Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder parketnummer 83/033771-22 onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder parketnummer 83/176915-19 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte rechtspersoon tot een geldboete ter hoogte van € 60.000.
4.Geldigheid dagvaardingen
5.Waardering van het bewijs
- De [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) heeft verklaard dat hij bij drie afvalbedrijven heeft gewerkt, waarna hij voor zichzelf is begonnen. Met betrekking tot het ontstaan van [bedrijf] verklaarde hij onder andere dat [naam 1] in het plasticafval wilde en dat [naam 1] hem heeft gevraagd om de inkoop en verkoop te doen.
- Het handelsregister vermeldt als bedrijfsactiviteit van de besloten vennootschap van de verdachte rechtspersoon, onder andere het voorbereiden van gesorteerd materiaal tot recycling en het recyclen van plastic afval en papier. Het vermeldt niets over het overbrengen van bijproducten of nieuwe producten. De handelsnaam van de verdachte rechtspersoon is [handelsnaam] . In de jaarrekening van de verdachte rechtspersoon over het jaar 2018 staat als beschrijving van de belangrijkste activiteiten van de rechtspersoon het importeren en exporteren van afvalplastic.
- Voor de transporten naar vier van de vijf landen waar de tenlastelegging betrekking op heeft (Nigeria, Thailand, Turkije, Zuid-Afrika) is een Annex VII opgemaakt. Het Annex VII-document wordt gebruikt voor de overbrenging van ‘groene-lijst’ afvalstoffen voor nuttige toepassing. Bij het opstellen van deze documenten was de verdachte telkens betrokken. Vak 9 van deze Annex VII-documenten vermeldt als stof die overgebracht diende te worden de termen LDPE, Scrap, Film (scrap), PVC (balen, regrind, cable regrind, cable scrap, plastic waste, mix color), Plastic Scrap (Plastic scrap LDPE 80/20), Plastic Waste (Plastic Waste & scrap in bales), PE & PP Film (PE Film, PP (Bigbags), PE folie 90/10). Dit zijn allemaal beschrijvingen die onderbouwen dat het gaat om afvalstoffen. Vak 10 van deze Annex VII-documenten vermeldt identificatiecodes die ook onderbouwen dat het gaat om afvalstoffen, namelijk codes uit Bijlage III, IIIA of IIIB van Verordening 1013/2006, zijnde Bazel-code 3010, OESO-code GH013, Euralcode 20.02.30 en Euralcode 19.12.04.
- Als producent van het afval (de zogenoemde Waste Generator) stond vaak [medeverdachte rechtspesoon] (zijnde [medeverdachte rechtspesoon] ) te [vestigingsplaats] vermeld. Door deze Annex VII-documenten op te stellen en bij het transport te voegen, geeft de opdrachtgever aan dat de over te brengen goederen afvalstoffen zijn.
- Op 20 augustus 2019 werden op het deel van het bedrijfsterrein van [medeverdachte rechtspesoon] , waar volgens een medewerker van [medeverdachte rechtspesoon] de materialen van [medeverdachte 1] en de verdachte rechtspersoon lagen, voorraden plasticafvalstoffen aangetroffen.
- De verdachte rechtspersoon, [medeverdachte rechtspesoon] , en [medeverdachte 1] zijn een samenwerkingsovereenkomst aangegaan op het gebied van kunststoffenhandel, die kennelijk een vastlegging bevat van een staande praktijk. In de overeenkomst garandeert de verdachte rechtspersoon onder meer dat zij zal voldoen aan alle wet- en regelgeving ter zake het transport van afvalstoffen, waaronder de EVOA en beschikt over de voor overbrenging vereiste EVOA-contracten. Ook staat erin dat [medeverdachte rechtspesoon] voor inkomende en uitgaande leveringen, conform de instructies van de verdachte rechtspersoon onder andere het VII-document verzorgt.
- Op de vraag wat [medeverdachte rechtspesoon] voor een soort bedrijf is, verklaarde de [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ) dat [medeverdachte rechtspesoon] zich bezighoudt met de inzameling van reststoffen en de verwerking en vermarkting daarvan. Op de vraag of deze reststoffen afvalstoffen zijn, verklaarde hij bevestigend.
- Alle foto’s in het dossier van de stoffen die gepland stonden voor overbrenging en/of zijn overgebracht, tonen afvalstoffen.
- De stoffen die [medeverdachte 1] heeft overgebracht naar Nigeria, ontving hij van [naam 2] . [naam 2] betaalde [medeverdachte 1] om de eigendom van deze stoffen over te nemen. [medeverdachte 1] duidt dit op de factuur aan met ‘negatief ingekocht’ en verbindt hieraan dat zijn afnemer niet hoeft te betalen voor het transport. [medeverdachte 1] zet de factuur op ‘0’. Deze gang van zaken onderbouwt dat de stoffen afvalstoffen betroffen. Via whatsapp met de contactpersoon van [medeverdachte 1] in Nigeria wordt gecommuniceerd dat het gaat om PVC Regrind.
