de belangen van de derde daarbij zijn betrokken, de vraag of deze betrokkenheid voor de contractant kenbaar was, de vraag of de derde er op mocht vertrouwen dat zijn belangen zouden worden ontzien, de vraag in hoeverre het voor de contractant bezwaarlijk was met de belangen van de derde rekening te houden, de aard en omvang van het nadeel dat voor de derde dreigt, de vraag of van de derde kon worden gevergd dat hij zich daartegen had ingedekt, en de redelijkheid van een eventueel aan de derde aangeboden schadeloosstelling.
Concrete feiten die invulling kunnen geven aan dergelijke omstandigheden zijn hier niet gesteld door [eiser], terwijl op haar de stelplicht op dit onderdeel rust. Het is voor de rechtbank ook niet op voorhand aannemelijk dat de verhouding tussen Cedama als aannemer en [eiser] als derde zodanige kenmerken heeft dat onrechtmatigheid als hier bedoeld aan de orde kan zijn. Bovendien zou daarbij dan nog betrokken moeten worden de vraag of het aanvaardbaar zou zijn als jegens [eiser] niet de verweren gevoerd kunnen worden die (wel) mogelijk zijn tegen eenzelfde vordering van de eigenaren / opdrachtgevers (een beroep op een contractuele verjaringstermijn en/of beroep op de oplevering).
Om deze redenen levert hetgeen [eiser] heeft aangevoerd over de ontwerpkeuzes van Cedama geen onrechtmatigheid op jegens [eiser].
Naar het oordeel van de rechtbank weegt hier mee dat Cedama de gemeenschappelijke gedeelten van het complex heeft opgeleverd aan [eiser]. Weliswaar is [eiser] in het kader van de overeenkomst van aanneming als derde aan te merken, maar bij de oplevering aan haar (in zoverre in plaats van aan de eigenaars van de boxen) gelden voor Cedama dezelfde zorgvuldigheidsnormen als bij oplevering aan haar opdrachtgever(s).