- Naar aanleiding van de stoffen die [medeverdachte 1] heeft willen overbrengen naar Turkije, vermeldt hij in een heimelijk afgeluisterd gesprek van 8 augustus 2019 het volgende:
of omstreeksde periode van 22 november 2018 tot en met 22 februari 2019 te Uithoorn en/of Venlo en/of Arnhem,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,al dan niet opzettelijk, meermalen,
althans eenmaal, (een)handeling
(en
)heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35 sub a en/of b van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen, immers
/ofhaar mededader
(s
)in
of omstreeksde periode van 22 november 2018 tot en met 1 februari 2019 doende
een of meercontainers ( [containernummer 1] en
/of[containernummer 2] ), waarvan de inhoud bestond uit kunststofafval (B 3010) als bedoeld in Bijlage III van deze verordening over te brengen van Nederland naar Thailand en
/of
/ofhaar mededader
(s
)in
of omstreeksde periode van 3 december 2018 tot en met 22 februari 2019 doende
een of meercontainers ( [containernummer 3] en
/of[containernummer 4] en
/of[containernummer 5] en
/of[containernummer 6] en
/of[containernummer 7] en
/of[containernummer 8] ), waarvan de inhoud bestond uit kunststofafval (B 3010) als bedoeld in Bijlage III van deze verordening over te brengen van Nederland naar Thailand, terwijl die overbrenging
(en
)geschiedde zonder kennisgeving aan en/of toestemming van alle betrokken autoriteiten overeenkomstig genoemde verordening;
of omstreeksde periode van
810november 2018 tot en met 18 december 2018 te Uithoorn en/of Venlo,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, al dan nietopzettelijk,
(een)handeling
(en
)heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35 sub a en/of b van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen,
was ofwaren zij, verdachte, en
/ofhaar mededader
(s
)doende één container ( [containernummer 9] ) waarvan de inhoud bestond uit kunststofafval (pvc kabel scrap) (GH 013
en/of B 3010) als bedoeld in Bijlage III van deze verordening, over te brengen van Nederland naar Nigeria,
of omstreeksde periode van 26 juli 2019 tot en met 12 augustus 2019 te Uithoorn en/of Venlo,
in elk geval in Nederland,tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, al dan nietopzettelijk, meermalen,
alhtans eenmaal, (een)handeling
(en
)heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35 sub a en/of b van de EG Verordening overbrenging afvalstoffen,
was ofwaren zij, verdachte, en
/ofhaar mededader
(s
)doende een of meer containers ( [containernummer 10] en
/of[containernummer 11] en
/of[containernummer 12] ), waarvan de inhoud bestond uit plastic afval vermengd/verontreinigd met (onder andere) papier en/of karton en/of hout en/of glas en/of drankblikjes en/of glas, in elk geval uit (een) niet in bijlage III en/of bijlage III A en/of bijlage III B van genoemde verordening (onder één code) ingedeeld(e)(mengsel van) afvalstof(fen), over te brengen van Nederland naar Turkije,
of omstreeksde periode van 8 november 2018 tot en met 21 februari 2019 te Uithoorn en/of Venlo,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan nietopzettelijk, bedrijfsafvalstoffen en/of gevaarlijke afvalstoffen, te weten pvc cable scrap
(ZD Nigeria)en
/ofkunststofafval (B 3010)
(ZD Thailand I en ZD Thailand II)heeft verhandeld en
/often behoeve van anderen heeft bemiddeld bij het beheer van die bedrijfsafvalstoffen en
/ofgevaarlijke afvalstoffen, zonder vermelding als handelaar en/of bemiddelaar op de lijst van vervoerders, handelaars en bemiddelaars;
of omstreeksde periode van 8 november 2018 tot en met 1 februari 2019 te Uithoorn en/of te Venlo,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, al dan nietopzettelijk, afvalstoffen heeft overgebracht terwijl er werd gehandeld in strijd met een voorschrift gesteld bij artikel 18, tweede lid van de EG verordening overbrenging van afvalstoffen,
of warenzij, verdachte,
en/of haar mededader(s)doende één container ( [containernummer 13] ) waarvan de inhoud bestond uit kunststofafval (pvc kabel scrap) (GH 013 en/of B 3010), over te brengen van Nederland naar Nigeria
(ZD Nigeria), en
/of een of meercontainers ( [containernummer 1] en
/of[containernummer 2] ) waarvan de inhoud bestond uit kunststofafval (B 3010), over te brengen van Nederland naar Thailand
(ZD Thailand I)terwijl die overbrenging geschiedde zonder het in bijlage VII genoemde schriftelijk juridisch bindend contract tussen de opdrachtgever van de overbrenging en de ontvanger voor de nuttige toepassing van de afvalstoffen;
tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, al dan nietopzettelijk,
(een)handeling
(en
)heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35 sub a en/of b van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen,
6.Strafbaarheid feiten
1. Medeplegen van het overtreden van een voorschrift, gesteld bij artikel 10.60, tweede lid, van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd;
2. medeplegen van het overtreden van een voorschrift, gesteld bij artikel 10.60, tweede lid, van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan door een rechtspersoon;
3. medeplegen van het overtreden van een voorschrift, gesteld bij artikel 10.60, tweede lid, van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd;
4. overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 10.55, eerste lid, van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan door een rechtspersoon;
5. overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 10.60, vijfde lid, van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd.
7.Strafbaarheid verdachte rechtspersoon
iemandzich van de toepasselijke EVOA-wetgeving – hoe complex ook – op de hoogte had moeten (laten) stellen, dan was het de verdachte rechtspersoon wel. Daarbij komt nog dat van de verdachte rechtspersoon, gelet op haar ervaring en positie in deze branche, de uitlatingen van diens bestuurder (zoals hierboven weergegeven) en de inhoud van de samenwerkingsovereenkomst met [medeverdachte rechtspesoon] kennelijk wel degelijk goed op de hoogte was van de wet- en regelgeving op dit gebied.
8.Motivering straf
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
.
10.Bijlagen
11.Beslissing
een geldboete van € 60.000 (zegge: